Stelling van de Stichting: Tijd voor een Europese WW-uitkering.

Hoort bij een Europese interne markt één gezamenlijke werkloosheidsuitkering? De ‘sociale EU-top’ in Porto van afgelopen mei wakkerde de interesse voor dit onderwerp aan. Naast het vrije verkeer van personen, goederen, diensten en kapitaal zou één Europese ww-uitkering niet eens zo gek lijken. Zeker niet in het licht van de corona-steunpakketen en de discussies over de Europese transferunie. Hoe denken de JD’ers hierover?

De stelling van de Hans van Mierlo Stichting luidt:

“Bij een Europese interne markt hoort een Europese werkloosheidsuitkering.”

Het ligt eraan waar je woont

De sterke verschillen in de kosten van levensonderhoud tussen de lidstaten maakt een gedeelde werkloosheidsuitkering met een vast bedrag onpraktisch. Daarom moet het aanpasbaar zijn per regio. Een Europa wijde minimumeis voor uitkeringen en het gelijktrekken van regels tussen de lidstaten is dus mijn voorstel voor een Europese werkloosheidsuitkering. Deze minimumeis zou dan een percentage zijn van de levensonderhoudskosten van de regio waar de ontvanger woont. De ontvanger krijgt dus altijd genoeg geld om rond te komen in zijn woonplaats/regio. Als de ontvanger verhuist naar een andere regio wordt de uitkering automatisch aangepast naar de leefkosten in die plek. Dit zou de Commissie dan kunnen betalen uit een gedeelde pot in tegenstelling tot een vast bedrag per maand.

Als je wel een vast bedrag per maand zou geven krijg je de situatie dat een uitkering veel hoger is dan het gemiddelde loon in een arm gebied of hij is veel te laag om in een rijke regio te kunnen overleven. Daarnaast zorgt een regio-afhankelijke uitkering er voor zorgen dat verhuizen binnen de EU naar een regio waar wel werk is een mogelijkheid wordt voor werkloze Europeanen.

Dit systeem zou zelfs binnen veel landen beter kunnen werken. Op dit moment merk je al dat armen uit de Randstad worden weggedreven door stijgende kosten. Dit zou met een gelijke werkloosheidsuitkering voor heel Europa alleen maar erger worden. De armen trekken weg naar de periferie waardoor de verschillen in de EU alleen maar groter worden.

De sterke verschillen in de kosten van levensonderhoud tussen de lidstaten maakt een gedeelde werkloosheidsuitkering met een vast bedrag onpraktisch. Daarom moet het aanpasbaar zijn per regio. Een Europa wijde minimumeis voor uitkeringen en het gelijktrekken van regels tussen de lidstaten is dus mijn voorstel voor een Europese werkloosheidsuitkering. Deze minimumeis zou dan een percentage zijn van de levensonderhoudskosten van de regio waar de ontvanger woont. De ontvanger krijgt dus altijd genoeg geld om rond te komen in zijn woonplaats/regio. Als de ontvanger verhuist naar een andere regio wordt de uitkering automatisch aangepast naar de leefkosten in die plek. Dit zou de Commissie dan kunnen betalen uit een gedeelde pot in tegenstelling tot een vast bedrag per maand.

Als je wel een vast bedrag per maand zou geven krijg je de situatie dat een uitkering veel hoger is dan het gemiddelde loon in een arm gebied of hij is veel te laag om in een rijke regio te kunnen overleven. Daarnaast zorgt een regio-afhankelijke uitkering er voor zorgen dat verhuizen binnen de EU naar een regio waar wel werk is een mogelijkheid wordt voor werkloze Europeanen.

Dit systeem zou zelfs binnen veel landen beter kunnen werken. Op dit moment merk je al dat armen uit de Randstad worden weggedreven door stijgende kosten. Dit zou met een gelijke werkloosheidsuitkering voor heel Europa alleen maar erger worden. De armen trekken weg naar de periferie waardoor de verschillen in de EU alleen maar groter worden.

Concluderend: voor iedereen een uitkering die past bij de woonplaats.

Door: Tjalle Borgers. Hij is actief bij de werkgroep Europese Unie en begint in september aan een opleiding Creative Media en Game Technologies.

Hoort niet op Europees niveau

Allereerst is sociaal beleid een nationale competentie en dat met goede rede. Lidstaten zijn zelf het best in staat om een fijnmazig net van sociaal beleid op te tuigen dat past binnen hun eigen culturele en historische ontwikkeling. De verschillende beleidsprogramma’s die deel uitmaken van de sociale zekerheid, o.a. de werkloosheidsuitkering, worden vaak uiterst minutieus en in samenhang afgemeten, dergelijk maatwerk is moeilijk centraal te voeren vanuit Brussel zonder enorm in te grijpen in het nationale beleid.  Daarnaast lopen de economieën van de verschillende lidstaten te ver uiteen om vanuit Brussel een passende vormgeving te bepalen voor een dergelijke uitkering. Het is overigens in het algemeen al mogelijk om je uitkering mee te nemen naar het buitenland binnen de EU, dus het is maar de vraag welk probleem een Europese uitkering oplost. 

Als je verdere Europese economische integratie wil aanzwengelen, kijk dan naar een permanentere versie van het corona herstelfonds, maar dan met een grotere focus op transnationale projecten. Hervormingen in ruil voor financiële solidariteit is een betere manier om de Europa economisch sterker te maken en beter te integreren. 

Daarnaast kunnen we nog meer inzetten op het stroomlijnen van het meenemen van je sociale zekerheid binnen de EU. Er ligt potentie voor de EU om een aanvullende rol te spelen bij sociaal beleid, gezien de grote arbeidsmobiliteit die de interne markt mogelijk maakt. Maar een Europese werkloosheidsuitkering is hier geen goed middel voor.

Door Lars Gerrits. Hij is student Bestuurskunde in Den Haag en was afgelopen jaar portefeuillehouder Economie. Komend jaar is hij bestuurslid Politiek in het landelijk bestuur.

Eerst de andere problemen

De Europese droom is groot en blijft maar groeien. Wij Europese burgers genieten nu reeds twee decennia de euro, een sterke interne markt en een groeiende culturele eenheid. Dan klinkt de vraag of een Europees minimumloon niet een standaard moet worden steeds luider. Dit klinkt prachtig, toch gaat het in realiteit een heel gewaagde keuze zijn en lijkt het mij slimmer als de focus eerst op stabiliteit in de EU wordt gelegd. De institutionele impact gaat namelijk het grootst zijn in de landen waar de kwantitatieve impact het laagst gaat zijn en omgedraaid.

Dit komt doordat landen met een minimumloon dat in overleg met sociale partners is opgesteld op sectorniveau meestal een hoger minimumloon uitkeren dan de landen met een nationaal minimumloon. Deze laatste hebben een kleiner aandeel bij laagbetaalde werknemers op de werkvloer en daarmee is het dus op dit moment niet in evenwicht. Stabiliteit is een eis voor de EU om zo’n ambitieus plan er doorheen te loodsen. Op dit moment zijn er eerst andere zorgen die aangepakt moeten worden.

Door Derk Bremer.


Lijkt het jou ook leuk om te reageren op stellingen in deze rubriek? Mail dan snel dat je mee wil doen naar hoofdredactiedemo@jongedemocraten.nl , o.v.v. Stelling van de Stichting. Wie weet sta jij de volgende keer op de site!

Omslagfoto: Eurosculptuur in Frankfurt. Bron: Ra’ike, Wikimedia Commons.

Geef een reactie