“Als JD hebben we dit jaar intern meer voor elkaar gekregen dan de JOVD, het is alleen minder zichtbaar”

Het Landelijk Bureau van D66 is voor Michiel van Alst (21) al bekend terrein. Deze in Den Haag gevestigde Brabander draait al een jaar mee als bestuurslid Politiek en wil zijn mandaat met een jaar verlengen. Vanuit zijn ervaring en studie International Relations and Organisations wil hij zijn politieke plannen verder uitvoeren en zo ook politieke duurzaamheid te creëren in de vereniging.

Plannen

Na een jaar de rol van bestuurslid politiek te hebben vervuld heb je je besloten te herkandideren. Wat maakte dat je dit besluit nam?

“Ik heb het nog steeds heel erg naar mijn zin en geloof ook dat ik iets kan toevoegen. Dat is na een jaar nog steeds het geval. Ik denk echt dat er een ontzettende meerwaarde zit in dat je een soort collectief geheugen hebt als er een bestuurslid doorgaat in het Landelijk Bestuur. Op de goede basis die ik heb gelegd voor de functie afgelopen jaar wil ik graag doorbouwen. De ervaring die ik meeneem is ook echt datgene wat mijn onderscheidt van de andere kandidaten.”

“Mensen zeuren soms dat de PKO-vergaderingen te lang duren, maar wat mij betreft duren ze nooit lang genoeg.”

Je bent erg gemotiveerd voor specifiek de functie politiek. Je kiest daarmee voor een functie waarin je dus eigenlijk al best wat hebt geleerd en een fundament hebt gelegd voor je opvolger. Wat trekt jou dan toch in deze functie?

“Verantwoordelijk zijn voor de politieke visie en zorgen dat het goed gaat met de werkgroepen vind ik echt machtig mooi. Mensen zeuren soms dat de PKO-vergaderingen te lang duren, maar wat mij betreft duren ze nooit lang genoeg. Elke vergadering zit ik weer met allemaal portefeuillehouders (poho’s) die meer van hun eigen onderwerpen weten dan ik, waar ik dan leiding aan mag geven. 

Ik heb ook nagedacht over extern, omdat ik het internationale gedeelte ook leuk vind. Het lobbyen wat ik leuk vind aan de functie politiek kan daar ook. Toch is het zorgdragen voor het PKO en het bewaken van de politieke lijn te leuk om dat op te geven voor de functie extern.”

Een jaar deze rol al vervuld hebben kan zowel in je voordeel als in je nadeel werken. Wat is de grootste les die je afgelopen jaar hebt geleerd?

“De grootste les is geweest hoe je de fracties moet benaderen en hoe je effectief politieke voorstellen toch door de partij krijgt. Bij beide D66 congressen stond de JD bovenaan de agenda. Daar ben ik echt heel trots op. Bij het eerste congres was het met de inhoud en de hoeveelheid moties wel echt met hagel schieten. Er zijn toen maar drie moties aangenomen. Bij het tweede congres zie je dat we veel gerichter waren en dat op één na alle moties zijn aangenomen en dat we met die ene gesneuvelde motie de pers hebben gehaald.”

Dit klinkt allemaal erg positief. Waar ben je ontevreden over achteraf?

“Tijdens het wintercongres kregen we kritiek dat we de weinig politieke output leverden, daar hebben we echt werk van gemaakt. Hopelijk ziet de vereniging dat ook. Denk aan de koningshuismotie, het Nieuwdemocratisch Appèl en de uitingen rondom stikstof.  Wat daarnaast best pittig was, was dat ik op korte termijn een groot deel van de campagne voor de provinciale staten moest organiseren doordat er geen bestuurslid profilering meer was. Dingen zijn zeker niet perfect gegaan, maar ben onderaan de streep wel trots op wat we neer hebben gezet.”

Nieuwe ronde nieuwe kansen. Wat zijn jouw plannen voor aankomend jaar op politiek vlak?

“Inhoudelijk wil ik mij gaan richten op het uitwerken van de vijf punten uit het Nieuw Democratisch Appèl voor de democratische vernieuwing. Daarnaast wil ik mij ook richten op Europa, ook gezien de aankomende verkiezingen. Ook daar staat democratische vernieuwing centraal. Het moet helder zijn en behapbaar. Je hebt binnen de Raad van Europa, de Raad, en de Europese Raad, dat is erg verwarrend. Verder zou ik verder willen werken aan de verhoging van de basisbeurs. Stikstof is het minst sexy onderwerp ooit, maar je komt er niet onderuit. Ik zou mij dan met name willen focussen op het weer kunnen bouwen van woningen, met name voor studenten en starters.”

Een meer sexy onderwerp dan: het PKO. Wat zijn jouw plannen om het PKO naar een hoger niveau te tillen?

“Ik wil ervoor zorgen dat poho’s dat kunnen doen waar ze energie uit halen. Duo-pohoschap bevalt bijvoorbeeld veel poho’s erg goed. Je ziet echt werkgroepen erdoor opleven. We zijn nu bezig om poho’s die geen onderdeel zijn van een duo aan elkaar te koppelen zodat ze samen kunnen sparren. Voor een groot deel van dit soort veranderingen ben ik natuurlijk ook afhankelijk van wat er uit de commissie werkgroephervormingen gaat komen. Ik wil ook extra trainingsdagen voor het PKO en FEO toevoegen in september om het inwerkproces te ondersteunen.”

“Het schoppen tegen D66 moet binnen een lobbystrategie of een profileringsstrategie passen.”

Tot slot de grote discussie binnen de JD: meer of minder schoppen tegen D66?

Het schoppen kan je doen om je onderhandelingspositie sterker te maken of een tik uit te delen. Ik ben niet van het idee van “ik ga schoppen, want op een gegeven moment moet D66 om”. Het schoppen moet binnen een lobbystrategie of een profileringsstrategie passen. Als het dat niet doet kun je er ontzettend veel werk in steken, maar is het zonde van je energie en tijd. De JOVD kan bijvoorbeeld makkelijk schoppen, want zij lobbyen niet. Als JD hebben we intern meer voor elkaar gekregen dan de JOVD, het is alleen minder zichtbaar.

Rondje persoonlijk

Nooit meer tweede kamer debat of nooit meer reality-tv tv kijken?

“Ik kan niet zonder af en toe de explosies in de tweede kamer. Ik kan heel lang zonder Temptation Island. De debatten tussen Caroline van der Plas en Tjeerd de groot zijn gewoon te vermakelijk om niet te volgen.”

Wat is jouw meest cancelbare mening?

“Mijn halve familie heeft mij al gecanceld vanwege het koningshuis. Oh en ik ben voor het Bindend Studieadvies (BSA). Uiteraard houd ik de lijn aan van de JD, maar ik sta er niet achter.”

Het thema van het demo-magazine is natuurlijk ‘krimp’. Waar denk jij aan bij dat woord?

“Mijn eerste associatie is het ledenaantal helaas. Hopelijk kunnen we dat tij volgend jaar keren.”


Geschreven door: Hanna Gonsalves

Bron foto: Verstrekt door geïnterviewde

Geef een reactie