Waarschijnlijk is Evert Manders (24) de eerste JD’er met drie kandidaten-interviews. De eerste had hij vorig jaar, toen nog als kandidaat voor de functie politiek. En dit jaar zelfs twee keer, omdat dit interview door technische mankementen opnieuw moest worden gedaan. Wat Evert nog meer uniek maakt? “Niet lullen, maar poetsen, handen uit de mouwen steken”, zo zegt hij zelf. Met die insteek wil hij volgend jaar aan de slag als Landelijk Bestuurslid extern, maar daar ziet hij ook meteen zijn valkuilen.
Gijs Toussaint
De JD
Hoe vind je dat het nu met de JD gaat?
“Nou, ik heb de ledenaantallen doorgekregen en die zijn snel achteruit gegaan. Dat is geen verwijt aan de afgelopen Landelijk Besturen, het is gewoon een constatering. Dit is waar we nu zijn, dit is waar we mee te dealen hebben. Daar moeten we eerlijk over zijn, zonder in paniek te raken. Oudere leden hebben op een gegeven moment alles binnen de JD gezien en stromen logischerwijs door. Dus nee, op dit moment staat de JD er zeker niet goed voor.”
In hoeverre denk je dat die problemen door een landelijk bestuur zijn op te lossen?
“Ja, dat vind ik dus moeilijk. Ik vind dat er altijd best wel wat kritiek is op een landelijk bestuur en ja, ik loop daarbij vooraan hè? Wat kan een landelijk bestuur doen om dit vooruit te helpen? Dat is iets van de lange adem. Wat ook heel moeilijk is aan de JD: we zijn natuurlijk gewoon simpelweg heel erg afhankelijk van wat D66 doet. En D66 heeft het als coalitiepartner wat mij betreft de afgelopen jaren niet heel goed gedaan wat betreft de belangen van jongeren.”
Plannen
Je hebt je kandidaat gesteld voor de functie extern, nadat je eerst had aangekondigd voor politiek te gaan. Waarom heb je die stap gemaakt?
“Nou, ik werd eerst gevraagd voor de functie van voorzitter. Ik haal daar niet veel energie uit. Ik wil gewoon bezig zijn met inhoudelijke dossiers, stukken schrijven, echt actief zijn in de politiek. Politiek is natuurlijk een zeer belangrijke functie, dat blijf ik zeggen. Laten we echter ook pragmatisch zijn. Als we veel kandidaten hebben voor de politieke functie en er zijn veel andere functies vacant, waar helpen we dan de vereniging mee? Dan kies ik liever voor een andere functie. Sommige mensen kunnen dit opvatten als wegrennen voor tegenstand, nou, prima, als ze dat vinden, dan kennen ze mij niet goed genoeg. Ik doe dit echt voor de vereniging, niet zozeer voor mezelf.”
Het is natuurlijk ook de tweede keer op rij dat je je kandidaat stelt voor het LB. Vorig jaar ben je niet verkozen. Waarom denk je dat het deze keer wel gaat lukken?
“Ik denk dat als iemand zich het afgelopen jaar heeft ingezet voor de vereniging – en dat zeg ik niet om mezelf op de schouder te kloppen – dat ik dat ben. Ik werd vorig jaar niet verkozen, maar dat was ook begrijpelijk. Kijk, mijn minder sterke punten zijn tegelijkertijd mijn positieve eigenschappen. Ik ben niet zo sterk in interne organisatie, maar juist daarom haal ik energie uit het daadwerkelijk aanpakken en doen. Dus dat kan ik zeker meebrengen naar een bestuur. Vorig jaar heb ik het ook niet slim aangepakt, moet ik eerlijk toegeven. Ik was wat aan het stoken, gewoon om het stoken. Achteraf denk ik wel, dat mijn ideeën met meer externe focus goed waren geweest voor de vereniging.”
Wat zijn jouw plannen voor de internationale kant van de JD?
“Ik denk dat we volgend jaar best wel iets leuks kunnen doen met de Europese parlementsverkiezingen. D66 is en blijft wat mij betreft een Europese partij. Dat moeten we ook uitdragen, want we worden leeggevroten door Volt. Dus ik denk dat we daar de contacten binnen IFLRY en LYMEC (respectievelijk de internationale en Europese koepelorganisaties van de JD. red.) moeten gebruiken om te laten zien: ‘Hey, wij zijn echt internationale partijen die willen en kunnen samenwerken.’ Ik moet wel toegeven dat dit niet mijn sterkste kant is, gelukkig hebben we een geweldige International Officer van wie ik de fijne kneepjes kan leren. Dus ik denk dat het zeker goed komt. Maar ik zou het geweldig vinden, als we volgend jaar ook samen met andere partijen een gezamenlijk stuk zouden kunnen schrijven over bijvoorbeeld meer Europese samenwerking, of een visie over de democratisering van Europa.”
Liever media-aandacht, of een constructief gesprek achter de schermen?
“Ik denk dat je begint met het constructieve gesprek achter de schermen. Eerst kijken wat we kunnen bereiken bij D66, zowel intern als extern bij de moederpartij. Maar als dat niet lukt, dan ga je naar de media. Neem nou de verhoging van de basisbeurs waar we op het afgelopen congres ook mee bezig zijn geweest. Wat mij betreft mag je daar meteen de media over benaderen.”
En hoe denk je dat D66 reageert op jou als onderhandelingspartner wanneer je naar de media stapt omdat jij je zin niet krijgt?
“Je moet niet als een klein kind gaan huilen als je je zin niet krijgt. Aan de andere kant denk ik wel dat we, als je idee de afgelopen jaren vaak tekort is gedaan, misschien iets vaker het ‘kleine kind’ mogen spelen en gaan huilen.”
Persoonlijk
Laatste vraag, wat maakt jou uniek als kandidaat?
“Niet lullen, maar poetsen. Handen uit de mouwen steken. Dat is meteen ook mijn negatieve kant. Ik word niet blij van eindeloze vergaderingen over structuur en dergelijke. Maar als het gaat om inhoud en ik kan er iets tastbaars van maken, dan haal ik daar energie uit. Wat ik daar leuk aan vind, is dat je ook echt de kennis van anderen kunt gebruiken. We hebben echt veel slimme mensen binnen de JD. Het bundelen van die kennis en omzetten naar iets tastbaars, dat vind ik geweldig.”
Bron foto: Verstrekt door geinterviewde.