Acht maanden. Zo oud was ik toen ik uit Addis Abeba naar het koude maar o zo mooie Nederland kwam. Ik was trots en dankbaar mij vanaf 2003 officieel Nederlander te mogen noemen. Zoals je begrijpt houd ik de gebeurtenissen in mijn vaderland op de voet in de gaten. Het doet mij pijn dat het land waar ik zielsveel van hou en het levenslicht heb gezien opnieuw in een kritieke toestand verkeerd. Helaas is de kans groot dat jij nog niks of geringe informatie tot je heeft gekregen over deze situatie. Daarom voel ik de morele plicht om je mee te nemen in de huidige situatie van mijn geliefde vaderland.
Bram van den Heuvel
Vijf miljoen
Vijf miljoen. Dat is het aantal mensen dat is ondervoed door de situatie in de Ethiopische regio Tigray. Al anderhalf jaar heerst er een oorlog in deze regio die een politieke oorsprong heeft. Hiervoor moeten we terug naar de coronatijd, want vanwege de pandemie werden de verkiezingen in Ethiopië uitgesteld. Het land zou dus nog even onder het bewind vallen van president Abiy Ahmed. Alleen liet de partij die de leiding had in de noordelijke regio Tigray de regionale verkiezingen gewoon doorgaan.
De TPLF ( Tigray People’s Liberation Front) had jarenlang de macht in Ethiopië, maar door de komst van president Ahmed werd hen die macht ontnomen. Het is dus niet opmerkelijk te noemen dat deze politieke partij de president de rug heeft toegekeerd. Na deze regionale verkiezingen kwam de president van het Afrikaanse land met een reactie. De regionale verkiezingen werden ongeldig verklaard door de president. Dit had tot gevolg dat beide partijen elkaar niet meer erkenden. De spanningen liepen zelfs zo hoog op dat de troepen uit Tigray een aanval begonnen op het hoofdkwartier van het Ethiopische leger in de hoofdstad van Tigray op 4 november 2020 te Mek’ele.
Kwaad tot erger
Sindsdien is de situatie in Tigray geëscaleerd. Met hulp van buurland Eritrea probeert de regering in Ethiopië de rust in deze regio terug te laten keren. Alleen door de historische geschiedenis van het buurland (tot 1993 behoorde Eritrea tot Ethiopisch grondgebied), waar ironisch genoeg juist veel mee is gevochten met de landsgrenzen als inzet. En laat juist in deze cruciale tijd de TPLF de macht hebben in het Ethiopië. Je snapt dat de hulp van Eritrea aan Ethiopische kant niet tot toenadering, maar juist tot afscheiding leidt tussen beide partijen.
Ondanks de politieke en diplomatieke onrust leidt met name de bevolking van Tigray onder deze situatie. De afschuwelijke beelden van mensen die redeloos en ondervoed zijn gaan onder mijn huid zitten. Mensenrechten worden geschonden waar je bijstaat. Het is een oorlog zonder genade. Gelukkig worden deze misdaden door sommige instituties wel gezien. De VN-Mensenrechtenraad heeft een resolutie aangenomen. In deze resolutie roept men op tot een onmiddellijke stopzetting van mensenrechten in de noordelijke regio van Ethiopië (Tigray).
Waar is de media-aandacht?
Voor het grote publiek blijft dit alles echter onder de radar. Wellicht dat je voor het lezen van dit artikel nog nooit van deze oorlog hebt gehoord. “Zwarte oorlogsslachtoffers krijgen minder aandacht dan witte’, aldus Tedros Adhanom Ghebreyesus, de baas van de WHO (Wereldgezondheidsorganisatie). En ik kan dit helaas alleen maar met hem eens zijn. We leven anno 2022 nog in een wereld, waarin er eerder wordt meegeleefd met mensen waar wij ons in kunnen herkennen (de witte man of vrouw) dan in iemand die verder van onze levens afstaat (de donkere man of vrouw).
Ik hoop dat we wat vaker over onze landsgrenzen heen gaan kijken en wat meer van iemand willen leren die wat verder van onze culturele identiteit afstaat. Alleen op deze manier kunnen we elkaar beter begrijpen en elkaar helpen in nood. Want niet alleen Oekraïners roepen om hulp, maar ook Ethiopiërs! Vergeet hen niet en sta als Nederlandse overheid ook open en transparant tegenover deze groepering als het gaat om immigratie of ontwikkelingshulp. Alleen op deze wijze van handelen kunnen we niet Nederland, maar de wereld vanuit Nederland een stukje mooier maken!
Door: Bram van den Heuvel
Bron foto: ANP