Weinig ideeën hebben het afgelopen jaar meer tot de collectieve verbeelding van het internet gesproken dan ‘cancelcultuur’. De gemiddelde mediaconsument wordt overspoeld met voorbeelden. Onlangs werd Laurens Buijs bijvoorbeeld ineens een bekende Nederlander. Nadat de docent aan de Universiteit van Amsterdam op Twittersuggereerde dat een non-binaire identiteit helemaal niet bestaat, kreeg hij bakken kritiek over zich geen. In de verdediging gedrukt schreeuwde Buijs vervolgens moord en brand over hoe hij gecanceld werd. Daarna speelde zich een bekend draaiboek af. Een explosie aan nieuwe volgers voor Buijs, jubelende steunbetuigingen van rechtse politici, een opiniestuk in NRC en een plekje aan talkshowtafels om te vertellen hoe hem de mond gesnoerd is. Van Johan Derksen tot de Meilandjes, van JK Rowling tot Ellen DeGeneres, cancelen lijkt inmiddels vast onderdeel van onze cultuur.
Gijs Toussaint
Daar is ook veel kritiek op. Steeds meer mensen beweren dat onze samenleving steeds vijandiger en intoleranter wordt en dat het uiten van de verkeerde mening kan leiden tot een online lynchpartij. Deze kritische geluiden hebben één centrale boodschap: onze vrijheid van meningsuiting, die zo kenmerkend is voor een liberale samenleving, staat onder druk. In een tijd waarin de vrijheid van meningsuiting wordt beknot door extreemrechtse politici, zijn het juist de voorvechters van sociale rechtvaardigheid die volgens sommigen een existentiële bedreiging vormen voor onze democratie.
Het gebrek aan concrete voorbeelden
Een opvallend aspect van de kritiek op de cancelcultuur is het ontbreken van concrete voorbeelden. Veel critici lijken moeite te hebben met het benoemen van specifieke incidenten die het bestaan van de cancelcultuur ondersteunen. Deze vaagheid is kenmerkend voor de discussies over dit onderwerp. Zij die zich zorgen maken over de cancelcultuur diagnosticeren de publieke sfeer snel als ziek, zonder duidelijk aan te wijzen wat de symptomen zijn. Wanneer iemand het over de cancelcultuur heeft, wordt dit vaak gedaan om juist niet int te hoeven gaan op de specifieke kenmerken van een incident. Kan iemand nog uitleggen waarom Lauren Buijs precies in opspraak kwam? Hij zelf begint in ieder geval zelden over zijn originele uitspraken.
Zij die zich zorgen maken over de cancelcultuur diagnosticeren de publieke sfeer snel als ziek, zonder duidelijk aan te wijzen wat de symptomen zijn
Er zijn verschillende redenen waarom critici van de cancelcultuur de voorkeur geven aan het spreken over een breed verondersteld cultureel probleem, ten koste van de aandacht voor specifieke voorbeelden van ‘cancellen’. Een van deze redenen is het fenomeen van de boze menigte, die vaak opduikt in opiniestukken en artikelen over cancelcultuur. Zo vergeleek Rowan Atkinson, de acteur die Mr. Bean speelt, de digitale cancelcultuur met de middeleeuwse menigte die door de straten zwerft op zoek naar iemand om te verbranden. Of neem Bethany Mandel, de Amerikaanse conservatieve columnist. Zij ging laatst viraal toen ze in een interview de vraag kreeg de term ‘woke’ te definiëren, en compleet dichtsloeg. In een poging gezichtsverlies te beperken op Twitter, omschreef ze woke als de radicale omvorming van de samenleving, afgedwongen door een ‘boze menigte’.
Hoewel de term ’menigte’ niet altijd expliciet wordt genoemd, is het bredere concept zeker aanwezig in wat we de cancelcultuur-hypothese zouden kunnen noemen. Het idee is dat we voortdurend het risico lopen om ongewild een genadeloze online menigte boos te maken, die ontembaar en onverbiddelijk is – een digitale menigte zonder gezicht die zichzelf opzwiept tot een razernij en geen grenzen kent in de verwoesting die ze kan aanrichten. Het is een krachtig en ingebakken cultureel idee dat individuen die zich in een menigte bevinden alle gevoel voor rede verliezen en geneigd zijn tot het extreme. Het is juist deze culturele trope die centraal staat in de bezorgdheid over de cancelcultuur. Het is deze aangeleerde angst die de cancelcultuur-hypothese haar kracht geeft. Om dit fenomeen beter te begrijpen, zullen we de oorsprong van het idee van de menigte zelf moeten bespreken. Laten we daarom teruggaan naar de 19e eeuw, en de geboorte van de boze menigte.
De geboorte van de grote boze menigte
Het is van belang om te erkennen dat sinds mensen dicht op elkaar zijn gaan leven, menigten altijd op de een of andere manier hebben bestaan en een rol hebben gespeeld. In de politiek van de Romeinse Republiek was de menigte een factor van invloed. Senatoren die nieuw beleid voorstelden werden vaak gesteund of aangevallen door drommen plebs en boeren. Deze menigten gingen vaak over tot geweld en zelfs als ze dat niet deden, was het altijd de impliciete dreiging van geweld die hen invloed gaf. Hoewel deze menigten het leven van machthebbers goed zuur konden maken, werden ze niet als irrationeel of uitzonderlijk beschouwd in het oude Rome. De menigte was een geaccepteerd onderdeel van het politieke proces.
In de moderne tijd is het idee van de irrationele en oncontroleerbare menigte ontstaan als gevolg van de industriële revolutie, die leidde tot een enorme verandering in de omvang en geografie van de bevolking. Het creëerde grote stedelijke bevolkingsgroepen, voornamelijk uit de arbeidersklasse, die zich organiseerden om hun situatie te verbeteren. De opkomst van deze stedelijke menigten bracht de mogelijkheid van massamobilisatie en collectieve actie met zich mee, wat de gevestigde orde bedreigde. Dit zorgde voor een verandering in hoe menigten werden gezien, van een geaccepteerd onderdeel van het politieke proces tot een bedreiging voor de openbare orde.
Le Bon was de eerste die het idee verwoordde van individuen die bedwelmd werden door de menigte en geneigd waren tot ondenkbare wreedheden wanneer ze deel uitmaakten van een grote groep
Daar waar de Romeinse menigte hier een daar het beleid kon veranderen, bleken moderne menigten in staat hele revoluties te ontketenen. Dat was nieuw en beangstigend voor de rijken en machtigen. Om dit fenomeen te begrijpen, begonnen journalisten en wetenschappers onderzoek te doen naar massapsychologie. Dit onderzoeksgebied ontstond niet geheel onverwacht vooral in Frankrijk, gezien de vele opstanden en revoluties die daar in de 18e en 19e eeuw plaatsvonden. De meest invloedrijke Franse massapsycholoog was Gustave Le Bon. In zijn boek uit 1895, The Crowd: A Study of the Popular mind, betoogde Le Bon dat menigtes intrinsiek fysiek gevaarlijk zijn en dat de aanwezigheid van mensen in een menigte hen veranderde. Le Bon was de eerste die het idee verwoordde van individuen die bedwelmd werden door de menigte en geneigd waren tot ondenkbare wreedheden wanneer ze deel uitmaakten van een grote groep. Het idee van de menigte als irrationeel en inherent destructief was hiermee geboren.
De ideeën van Le Bon lijken naadloos van toepassing op het online discours van onze tijd: online menigten worden vaak als irrationeel, bedwelmend en vernietigend beschouwd. Maar wat als ik je vertelde dat wetenschappelijk onderzoek de ideeën van Le Bon keer op keer heeft weerlegd? Wanneer historici en sociologen massale protestbewegingen en acties van grote menigten hebben bestudeerd, blijken deze vaak juist zeer complexe vormen van directe actie te zijn, met discipline en duidelijke doelstellingen.
De heersende klasse wilde de menigte, die hen zo vaak omver had proberen te werpen, niet als intelligent en rationeel zien
Le Bon negeerde deze details en betoogde dat de menigte op zichzelf al een soort roesmiddel is, en degenen die er deel van uitmaken lijden aan iets dat lijkt op geestelijke gezondheidsproblemen. Maar waarom werd zijn werk dan zo enthousiast omarmd door zijn gelijken in de late 19e eeuw? Simpelweg omdat de heersende klasse de menigte, die hen zo vaak omver had proberen te werpen, niet als intelligent en rationeel wilde zien. Het was veel geruststellender om deze gebeurtenissen af te doen als de waanzin van de menigte, in plaats van na te denken over het idee dat de revoluties, protesten en massabewegingen die de vorige eeuw hadden gedomineerd, een gevolg waren van hun eigen bijdrage aan het creëren van een zeer ongelijke samenleving.
De gecancelde menigte
Nu we een beter begrip hebben van menigten en de politieke motieven achter het idee van de gevaarlijke menigte, kunnen we de parallellen onderzoeken tussen de opkomst van de menigte in de 19e eeuw en de huidige waarschuwingen over cancelcultuur. Hoewel de gevaarlijke menigte slechts een culturele trope blijkt te zijn zodra we echte voorbeelden onderzoeken, is het een nuttige fictie gebleken om de aandacht af te leiden van de redenen waarom mensen deelnemen aan massale groepsacties. Het idee heeft ons aangemoedigd om de argumenten die worden aangevoerd als inherent onwaardig van onze tijd en moeite te zien.
Wanneer mensen de term ‘cancelcultuur’ gebruiken, lijkt het erop dat ze zich richten op een specifiek geval van ‘canceling’. Maar door de aandacht te verleggen naar de ‘cultuur’, in plaats van te kijken naar de specifieke gebeurtenis die de discussie heeft uitgelokt, dwaalt het gesprek af van waar het werkelijk om gaat. Het is hier waar we de parallellen zien tussen de angst voor digitale menigtes in de vorm van cancelcultuur en de historische angst voor fysieke menigtes. Bij beiden is die afdwaling van waar het gesprek over zou moeten gaan geen ongelukkige bijkomstigheid, maar juist precies het punt.
In de 19e eeuw was de heersende klasse fel gekant tegen de hervormingen die democratische massabewegingen eisten. Het was daarom gemakkelijker om campagnevoerders af te schilderen als onhandelbare en irrationele menigten. Hierdoor konden de heersende machten de grieven en eisen van deze bewegingen afdoen als onbelangrijk en irrationeel. Hetzelfde probeert men vandaag te doen door kritiek op als cancelcultuur te bestempelen.
Het is eenmaal makkelijker om je tegen een grote boze menigte te keren dan op de inhoud een debat over de rechtvaardigheid van transfobie te moeten houden
Laten we het bekendste voorbeeld nemen van ‘canceling’: de ophef rond de onverschrokken transfobie van JK Rowling. Sinds 2020 verdedigt de auteur steeds feller dat de erkinning van transvrouwen een beperking van de rechten van ‘echte vrouwen’ zou zijn. Zij en haar bondgenoten proberen proberen de discussie hierover steeds te verschuiven naar het brede concept van cancelcultuur. Dit zorgt er stilletjes voor dat mensen niet echt kijken naar wat ze heeft gezegd en of haar beweringen over de tegenstrijdigheid tussen het geluk en de veiligheid van transseksuelen en dat van cis-vrouwen wel gegrond zijn. Het is een slimme zet, want alhoewel haar medestanders vaak instemmen met haar transfobe retoriek, kunnen ze haar op deze manier verdedigen zonder een verantwoording te formuleren voor de specifieke uitspraken die ze heeft gedaan. Het is eenmaal makkelijker om je tegen een grote boze menigte te keren dan op de inhoud een debat over de rechtvaardigheid van transfobie te moeten houden.
Het idee dat er zoiets bestaat als cancelcultuur zet ons ertoe aan om alle gevallen waarin iemand online terugslag krijgt voor zijn woorden of daden als in wezen hetzelfde te beschouwen. Het werk van massapsychologen als Le Bon, dient om de illusie te voeden dat ongeacht tijd en plaats, een menigte een menigte is. Sterker nog, binnen deze illusie zijn ook de beweegredenen van een menigte niet meer belangrijk. Het spreekt misschien voor zich dat menigten in de geschiedenis zowel briljante als verschrikkelijke dingen hebben gedaan. Het was een menigte die de Bastille bestormde, maar het was ook een menigte die in 2021 het Amerikaanse congres bestormde. De menigtehypothese moedigt ons echter aan om al deze menigten als identiek te beschouwen. De implicatie is dat als we één van deze veronderstelde menigten willen bekritiseren, we bereid moeten zijn ze allemaal te bekritiseren. Vind je dat iemand van TV moet verdwijnen omdat hij daar live vertelt een vrouw te hebben verkracht met een kaars? Dan moet je automatisch voorstander zijn van het ontslaan van mensen die als kind weleens ‘Hanky Panky Shanghai’ zongen.
Net zoals bij de theorieën van fysieke menigten, is de hypothese van cancelcultuur een simplistische poging om zonder gegrond bewijs een quasi-diepgaande culturele analyse aan elkaar te rijgen
Het verhaal van de cancelcultuur is niet meer dan een reeks losjes georganiseerde anekdotes over mensen, van beroemdheden tot gewone burgers, die op de een of andere manier terugslag hebben ondervonden op het internet. Hoewel de meeste mensen die naar deze gevallen kijken verschillende conclusies zullen trekken over de vraag of de terugslag al dan niet gerechtvaardigd was, stellen degenen die ons waarschuwen voor de cancelcultuur dat we elk geval als fundamenteel hetzelfde moeten beschouwen. De hele cancelcultuur-hypothese steunt op het volledig wegnemen van details en nuance. Net als bij de theorieën van fysieke menigten, is de hypothese van cancelcultuur een simplistische poging om zonder gegrond bewijs een quasi-diepgaande culturele analyse aan elkaar te rijgen. In het ergste geval is dat een opportunistische poging van mediapersoonlijkheden om elke vorm van kritiek op hun woorden of daden te delegitimeren. Het vraagt ons om een alles-of-niets-uitspraak te doen over de legitimiteit en moraliteit van collectieve actie op het internet, terwijl het nader bekijken van specifieke voorbeelden van online backlash meestal een specifiek geschil aan het licht brengt. Het behouden van deze nuance is cruciaal als we zinvolle gesprekken willen voeren over hoe we willen dat onze publieke ruimte functioneert.
Wil jij ook meewerken aan de DEMO of op de hoogte blijven van alle nieuwe artikelen? Neem dan contact op met de hoofdredactie.
Bron beeld: Pierre Herman via Unsplash