Wijkaanpak nog onvoldoende om Nederland van het gas af te krijgen

Alle ruim 8 miljoen Nederlandse gebouwen moeten volgens het klimaatakkoord in 2050 klimaatneutraal zijn. Dit is een monsterklus waar de gemeenten voor verantwoordelijk zijn, maar ze liggen niet bepaald op schema. 

Bas Buise

Om in 2050 alle Nederlandse huishoudens klimaatneutraal te krijgen, zal het overgrote deel ‘van het gas af’ moeten. Bewoners gebruiken dan geen aardgas meer om te verwarmen en te koken, maar bijvoorbeeld elektriciteit of (in de toekomst) waterstofgas. In het klimaatakkoord is afgesproken dat de gemeenten de regie hebben over de transitie daarnaartoe. Een rol waarbij nieuwe ‘kennis, expertise en competenties’ voor de gemeenten nodig zijn, zo staat beschreven. Dat het geen eenvoudige opgave is, was toen al duidelijk. Het aantal haken en ogen blijkt alleen groter dan in het klimaatakkoord gedacht. 

Het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) is in 2019 een proef gestart om de benodigde kennis voor de zogenaamde ‘warmtetransitie’ te vergaren. Dat doen ze binnen het Programma Aardgasvrije Wijken (PAW), waaraan enkele tientallen Nederlandse gemeenten met een wijk meedoen. De gemeenten moeten voor deelname met een plan komen waarin ze laten zien hoe ze een hele wijk aardgasvrij maken. Met behulp van subsidie kunnen ze hun plan dan realiseren. 

Alleen, een recent onderzoek van het Economisch Instituut voor de Bouw (EIB) laat zien dat er tot nu toe weinig vooruitgang is geboekt in dit programma. Geen enkele wijk ligt op schema met hun oorspronkelijke plan. Van de dertien wijken die meedoen, zijn er slechts vier die daadwerkelijk enkele aardgasvrije huizen hebben opgeleverd. 

“Vanuit het klimaatakkoord werd er erg gestuurd op de wijkgerichte oplossing,” zegt Taco van Hoek, directeur van het EIB, aan de telefoon. “Dat kan ook wel de oplossing zijn, maar niet in alle gevallen.” Het is volgens Van Hoek verstandig om meer ruimte te maken voor individuele oplossingen. Dat is volgens hem nodig, om de warmtetransitie haalbaar en betaalbaar te houden.

Kwartet van oponthoud

Het EIB wijst in haar rapport vier problemen aan die de wijkgerichte aanpak vertragen. Ten eerste kan het achterblijven van technische ontwikkelingen vertraging veroorzaken. Bijvoorbeeld in een Tilburgse en Utrechtse wijk, waar de oorspronkelijk geplande techniek om van het gas af te gaan tijdens de uitvoering helemaal werd verwisseld voor een andere. 

Het smalle aanbod van alternatieve technieken valt de gemeenten ook tegen. Het lukt ze niet altijd om een geschikt bedrijf te vinden die bijvoorbeeld een warmtenet (een soort centrale verwarmingssysteem voor een hele wijk) wil exploiteren. Gemeenten hebben daar bovenop soms onvoldoende inzicht in de kosten, wat de situatie verergert. Een warmtebedrijf kan daar misbruik van maken als ze al een warmtenet hebben in de buurt van de wijk. Een bestaand netwerk kunnen ze eenvoudig uitbreiden. Dat geeft ze een voorsprong op concurrenten. In enkele gevallen bleek zo’n warmtebedrijf met een (te) sterke marktpositie niet transparant over de kosten, wat onzekerheid oplevert bij de betrokken gemeente en dus de transitie vertraagt. 

“We komen er niet door alleen maar woningen volledig van het gas af te halen”

Taco van Hoek – directeur EIB

Juridisch ‘gedoe’ in vele vormen is ook regelmatig een obstakel. Zo bleek dat het financieren van sommige proeftuinen onder staatssteun viel. Deze problemen zijn dan opgelost met behulp van een ingehuurde juridisch expert, wat weer extra kosten meebracht. Daarnaast is er geen wettelijke grondslag om huizen verplicht aardgasvrij te maken. Dit maakt het voor de gemeenten erg lastig om hele wijken van het gas af te halen. Elke huiseigenaar kan in principe weigeren om mee te gaan in de transitie, en de gemeente heeft dan geen poot om op te staan.  

Dat een huiseigenaar weigert mee te gaan in de transitie, is bovendien niet ondenkbaar. De overstap van gas naar iets anders kan ongewenste gevolgen hebben achter de voordeur. Dit vormt het vierde obstakel. Het blijkt dat inwoners van een wijk vaak wel willen verduurzamen, maar geen zin hebben in de overlast en het gedoe van een verbouwing, of grote financiële kosten. De combinatie met de andere problemen beperkt het draagvlak verder. 

Individuele aanpak

Wanneer er veel beren op de weg zijn voor een collectief wijkplan, kan een individuele aanpak per huis een oplossing bieden. Hierbij kan de overheid inzetten op technieken die in veel huizen toepasbaar zijn, zegt Van Hoek: “Denk aan subsidieregelingen voor isolatie of op hybride warmtepompen.” De regie komt volgens hem dan wel meer bij het Rijk te liggen: “Het ligt niet voor de hand om iedere gemeente daar een ander soort subsidieregeling voor te laten ontwikkelen. Dat kan heel goed vanuit de Rijksoverheid.”

Aan subsidie voor isolatie en het gebruik van een hybride warmtepomp zit wel een belangrijke kanttekening. Door je huis te isoleren stop je niet met het gebruik van aardgas, je vermindert het alleen. En een hybride warmtepomp gebruikt per definitie aardgas, alleen minder dan een gewone CV-ketel. Het is daarom een politieke afweging om hierop in te zetten. “Er zijn mensen die vinden dat dit een beetje half werk is,” zegt Van Hoek. “Aan de andere kant is het wel een manier waarop je heel effectief in staat bent om het gasgebruik terug te dringen.”

Kostenplaatje

De kosten om een wijk van het gas af te halen, zijn in die afweging belangrijk. Warmtenetten zijn duur ten opzichte van isoleren en het gebruik van een hybride warmtepomp. Terwijl je met die laatste ook een flinke afname in CO2-uitstoot kunt realiseren, legt Van Hoek uit. 

De inzet van isolatie en de hybride warmtepomp is volgens het EIB onontbeerlijk om ons klimaatdoel van 2030 (49% CO2 reductie ten opzichte van 1990) te halen. “We komen er niet door alleen maar woningen volledig van het gas af te halen,” zegt Van Hoek. Om de kosten voor 2030 niet te hoog te laten oplopen en draagvlak te behouden, kunnen we volgens Van Hoek niet zomaar de technieken die slechts minder CO2-uitstoot realiseren uitsluiten. Het beste is dan, volgens hem, de vijand van het goede.

Uitstel

Na 2030 zal de CO2 uitstoot van het land verder moeten dalen om uiteindelijk klimaatneutraal te zijn in 2050. Isolatie van huizen helpt om dat doel te halen, maar de hybride warmtepomp, die draait op aardgas, zal dan uiteindelijk ook weer weg moeten. Dat hoeft alleen geen probleem te zijn zegt Van Hoek, omdat deze pomp zo’n 15 jaar meegaat. Zo zou je een huis van het gas af kunnen halen op het moment dat de warmtepomp toch moet worden vervangen. Dat betekent wel dat je met een hybride warmtepomp de uiteindelijke rekening voor het gasvrij maken verder de toekomst in schuift.

Het zal volgens het EIB gemiddeld € 40.000 kosten om een woning in Nederland van het gas af te halen. Er ligt dus nog een flinke financiële opgave voor alle huizen bij elkaar. Ook al voor 2030. “Dat is één van de redenen om je af te vragen of je met alle gebouwen net zo ver moet reiken als op sommige andere terreinen waar het veel kosteneffectiever kan. Het sluiten van een paar kolencentrales hakt er enorm in. De kosten daarvan zijn ook vele malen lager dan wat wij in de gebouwde omgeving moeten betalen om hetzelfde te bereiken,” aldus Van Hoek.


Bron omslagfoto: Flickr – Roel Wijnants, Aardwarmtestation Leyweg Den Haag

Jouw bijdrage ook in de DEMO? Neem nu contact op met de hoofdredactie. Om een artikel geplaatst te krijgen heb je geen journalistieke ervaring nodig, maar vooral enthousiasme. De verdere invulling vindt plaats in overleg.

Geef een reactie