Schrijfwedstrijd: Ondergesneeuwd

Ik weet mezelf geen houding te geven. Het lijkt alsof mijn wereld op z’n kop staat. Net mijn masterdiploma op zak en een veelbelovende eerste baan in het vooruitzicht, komen zij met dít nieuws aanzetten. Aan de andere kant van de keukentafel sloegen mijn ouders hun ogen neer. Fuck, moet dat mij weer overkomen.

Geschreven door Laurien voor de DEMO-schrijfwedstrijd ‘Ondergesneeuwd’

Onderweg naar huis blijven de gedachten rondom wat mijn ouders me net hebben verteld in mijn hoofd spelen. Er rollen tranen over mijn wangen. Mijn ouders vormen de basis van ons gezin, het fundament van onze familie. Als ik later vader wordt, dan wil ik dat mijn ouders sámen opa en oma worden. Van hun welverdiende pensioen genieten met z’n tweetjes. Lang en gelukkig, dat is hoe het voor mijn ouders hoort.

Toegegeven, ik ben intussen al 24 jaar. Ik heb mijn ouders niet meer nodig om me af te zetten op het schoolplein of om bij de overblijf op me te wachten. Ik heb al behoorlijk wat diploma’s op zak, van mijn veterstrik- en fietsdiploma tot mijn zwemdiploma. Ook heb ik mijn rijbewijs gehaald, al lukte dat niet in één poging. En nu heb ik dus ook mijn masterdiploma, de mooiste prestatie van allemaal. Mijn broodtrommeltje hoeft niet meer te worden gesmeerd, mijn Franse woordjes niet meer overhoord… maar toch bekruipt mij het gevoel dat ik het nog niet zonder hen kan.

Mijn trein heeft net drie minuten vertraging, waardoor ik waarschijnlijk mijn aansluiting mis. Shit. Ik raak gefrustreerd. Mijn ouders zijn zo egoïstisch. Na jarenlang twee kinderen te hebben grootgebracht tot volwassenen, hun steun en toeverlaat te zijn geweest en een bijzonder mooie voorbeeldrol te hebben vervuld, kun je niet zomaar de stekker eruit trekken. Omdat hun eigen leven zo voorspelbaar en saai was geworden, betekent dat toch niet dat ze opeens in een late ‘midlife- crisis’ kunnen belanden? Plotseling verlangen naar iets anders, hun vleugels uitslaan… Ze voelden zich zeker vastgeroest ofzo.

Terwijl ik van het station in Nijmegen naar mijn studentenkamer loop, probeer ik mezelf te kalmeren. Ik ben intussen een volwassen vent. Ik heb net een stage afgerond bij een gerenommeerd advocatenbureau. Ik woon al bijna vier jaar niet meer thuis, maar in een studentenhuis in Nijmegen. Binnenkort huur ik een studio in de Randstad. Mijn ouders spelen allang niet meer de rol in mijn leven die ze vroeger hadden. En toch blijft het zó moeilijk.

Thuis stort ik mezelf op de bank. Ik had mezelf deze weken zo anders voorgesteld. Omdat ik wist dat ik tussen mijn scriptieverdediging en het begin van mijn nieuwe baan een paar maanden vrij zou hebben, had ik een reis door Zuid-Amerika gepland. Lekker backpacken in m’n eentje, ik had al een paar leuke hostels gevonden. De vliegtickets zijn al geboekt. Nu werpen de zorgen om het huwelijk van mijn ouders een schaduw over mijn geplande reis. Ik twijfel of ik wel moet gaan.

Na een voedselvergiftiging, een paar smerige hostels en een heleboel nieuwe vrienden voor het leven, sta ik opnieuw bij het huis van mijn ouders in Amersfoort. Ze hadden gevraagd of ik alvast wat spullen kon ophalen om over te brengen naar mijn studio in Rotterdam. Als mijn vader de deur opent, omhelst hij me meteen. Na een kopje thee met mijn moeder ga ik naar boven om mijn kamer op te ruimen. Ik besluit mijn oude LEGO snel op Marktplaats te zetten; misschien heeft mijn neefje interesse in mijn Playmobil-piratenschip. Terwijl ik bezig ben met het verkopen van tweedehandsspullen, kijk ik ook in de werkkamer of er nog spullen van mijn ouders zijn die ik kan verkopen.

Omdat het sorteren van mijn oude speelgoed me in een nostalgische stemming brengt, besluit ik een paar fotoboeken te bekijken. Op de lachende foto’s zie ik de gezichten van mijn ouders met een kleine baby, die uitgroeit tot een klein jongetje. Op de volgende pagina verschijnt ook een meisje, onmiskenbaar mijn zusje. Foto’s met Sinterklaas en rond de kerstboom, beelden van verjaardagstraktaties en kostuums tijdens carnaval. Mijn zusje en ik groeien en bloeien, maken van pagina tot pagina werkelijk een ontwikkeling door. Op de achtergrond staan steeds twee volwassenen breeduit te glimlachen. Mijn ouders. Ze zijn er altijd, maar staan vaak op de achtergrond.

Dit zet me aan het denken. Ik leg het fotoboek neer, moet dit even laten bezinken. Het is natuurlijk onmogelijk dat mijn ouders in al die jaren dat mijn zusje en ik opgroeiden, stil zijn blijven staan. Misschien groeiden zij wel mee, telkens als wij iets nieuws leerden of meemaakten. Op de achtergrond. Want terwijl mijn zusje en ik van veterstrik- tot fietsdiploma, en van rijbewijs tot masterdiploma gingen, viel het minder op dat mijn ouders veranderden. Kennelijk zijn wij niet de enigen die volwassen worden, maar onze ouders ook. Alles verliep zo stil en onopgemerkt. Terwijl de rest van het gezin mijlpalen bereikte, veranderden mijn ouders langzaam. Misschien slaagden ze er niet meer in om verbonden te blijven. Niet vastgeroest, maar ondergesneeuwd.


Dit is een fictief verhaal.

Geef een reactie