Het interview met Tristan Stokman is nog maar net begonnen als Evert Manders (portefeuillehouder Volksgezondheid, Welzijn en Sport) spontaan aanschuift om een verbaal standbeeldje te beitelen voor de vertrekkend portefeuillehouder (PoHo) Buitenlandse zaken: “Het doet me pijn dat we hem voor zo lang moeten missen omdat hij naar het buitenland gaat. Ik bewonder Tristan omdat hij altijd betrokken en warm is. Als hij ergens weinig vanaf weet, duurt het nooit lang voor hij alsnog in de materie zit.” Geen slechte aanbeveling en al helemaal niet van iemand die nooit bij de werkgroep is geweest en dit via-via heeft meegekregen.
Interview door Richard Korpel
Als Tristan al zo’n begrip is in de JD-wandelgangen, waarom dan dit interview? Het is het resultaat van een royaal bod op een veiling van de JD Utrecht, ten bate van de stichting strijden voor vrijheid. Die gaat met dat geld ambulances naar de frontlinie van de Oekraïne-oorlog sturen. Bijvangst van die gift is echter een grote hoeveelheid veren in je reet, die Tristan geregeld probeert te temperen. “Ik word door sommigen ook een dictator genoemd” zegt hij snel achter de woorden van Evert aan.
Wat is het hoogtepunt van je PoHo-schap geweest?
“Dat was de Oekraïne-mars. We hadden twee weken voor het uitbreken van de oorlog gepraat met een Oekraïne-expert die zei: ‘Nee, de oorlog komt er niet’. Toen dat wel gebeurde wilden we een apolitiek statement maken: ‘Wij zijn tegen oorlog’. We hebben contact gezocht met andere PJO’s en uiteindelijk zijn we met tweehonderd mensen van de Russische ambassade naar de Oekraïense ambassade gelopen. Er liepen zelfs spontaan gezinnen mee. Ik vond het wel spannend om voor zoiets een vergunning aan te vragen – ik dacht meteen aan de wappies bij dat soort demonstraties – maar we hebben daar toch iets moois kunnen neerzetten.”
Wat had je graag willen weten toen je aan het PoHo-schap begon?
“Bijvoorbeeld dat je een projectsubsidie aan kan vragen. Het is niet zo dat je bij de JD aankomt en alle structuren meteen duidelijk zijn. Je hebt altijd mensen nodig die je wegwijs maken of je inspireren en ik vond het ook heel leerzaam om dus steeds meer een netwerk op te bouwen, dat in te zetten en vervolgens ook andere mensen aan elkaar te koppelen. Ik kan ook leren van andere PoHo’s, bijvoorbeeld Evert of Maarten Tollenaar van de werkgroep EU.”
Hoe ga je om met dingen die je niet weet?
“Zeker met zo’n groot veld als buitenlandse zaken is het onmogelijk om alles te weten. Deze zomer waren we op een IFLRY-congres, waar de oppositieleider van Uganda langskwam. Daar weet je niets van, maar naar aanleiding van die speech wilden we daar een motie over indienen. Om daar dan in te duiken moet je veel mensen spreken, bijvoorbeeld iemand die een vreedzame revolutie wil opzetten.”
Hoe motiveer je jezelf en anderen om daarin te duiken?
“Voor een deel structuur; dus op een vaste dag vergaderen en dat soort dingen. Maar het is vooral inspireren en het toegankelijk maken. Als je naar het Uganda-onderwerp kijkt; je moet wel handvatten bieden om daar vat op te krijgen. Het is net als met wiskunde vroeger. Dat wordt alleen leuker als je er beter in wordt. Je moet dat drempeltje over om een breder interesseveld voor jezelf en voor anderen te creëren.”
Hoe ben je eigenlijk bij de JD gekomen?
“Ik was gestopt met mijn baan als accountmanager voor een bedrijf dat met Chinese bedrijven handelde, omdat ik de politiek weer begon te missen. Mijn vader is een kweker, net als zijn vader. Ik ben honderd meter van dat bedrijf geboren en heb erover nagedacht om dat over te nemen, maar nu wil ik meer met de maatschappij doen en bij een ambassade gaan werken, omdat ik mensen graag wil helpen.
Op de middelbare school praatte ik nog veel met vrienden over politiek. Daarna zakte het weer weg. Toen ik mijn baan had opgezegd, kwam ik bij D66 terecht. Ik zit altijd een beetje in het midden en ben vrij genuanceerd, dus dat paste wel bij me. Toen werd ik ook lid van de JD en ben ik daar die nieuwe vrije tijd in gaan steken.”
Wat ga je nu met de vrijgekomen vrije tijd doen?
“Ik heb niet zoveel vrije tijd, want ik wil bij de ambassade gaan werken. Daarnaast moet ik nog een scriptie schrijven. Op het moment dat dit gepubliceerd wordt zit ik in Singapore. Het was geluk dat ik dit wintercongres nog mee kan pakken.
Ik heb geen heimwee maar wegwee; het is dubbel, maar ik ga wel graag weg uit Nederland. Ik ben als kind vaak verhuisd, dus ik heb het meestal na een jaar of anderhalf wel gezien. What’s next, weetjewel. Daarom wil ik diplomaat worden, om wat van de wereld te zien. Bijvoorbeeld in China, of een ander land in Azië. Maar ik neem mijn tijd met de werkgroep sowieso mee. Net als bij een werkgroep probeer je als diplomaat ook connecties te leggen voor mensen, of ze helpen in een bepaalde situatie. Die ervaringen gaan me zeker helpen.”

Wil jij ook meewerken aan de DEMO of op de hoogte blijven van alle nieuwe artikelen? Neem dan contact op met de hoofdredactie.
Beeld: Verstrekt door geïnterviewde