“Geen kind buiten spel”, was een beoogd doel toen het Rijk de verantwoordelijkheid voor de jeugdzorg in 2015 overdroeg aan de gemeenten. Maar helaas, niets is minder waar. Nu, zes jaar later, lopen de wachttijden voor specialistische jeugdhulp op. Soms tot meer dan een jaar. In de meest schrijnende gevallen zijn deze zelfs nog veel langer. Het kabinet trekt nu eenmalig de portemonnee, zal het helpen?
Ingezonden opinieartikel van Naomi Seldenthuis
De 613 miljoen euro die het kabinet dit jaar uittrekt voor de jeugdzorg is hard nodig. Maar zoals staatssecretaris Blokhuis al stelt, verlicht het de druk op de jeugdzorg slechts tijdelijk. Op de lange termijn is er nog veel meer werk aan de winkel. Overbruggingshulp is één van de middelen die gemeenten op korte termijn zullen moeten inzetten om te voorzien in ondersteuning, terwijl we op de lange termijn werken aan structureel betere jeugdzorg.
Overbruggingshulp?
Overbruggingshulp is ondersteuning die ervoor kan zorgen dat de problemen waar jongeren mee te maken hebben niet verergeren tijdens het wachten. Het kan hierbij gaan om wijkteams of jeugdhulpaanbieders die met de patiënten in gesprek gaan tijdens het wachten op een behandeling. Iemand komt in aanmerking voor overbruggingshulp als de wachttijd langer is dan wat als ‘redelijk’ is vastgesteld. Helaas is dat vaak het geval. Met name voor complexe jeugdhulp stapelen wachttijden zich al snel op.
De gemeenten bieden overbruggingshulp nu maar voor een korte periode aan. Waarna jongeren weer op zichzelf aangewezen zijn. Het is al een kwalijke zaak dat jongeren zo lang moeten wachten op hulp. Kwalijker is het misschien nog wel dat er niet naar ze omgekeken wordt, zelfs niet wanneer we ons er bewust van zijn dat ze hulp nodig hebben. Tygo Gernandt, bekend als acteur en programmamaker, maakte vorig jaar een serie over de psychiatrie. Een van de jongeren die hij volgde zei het heel treffend: “Ze laten me gewoon doodgaan voor ik behandeld ben.”
Overbruggingshulp verbeteren en structureel aanbieden
Het nieuw vrijgekomen geld is een goed startpunt voor gemeenten om de overbruggingshulp te verbeteren en haar stap voor stap structureel aan te bieden. Allereerst kan overbruggingshulp voorkomen dat de problemen tijdens het wachten verergeren. Jongeren geven aan dat ze tijdens het wachten in een gat vallen en niet weten waar ze aan toe zijn.
Uit een rapport van de kinderombudsman van Rotterdam blijkt daarnaast dat jongeren het fijn zouden vinden als ze een vast aanspreekpunt hebben. Precies wat overbruggingshulp kan bieden: een soort maatje waar ze te allen tijde terecht kunnen en ook echt een band mee opbouwen. En juist die vertrouwensband is zo belangrijk voor een goede hulpverlenersrelatie. Met overbruggingshulp voelen jongeren zich minder in de steek gelaten in de tijd waarop ze wachten op hulp en versterk je de positie die ze in het proces innemen.
“Een eenmalige investering voor gemeenten die al jaren flink in de knel zitten is zeer welkom, maar het is een illusie te denken dat het voldoende is om de vergevorderde problematiek in de jeugdzorg volledig op te lossen.”
Om dit te verwezenlijken zijn mensen nodig die zich willen inzetten voor jongeren, naar ze willen luisteren en een helpende hand bieden daar waar nodig. Dit kunnen bijvoorbeeld vrijwilligers zijn.
De gemeente Rotterdam zet al de eerste stappen in de goede richting. Ze subsidieert de organisatie ‘de Rotterdamse Douwers’: Rotterdammers die zich belangeloos inzetten om samen met de jongeren te werken aan het terugvinden van structuur in hun leven. Dit is nog geen exacte overbruggingshulp, maar wel een goed voorbeeld van hoe we het kunnen aanpakken. De Rotterdamse Douwers biedt ondersteuning op het gebied van financiën, gezondheid en wonen aan kwetsbare jongeren. Ze laten hiermee zien dat het mogelijk is op een laagdrempelige manier hulp te bieden aan hen die dat nodig hebben. Zonder dat het altijd onwijs veel geld kost. Door meer soortgelijke initiatieven te steunen en op te richten, kunnen we ook de jongeren die wachten op specialistische hulp een luisterend oor bieden.
Ook voor ouders
Niet alleen voor de jongeren, maar ook voor de ouders prettig als de overbruggingshulp goed geregeld is. Net als de kinderen voelen de ouders zich vaak machteloos in het gehele proces. Misschien soms zelfs meer. Ze moeten toekijken hoe het vaak steeds slechter gaat met hun kind. Bovendien moet er naast de -vaak intensieve- zorg voor hun kind ook gewerkt worden. Ondersteuning in de tijd waarin gezinnen wachten op hulp kan de ouders verlichting bieden en draagt zo bij aan het welzijn van het hele gezin.
Veel mensen zullen denken: ‘Waarom gebruiken we dit geld niet om de wachttijden te verkorten?’ Daar lijkt me nu geen goed idee. Ja de wachttijden voor specialistische jeugdzorg moeten we terugdringen, maar ze zullen op de korte termijn niet verdwijnen. Een eenmalige investering voor gemeenten die al jaren flink in de knel zitten is zeer welkom, maar het is een illusie te denken dat het voldoende is om de vergevorderde problematiek in de jeugdzorg volledig op te lossen.
De vraag binnen de jeugdzorg is al jaren groter dan het aanbod. Het kan nog erg lang duren voor dit verandert en dat terwijl de groep waar we het over hebben ontzettend kwetsbaar is en alle geboden hulp nu kan gebruiken. Ook wanneer de wachttijden misschien van een jaar naar zes maanden gaan, doet wachten op hulp nog steeds niemand goed. En dat is precies waar overbruggingshulp uitkomst biedt.
Oproep aan gemeenten
Kortom, er is nog veel nodig om alle problematiek in de jeugdzorg op te lossen. In de tijd waarin we hier aan werken biedt overbruggingshulp de nodige ondersteuning aan zowel jongeren als hun ouders. Nu er extra geld vrijkomt voor de jeugdzorg is actie raadzaam. Het is dan wel een pleister op een bloedende wond, maar geen hulp bieden is niet langer een optie. Dit is een oproep aan alle gemeenten om het belang van overbruggingshulp serieus te nemen en hier structureel in te investeren. Deze jongeren hebben alle mogelijke hulp nodig. We kunnen ze niet langer buiten spel laten staan.

Brom omslagfoto: Naomi Seldenthuis
Fantastisch onderbouwd stuk heb je geschreven Naomi.
Wij zijn trots op jou, je Opa Henk en Oma Emmy