Nederland staat op een t-splitsing als het gaat om de privatisering van de bijles in het onderwijs. Bedrijven die bijles aanbieden schieten namelijk als paddenstoeltjes uit de grond. In 2007 waren er nog maar 5.000 bijlesbedrijven, maar vorig jaar kende ons land al 14.000 bedrijven die kinderen na schooltijd bijspijkeren. Is die privatisering van bijles een probleem, of gaan we voorbij aan de essentie ervan? Ik sprak erover met natuurkundedocent Wouter Jansen aan het Vrijzinnig Christelijk Lyceum.
Bram van den Heuvel
Tandje bijzetten
Eerst nog wat achtergrond. Uit de laatste cijfers van het CBS komt naar voren dat er 320 miljoen euro werd uitgegeven aan huiswerkbegeleiding in 2019. Dit is de omgekeerde realiteit met 1995, toen er nog maar 26 miljoen werd uitgegeven aan bijspijkeruren. Volgens de heer Cihangir kunnen we deze ontwikkeling scharen onder het verval van Nederland als verzorgingsstaat. De hoogleraar in de sociale psychologie bepleitte in het Parool enkele maanden terug dat het onderwijs broodnodig toe is aan meer socialistisch beleid. De marktwerking zou op geen enkel terrein een positief effect geven op de samenleving. Gaat hij niet voorbij aan de essentie van bijles?
Het doel van bijles is immers het verder brengen van leerlingen die het in de reguliere schooltijd niet bij kunnen benen op bepaalde onderdelen. Door middel van deze ondersteuning komen deze leerlingen weer terug op het niveau waar ook hun klasgenoten zitten. Is dat niet juist socialistisch? Of ligt de kern van het probleem heel ergens anders, namelijk dat niet leraren uit de publieke sector, maar juist bedrijven mensen aanleveren die deze leerlingen verder helpen?
Langetermijntekorten
Ook de kwaliteit van onderwijs is een punt van discussie. Want je hoeft geen papiertje te hebben om leerlingen bij te spijkeren. Anderzijds is de hulp van bijlesbedrijven misschien wel broodnodig. De leraren hebben hun handen vol aan hun eigen werkzaamheden, laat staan om daar ook nog een paar uur bijles bij te geven. Dat dit onhaalbaar is voor de docenten van nu, benadrukt ook natuurkundedocent Wouter Jansen. Hij maakt zich net als vele andere docenten zorgen over de privatisering in het onderwijs. Volgens hem is bijles wel degelijk nodig, maar moet dit zeker niet de norm worden in het onderwijs. Er wordt volgens hem te weinig gekeken naar het werkelijke probleem: het lerarentekort. Jansen vindt dat het grote tekort te weinig belicht wordt in het nieuwe regeerakkoord. Het vorige kabinet hield zijn oogkleppen op, gaat Rutte IV wél zijn ogen openen voor dit nijpende probleem?
Je hoeft geen papiertje te hebben om leerlingen bij te spijkeren
Het Nationaal Programma Onderwijs was de kans geweest om geld te steken in deze tekorten. Helaas kozen scholen, mede door de korte tijd waarin dit geld uitgegeven moest worden,voor andere uitgaven. Zij besteden nu geld aan het uitbesteden aan bijlesinstituten, die de leerlingen moeten gaan helpen hun corona-achterstanden weg te werken. Dit zou je kunnen scharen tot een kortetermijnoplossing, want wat als al deze NPO-gelden straks op zijn? Kunnen alleen de leerlingen die ouders hebben met voldoende inhoud in hun portemonnee bijles blijven volgen? En wordt bijles dan weer een onderonsje van (het kroost van) de elite? Het is dan te hopen dat de bijlesbusiness ook morele motieven heeft, in plaats van commerciële alleen.
In ieder geval wordt het onderwijs op dit moment gezien als een plek waar je als bedrijf kan groeien, in plaats van waar elke leerling zijn of haar talenten kan ontwikkelen en waar het niet uitmaakt of je bijles nodig hebt. Daarom lijkt het mij verstandig dit schaduwonderwijs ook daadwerkelijk als een schaduwprobleem te zien. Dit is een probleem dat een donkere schaduw vormt boven ons onderwijsstelsel. Investeer in het publieke onderwijsstelsel, waardoor er straks nog geringe bijles nodig is vanuit deze instituten. Dan komt er na donkere tijden weer zonneschijn boven ons prachtige onderwijsstelsel!
Door: Bram van den Heuvel
Bron foto: ”Scholen op de kaart”, verkregen via Creative Commons-license.