De #stemopeenvrouwcampagne is een van de meest succesvolle campagnes uit de Nederlandse politiek op dit moment. Bij bijna elke lokale, provinciale en landelijke verkiezing worden extra vrouwen tot onze volksvertegenwoordiging verkozen. Het succes van de actie dreigt nu echter vooral voor minder diverse politieke vertegenwoordiging te zorgen.
Wimer Heemskerk
Drie kandidaten die anders (op basis van het aantal behaalde zetels van hun partij) niet verkozen zouden zijn, zijn dat dankzij hun voorkeurstemmen wel. Alledrie zijn dit vrouwen. Mooi nieuws, want de vertegenwoordiging van vrouwen in de Tweede Kamer moet nog altijd beter. Slechts 59 van de leden van de nieuwe Tweede Kamer zijn vrouw (tegenover 91 mannen dus).
Hoe Jesse Klaver bijna een single man werd
Wie echter iets verder inzoomt krijgt een meer genuanceerd beeld. De drie vrouwen werden namelijk allen verkozen voor een linkse partij: Marieke Koekkoek voor Volt, en Lisa Westerveld en Kauthar Bouchallikht voor GroenLinks. Aan de links-progressieve kant van het spectrum is de verdeling echter al vrijwel gelijk. PvdA (5 van de 9 vrouw), GroenLinks (5 van de 8 vrouw), Volt (2 van de 3 vrouw), PvdD (4 van de 6) en D66 (10 van de 24). Samen zijn 26 van de 50 kamerleden van links-progressieve partijen dus vrouwen.
Het had weinig gescheeld (1000 en 2000 stemmen respectievelijk) of ook GroenLinks-kandidaten Laura Vissenberg en Stephanie Bennett hadden ook een voorkeurszetel gehaald. Dit zou ten koste zijn gegaan van twee verkozen GroenLinks-kamerleden die niet genoeg voorkeurstemmen ontvingen: Bart Snels en Tom van der Lee. Niet geheel toevallig naast Jesse Klaver de enige overgebleven mannen in de fractie, met als gevolg dat de fractie van GroenLinks bijna uit slechts 1 man en 7 vrouwen had bestaan. Daar kwam GroenLinks dus goed weg, zou je denken. Immers, zoals de #stemopeenvrouw campagne op haar site stelt: diversiteit draagt bij aan kwaliteit. Tijd voor een #stemopeenman-campagne bij GroenLinks?
De campagne #stemopeenvrouw heeft ervoor gezorgd dat de aandacht voor goede politieke vertegenwoordiging van vrouwen enorm is toegenomen bij een bepaalde doelgroep. Links-progressieve partijen doen meer dan ooit hun best om te zorgen voor diverse en representatieve lijsten. Logisch: het is ook vooral de achterban van deze partijen die hun stemgedrag heeft aangepast. Door de wens om meer diversiteit te beperken tot een strategische stem op de eerste vrouw op een niet-verkiesbare plek, verbetert er echter weinig aan de brede representativiteit en diversiteit van de Kamer. Ten eerste omdat het effect hiervan beperkt blijft tot links-progressieve partijen, ten tweede strekt diversiteit verder dan de man/vrouw verdeling.
#stemopeenrechtsevrouw
Bij het CDA, de PVV en Forum voor Democratie zouden kiezers er goed aan doen de vrouwen op de lijst omhoog te stemmen. Bij de SGP ook, mochten zij ooit besluiten om überhaupt vrouwen op de lijst te zetten.
Op links zou het echter veel meer waarde hebben om een andere diversiteit in representatie na te streven. Een vertegenwoordiger van de (duurzame) boeren in Nederland binnen de GroenLinks fractie of iemand uit de Biblebelt in de Volt fractie, om maar twee voorbeelden te noemen. Juist daarin vinden we politieke vertegenwoordigers die niet alleen vanwege hun geslacht, maar ook inhoudelijk en in de besluitvorming binnen fracties, de diversiteit in onze politiek kunnen versterken.
Bij onze eigen partij is helaas nog wél genoeg te doen aan een betere vertegenwoordiging van vrouwen. De verdeling in de nieuwe Tweede Kamer kan nog door de beugel, maar zeker in de gemeenteraden van kleine en middelgrote gemeenten is een tekort aan vrouwelijke representatie. Een mooie uitdaging voor de Jonge Democraten om vrouwen daar te ondersteunen en het laatste zetje te geven.
Bron omslagfoto: Stem op een Vrouw