Ontspoorde treinen, reverse Robin Hoods, en Great Men: een boekessay over Ayn Rands’ Atlas Shrugged

Twee weken geleden ontspoorde er in Ohio een trein met gevaarlijke stoffen. De trein brandde voor meer dan twee dagen, waarbij giftige stoffen de lucht zodanig vervuilde, dat er duizenden omwonenden geëvacueerd moesten worden. Voor hen is het nog onzeker wat de gevolgen zijn voor hun gezondheid. Het is jammer dat deze ramp te voorkomen was geweest: de trein had geen elektronische remmen. In 2014 werden treinen die ontvlambare stoffen vervoerden verplicht deze te bezitten. Trump draaide in 2017 die wetgeving echter terug na een succesvolle lobby van de spoorwegindustrieën, ondanks dat de National Transportation Safety Board hiertegen adviseerde.

Door: Nikki Frederiksz

Ik werd door dit verhaal een stukje naar links geslingerd op het politieke kompas. Als je bedrijven en industrieën niet streng reguleert, besparen ze zelfs op remmen op treinen en jaag je de hele leefomgeving naar de knoppen. Regeltjes goed, grootkapitaal slecht. Tegelijkertijd heb ik heel januari besteed aan het lezen van Ayn Rands’ dystopie Atlas Shrugged, die een compleet tegenovergestelde boodschap presenteert. Atlas Shrugged speelt zich af in een parallel universum waarin elk land een socialistische People’s State is geworden, behalve de VS (want we weten allemaal dat de VS speciaal is). Maar ook daar gaat het slecht: het land is in achteruitgang door de enorme regeltjesdruk die ondernemen onmogelijk maakt en het gebrek aan respect dat de regering en de bevolking lijkt te hebben voor de heroïsche maar onderdrukte bedrijfsleiders op wie iedereen lijkt te parasiteren. 

We volgen Dagny Taggart, een railroad executive en een PowervrouwTM waar Margaret Thatcher haar persoonlijkheid op gebaseerd lijkt te hebben. Eén voor één blijken de ondernemers echter uit de samenleving te verdwijnen. Ze gaan staken en starten voor zichzelf een hightech anarchistisch-kapitalistische utopie, terwijl de samenleving zonder hen ten onder gaat. De overheid reageert door nog strengere regels in te stellen en de overgebleven ondernemers nog meer kaal te plukken, wat uiteindelijk uitloopt op een revolutie, met de dollar als strijdsymbool

Ik ben me ervan bewust dat wanneer ik Atlas Shrugged zo presenteer, het lijkt alsof ik een stropopredering maak, waarbij ik het boek zo onrealistisch en onwaarschijnlijk mogelijk presenteer, om het vervolgens te contrasteren met de werkelijkheid, waarin ongereguleerde rail road executives stadjes in Ohio vergiftigen. Ik kan u, beste lezer, garanderen dat mijn gegeven omschrijving van het boek niet eens raakt aan overdrijving. Ik heb nog niet eens de punten genoemd waarin Rand, alhoewel ze het allemaal bloedserieus bedoelt, de parodie finaal voorbij schiet. Ik geloof dan ook niet echt dat Rand heeft bedoeld een realistisch toekomstbeeld te schetsen: ik denk dat ze een wereld heeft gecreëerd als vehikel voor de filosofie, het objectivisme, die ze heeft ontwikkeld. Het boek was een 1000-pagina lange inleiding op een 70-pagina durende speech. Ja, het had zeker korter gekund. Ja, dit heeft me mijn hele januari gekost. Maar laat ik jullie meenemen in Rands’ filosofie, zodat die tijd toch niet compleet nutteloos is geweest.

Twee typen mensen

In Atlas Shrugged lijken er twee typen mensen te bestaan. Je hebt de krachtige, stoïcijnse, zelf-nadenkende ondernemers die de wereld draaiende houden. En je hebt de rest, de klagende, pseudo-intellectuele nietsnutten die parasiteren op het talent van de titanen. Zij worden zonder enige vorm van ironie looters of leeches genoemd.

Alle mannen die we moeten respecteren in Atlas Shrugged, zoals Hank Rearden, Francesco d’Anconia en John Galt, zien er hetzelfde uit: ze zijn lang en mager. Maar bovenal zijn het creators: ze richten bedrijven op, vinden nieuwe soorten staal en motoren uit en werken onvermoeibaar door. Ook Dagny Taggart, onze hoofdpersoon, valt onder deze categorie. Qua persoonlijkheid zijn ze rationeel en goudeerlijk. Ze geven een voorkeur aan dingen boven mensen, houden van hun werk, nemen graag verantwoordelijkheid en durven risico’s te nemen. Dit slag mens leeft voor niemand anders dan voor zichzelf: egoïsme wordt gelijk gesteld aan eerlijkheid en morele puurheid.

Rand heeft dit slag mensen van superieure rationaliteit duidelijk willen typeren als een soort (Griekse) goden onder de mensen, met verwijzingen naar hun Olympian detachment, de titelvergelijking met Atlas (de titaan die de hele wereld op zijn schouders draagt), en de heroïsche Odyssee die Hank Rearden moet afleggen om nieuw metaal op de wereld te brengen. Het zijn de archetypische Titans of Industry. Een deel van deze titanen is self-made. Zo begon Hank Rearden als kleine jongen met werken in de mijnen. Het andere deel heeft mythische voorouders die generaties geleden de bedrijven hebben opgericht. Nietsontziend ruimden deze voorvaderen de obstakels waar ze tegenaan liepen uit de weg: zo vermoordde Dagny’s voorvader Nat Taggart een politicus die hem tegenwerkte. Nota bene: Nat Taggart was één van de helden Rands’ perspectief.

De looters, zijn naar de universiteit geweest en bedienen zich van postmodernistische pseudo-intellectuele uitspraken zoals ‘the rational is the insane‘ en ‘nothing exists but contradictions’.

Je zou zeggen dat deze übermenschen de macht in handen hebben in Rands’ samenleving, maar dat is niet zo. Rands’ setting is een soort omgekeerde meritocratie, waar alleen de meest incompetente individuen de macht hebben. Dit hypocriete zooitje heeft de mond vol van de  verheven idealen en keurt het egoïsme van de titanen af, maar teert in werkelijkheid op de zak van dezelfde titanen. De looters, zijn naar de universiteit geweest en bedienen zich van postmodernistische pseudo-intellectuele uitspraken zoals ‘the rational is the insane‘ en ‘nothing exists but contradictions’. Waar de titanen graag verantwoordelijkheid willen nemen, willen de looters worden beschermd van elke soort consequentie van hun acties. Ze willen niet worden beoordeeld op resultaat, maar op hun intentie. Waar de titanen vol levensgenot zijn, verheerlijken de looters pijn en lijden en is zelfmedelijden tot nationale sport verheven. Het patroon is duidelijk: de looters hebben precies de omgekeerde persoonlijkheidskenmerken en levensfilosofie als de titanen. Waar de titanen lijken op goden, worden de looters beschreven als ‘bewildered, unhappy children’: ondankbaar, dom, en onzelfstandig.

De parodie voorbij

En nogmaals, aan deze omschrijving van de karakters die figuren in Atlas Shrugged is niks overdreven. Rand lijkt in haar world building ook niet te streven naar het beschrijven van levensechte karakters: de twee typen mensen dienen vooral om haar filosofie op het leven te demonstreren. Doordat er geen enkele nuance in Rand’s boek zit, maakt het de beschrijvingen soms wel nogal potsierlijk. De spoorwegen zijn de slagaders van het land, met de treinen als rode bloedcellen die het land in leven houden. De treinrails zien er prachtig uit door het landschap, en Dagny kijkt geëmotioneerd naar de directheid waarmee de treinrails op hun doel afstevenen. Er worden pittoreske plaatjes geschilderd van skylines vol wolkenkrabbers en glimmende marmeren vloeren van kantoren. Rookwolken in de lucht worden beschreven als prachtige fenomenen. Pareltjes van zinnen komen voorbij: ‘A city is the frozen shape of human courage’. Eén van Rands’ karakters stelt dat de toegang tot de hemel afhangt van je vermogen om geld te verdienen. Ook is er een Reverse Robin Hood die steelt van de armen, om de rijken hun zuurverdiende gestolen belastinggeld in de vorm van goudstaven weer terug te kunnen geven.

Rands’ filosofie

Waarom zou Rand zo’n simplistische wereld willen schetsen, en waarom zijn hier 1100 pagina’s voor nodig? Op de tweede vraag is er helaas geen goed antwoord mogelijk, want Rands’ uitgever was het er ook mee eens dat het boek zeker 500 pagina’s korter had gekund. Het antwoord op de eerste vraag is dat Rands’ gehele boek een soort inleiding was op de 70-pagina lange speech op het einde. In deze speech, die overigens ook zeker korter hard gekund, zet Rand haar filosofie, het objectivisme, uiteen.  Het is een filosofie gebaseerd op rational self-interest, waar leven, en leven voor jezelf, het hoogste goed is. De wereld is uit te leggen in harde ratio en tegenstrijdigheden bestaan niet. Rands’ ideaal voor de VS is het zijn van een land van ‘rede, gerechtigheid, vrijheid, productie en prestatie.’

Geld is voor Rand essentieel in haar filosofie omdat mensen in een samenleving toch met elkaar om moeten gaan. Wanneer een interactie niet op geld gebaseerd is, is het enige alternatief waar mensen op terugvallen het gebruik van dwang en geweld. De overheid zou er volgens Rand alleen moeten zijn om het eigendom en de lichamelijke integriteit van hun inwoners te beschermen. Elke verdere macht die de overheid aan zichzelf toe-eigent, is onrechtmatig en deze macht is enkel gebaseerd op de dreiging van geweld die inherent uitgaat van de overheid. Belasting is diefstal, net zoals het ontlenen van rechten aan behoeften (‘deriving rights from needs’) diefstal is. Op de vraag of niet iedereen een minimum standard of living verdient, antwoordt Rand: ‘provided by whom?’

Waarom denkt Rand dat iedereen die beweert goed te willen doen voor de wereld en daarbij solidariteit predikt een hypocriete parasiet is?

Dit is wat mij betreft een nogal extreme politieke filosofie om aan te hangen. Naast dat deze filosofie waarschijnlijk is ingegeven door Rands’ ervaring met het opgroeien in communistisch Rusland, vind ik het vooral interessant waar Rands’ mensbeeld uit volgt. Hoe dring je door tot Rands’ gedachtenwereld? Waarom denkt Rand dat iedereen die beweert goed te willen doen voor de wereld en daarbij solidariteit predikt een hypocriete parasiet is? Om gevoelsmatig tot enig begrip te komen voor Rands’ denkbeelden, helpt het om jezelf in de volgende situatie wanen. Jij wordt als persoon met een tijdsmachine teruggestuurd naar 10.000 v.C. en belandt in een koud bos.  Hoe ga je in hemelsnaam in je eentje overleven en de samenleving zoals je hem kent weer terug op te bouwen? Wat voor vaardigheden heb je nu daadwerkelijk zelf? 

Het gros van de mensen is individueel compleet hulpeloos. We zijn bijna allemaal bewildered, unhappy children. De gehele samenleving is te danken aan de creators, de great men die de wereld met hun uitvindingen uit het donker hebben bevrijd en die de wereld nu draaiende houden. We rusten allemaal op de schouders van de titanen, die ons beschermen tegen het koude, donkere bos waarin we zouden verkeren als zij de samenleving niet op gang hadden geholpen. En jij moet deze titanen dankbaar zijn dat je mag meeliften op hun grote schouders en dat je nu als klein radar in de samenleving een kantoorbaan kan hebben, zonder zelf de veilige, warme wereld die er nu is te hebben moeten creëren.

Deze meme (niet zelf gemaakt) omschrijft goed het idee dat je als individueel mens eigenlijk helemaal niet zoveel weet of kunt.

Great men

Wat ik hierboven heb beschreven is een versie van de Great Man-theorieën waar aan het einde van de negentiende eeuw veel over gefilosofeerd en gediscussieerd werd. Het idee hierbij is dat het verloop van de geschiedenis grotendeels kan worden verklaard door enkele great men,  die de samenleving in sprongen vooruit hebben geholpen. Deze kijk op de geschiedenis had grote namen achter zich staan, zoals Kierkegaard, Weber, Hegel en (in sommige teksten) Nietzsche. Op deze theorie kwam rond het einde van de negentiende eeuw steeds meer kritiek. Het idee van history from below ontstond, waarbij de loop van de geschiedenis wordt bepaald door kleinere gebeurtenissen en acties in het leven van de gewone man, die zich opstapelen en uiteindelijk massale effecten (zoals revoluties) hebben. Leiders komen in dit proces naar boven drijven, maar hebben de verandering dus niet zelf veroorzaakt.

Welke kijk op de geschiedenis juist is, laat ik aan historici. Wel denk ik dat het een lastige vraag is om wetenschappelijk te beantwoorden. Het is nogal lastig te bewijzen of de great men de omstandigheden hebben geschapen die de geschiedenis hebben veranderd, of dat de omstandigheden van onderop zodanig zijn veranderd dat great men op konden staan. En daarnaast, hoe bewijs je bijvoorbeeld dat als [insert great man] een uitvinding niet had gedaan, dat ofwel niemand deze uitvinding had gedaan, of dat iemand anders de uitvinding juist wel had gedaan? Calculus werd bijvoorbeeld door Newton en Leibniz ongeveer tegelijkertijd ‘uitgevonden’, hetzelfde geldt voor de boekdrukkunst. Zonder Newton was de wereld wellicht helemaal niet zo anders geweest.

Aan de andere kant lijkt het erop dat het schrift in de loop van de geschiedenis maar op enkele plekken is uitgevonden. De geschiedenis had daadwerkelijk een paar honderd jaar ‘vertraagd’ kunnen zijn zonder dat er iemand in Soemerië hiermee kwam. Maar: waren de omstandigheden op het moment in Soemerië niet gewoon zo gunstig, dat het geen great man had gevergd om het schrift uit te vinden, maar gewoon een above average man? De great man-theorie is bijna volledig onfalsifieerbaar, een daarom niet echt wetenschappelijk te noemen.

Creators belonen

Rand kiest nadrukkelijk voor een great man-kijk, niet alleen voor de loop van de geschiedenis, maar ook in een hedendaagse setting, waar enkele great men de samenleving draaiende houden. Op de vraag wie er eigenlijk meer waarde creëert voor de andere: de fabriekseigenaar, of de schoonmaker in de fabriek, antwoordt Rand dat de fabriekseigenaar 100 keer zoveel waarde toevoegt aan het leven van de schoonmaker. Die heeft volgens Rand zonder enige skills, durf, ondernemerszin of initiatief wel gewoon een plek in de samenleving en kan door de fabriekseigenaar toch geld verdienen. De fabriekseigenaar is daarentegen helemaal niet afhankelijk van de schoonmaker. 

Zijn ondernemers dusdanig zeldzaam dat we ze zo dankbaar moeten zijn voor hun moed om een bedrijf op te zetten, en dingen toe te voegen aan de wereld? De arbeidstekorten lijken meer te liggen bij de schoonmakers: ‘voor jou tien anderen’ geldt allang niet meer. En zijn de ondernemers daadwerkelijk de creators? De grote uitvinders, die de wereld verder helpen? Ik zou willen beargumenteren dat de échte creators de wetenschappers zijn. De coronavaccins hadden zonder fundamenteel jarenlang onderzoek van universiteiten niet op de markt kunnen worden gebracht door Phizer, Moderna, en dergelijken. Niet de grote techbedrijven die het internet exploiteren, maar het Amerikaanse ministerie van defensie en een aantal onderzoeksinstituten zijn de uitvinders van het internet. En wat heeft Elon Musk nu zelf uitgevonden?

Rand schetst in Atlas Shrugged een leuke situatie waarbij staalgigant Hank Rearden zonder enige hulp een nieuw soort staal op de markt brengt, of John Galt, die een revolutionaire motor uitvindt. Ze gebruikt dit als argument voor hoeveel de ondernemers de samenleving vooruit helpen, als we ze nou maar gewoon de ruimte hiervoor geven. Ik geloof hier niet zoveel in. Laten we de échte creators iets meer belonen. De wetenschappers. Met iets meer overheidsgeld graag. (Overigens wil ik ook zelf later het onderzoek ingaan. Belangenverstrengeling??)

Rationeel egoïsme en vrijwilligheid als persoonlijke versus maatschappelijke filosofie

Iets anders wat Rand’s maatschappijfilosofie begrijpelijker maakt, is dat Rands politieke filosofie in eerste instantie te lezen is als persoonlijke filosofie. Deze is vervolgens opgepompt tot een politieke filosofie, maar in dat proces, is deze wat groteske vormen gaan aannemen.

Vervolgens heeft Rand wat afslagen gemist bij het vertalen van deze persoonlijke filosofie naar een maatschappelijke.

Rand’s persoonlijke filosofie wordt uitgelegd in Rand’s eerdere boek the Fountainhead. Integriteit, onafhankelijkheid en individualisme zijn daarin de kenmerkende eigenschappen van de ideale man. Deze kenmerken zien we ook terug in de karaktereigenschappen van de titanen die ze in Atlas Shrugged omschrijft. ‘I swear by my life and my love of it that I will never live for the sake of another man, nor ask another man to live for mine’, zweren de grote mannen aan elkaar. Ook in Rands’ omschrijving van de liefde komt het thema dat mensen elkaar niet mogen claimen terug: de grote mannen voelen nauwelijks jaloezie, ook wanneer Dagny de ene man voor de andere inwisselt. Dit is een valide persoonlijke filosofie die een respect naar ieder individu garandeert, alhoewel de filosofie misschien ook een beetje koud is.

Vervolgens heeft Rand wat afslagen gemist bij het vertalen van deze persoonlijke filosofie naar een maatschappelijke. De filosofie dat de ene man niet voor de andere zou hoeven te leven vertaalt zich naar het feit dat belasting betalen het onvrijwillig geven van een aantal uren werk per week aan iemand anders is. Deriving rights from needs, waarbij je wegens jouw need iets van iemand anders denkt weg te mogen nemen , wordt vanuit dezelfde filosofie als immoreel bevonden. Nergens in het boek komt ook maar het idee voor dat júist de onderlinge afhankelijkheid van individuen aan elkaar de maatschappij vormt. Iedereen wordt geacht zelf op eigen benen te kunnen staan, en nooit iets van iemand anders nodig te hebben, of te mogen vragen. Iedereen moet self-made zijn. Dat is niet realistisch op maatschappijniveau: we kunnen niet allemaal de briljante uitvinder-ondernemers zijn die Rand zo vergoddelijkt. En is volgens Rand het feit dat niet iedereen een stoïcijnse hyperintelligente titaan is niet de hele reden waarom we de mensen die dat wél zijn, dankbaar moeten zijn?

En wat gebeurt er wanneer we inderdaad alle instituties die nu door belastinggeld worden betaald, waaronder het onderwijs, zouden afschaffen en particulier zouden maken, en daarnaast het minimumloon en enige vorm van sociaal vangnet zouden afschaffen? Op welke manier zou een briljante toekomstige wetenschapper, geboren in een arm gezin dat geen onderwijs zou kunnen betalen, zijn potentie kunnen waarmaken? Zelfs de meest briljante mensen onder ons worden toch als hulpeloos kind geboren. Een bepaalde basislaag aan voorzieningen en vangnetten zou toch moeten bestaan. En daar heb je toch belastingen voor nodig.

En nee, belasting betalen is inderdaad niet vrijwillig, en daarom diefstal volgens Rand. Maar als je echt zoveel hebt tegen die dwang, zou je prima kunnen verhuizen naar een land waar het overheidsgezag een stukje minder sterk is dan in het Westen. Koop een stuk land, en richt daar je eigen anarchokapitalistische pseudostaat op, zoals de ondernemers in Rands’ boek doen. (Er zijn genoeg cults die dit daadwerkelijk hebben gedaan.) Wil je dat niet? Ook prima. Dan neem ik aan dat je stiekem best blij bent met het voorzieningenniveau in Nederland, en kan ik ervan uitgaan dat je vrijwillig elk jaar het ‘abonnement’ dat je hebt op deze voorzieningen verlengt.

Het boek heeft vaak gelezen als één grote parodie op rechts gedachtegoed.

En hiernaast, in hoeverre is het zou Rands rationeel egoïsme werken op lange termijn? Atlas Shrugged kwam uit in 1957. Het was een tijd van ongelimiteerde groei, waarin Rand de ruimte zag om staalfabrieken, rookwolken en motoren als symbolen van deze groei te verheerlijken. Inmiddels weten we dat er grenzen aan deze groei zitten en dat de aarde vervuild, uitgeput en oververhit aan het raken is. Zou Rand beargumenteren dat rationeel egoïsme ook werkt wanneer het langetermijnbelang (de aarde beschermen) en het kortetermijnbelang (groei, veel uitstoot, veel winst) lijnrecht tegenover elkaar staan? Zouden ondernemers volledig vrijwillig, zonder enige vorm van dwang van de staat, keuzes maken om de aarde te beschermen en in goede staat achter te laten voor hun kinderen? Ik heb daar niet zoveel vertrouwen in.

Onder de streep

Zelfs met 1100 pagina’s is het Atlas Shrugged niet gelukt me ook maar een beetje te overtuigen. Sterker nog: Ik denk dat ik linkser ben geworden. En dat is ook niet verbazingwekkend, want het boek heeft vaak gelezen als één grote parodie op rechts gedachtegoed. Het is jammer dat Rand zichzelf zo serieus nam. Zo serieus, dat hoe serieus Rand zichzelf nam, ook als parodie leest. Om maar een voorbeeld te noemen, dit schreef Rand zélf over haar boek Atlas Shrugged:  ‘If creative fiction writing is a process of translating an abstraction into the concrete, there are three possible grades of such writing: translating an old (known) abstraction (…) through the medium of old fiction means … – this is most of the popular trash; translating an old abstraction through new, original fiction means – this is most of the good literature; creating a new, original abstraction and translating it through new, original means. This, as far as I know, is only me – my kind of fiction writing.’

Samenvattend vind ik Rands’ dankbaarheid aan de ondernemers van de wereld misplaatst en Rands’ persoonlijke filosofie totaal ongeschikt als maatschappelijke filosofie. Zaken als klimaatverandering demonstreren dat nog maar eens. Met de treinramp in Ohio in mijn achterhoofd, heb ik ook niet dezelfde positieve associatie als Rand met de begrippen ‘treinrails’, ‘grote rookwolken’, en ‘een gebrek aan regels en overheidsinterventie’. En met streekvervoer- en vuilnismannenstakingen van de afgelopen weken ben ik er ook des te meer van overtuigd dat niet de ondernemers de maatschappij draaiende houden, maar andersom. De échte great men die we dankbaar moeten zijn, zijn de vuilnismannen en buschauffeurs. Ja, dat is een vieze linkse conclusie. Had Ayn Rand maar een beter boek moeten schrijven.


Bron foto: Unsplash

Wil jij ook meewerken aan de DEMO of op de hoogte blijven van alle nieuwe artikelen? Neem dan contact op met de hoofdredactie.

Geef een reactie