Stem wijzer; Wat vindt welke partij over justitie?

De rechtspraak raakt ons allemaal. De één komt in een hoogoplopende discussie met de buurman terecht over de ineens ontstane kras op de auto en vraagt zich af of hij er wel een zaak van wil maken. Een gang naar de rechter kost immers ook niet niks. Een ander heeft zich nogal uitgelaten tegen een politieagent tijdens een coronademonstratie en vraagt zich nu af welke straf haar boven het hoofd hangt. In dit artikel hebben wij de partijprogramma’s van de grootste politieke partijen doorgespit om per partij een antwoord te geven op vragen zoals die van hierboven zodat jij, beste lezer, in elk geval op dit onderwerp weer een stuk geïnformeerder in het stemhokje staat straks.

Ingezonden door Amber Messchaert, Lieve Smeets en Pol Koopman

Aan de hand van drie grote onderwerpen laten we de verschillende partijvisies de revue passeren: rechtsbescherming en rechtsbijstand, vernieuwingen & investeringen en de manier van straffen. Zo is goed te zien waar elke partij staat op de desbetreffende onderwerpen. Let wel: niet elke partij schrijft over elk onderwerp evenveel.

Rechtsbescherming en rechtsbijstand

Rechtsbescherming en rechtsbijstand zijn belangrijke, actuele onderwerpen. Hoe toegankelijk zou een gang naar de rechter moeten zijn? Is dat een zaak die voor iedereen zo betaalbaar mogelijk moet zijn of moet de rechter juist niet te snel worden ingeroepen en moet, in geval van een geschil, liever naar een alternatieve oplossing worden gezocht?

Daarnaast speelt er nog de crisis rondom de sociale advocatuur. Er is geld tekort en de capaciteit staat onder druk. Plannen omtrent bezuinigingen roepen veel weerstand op in de samenleving. Uit een onderzoek van de SP uit 2019 bleek dat minder dan 2% van de sociaal advocaten het idee heeft dat de Minister voor Rechtsbescherming luistert naar de signalen vanuit de sociale advocatuur. Hoog tijd voor verandering in 2021?

De SP pleit in haar programma voor lagere griffierechten, wat de gang naar de rechter toegankelijker moet maken. Er zou harder opgetreden moeten worden tegen ‘foute’ advocaten en de sociaal advocaten zelf zouden een hoger honorarium moeten verdienen. De bureaucratie moet worden teruggedrongen en in de sociale rechtsbijstand zelf moet meer worden geïnvesteerd.

De Partij van de Arbeid staat, net als de SP, D66 en GroenLinks, voor extra middelen in de rechtsbijstand en meer budget voor de sociale advocatuur. Ook volgens hen moeten de griffierechten omlaag maar dan in elk geval voor de ‘gewone burger’. Het budget voor de rechterlijke macht moet stabiel en toereikender zijn. Voorts is de PvdA voor de invoer van ‘vrederechters’. Zij moeten laagdrempelig en goedkoop zijn. Een soort rijdende rechter voor de geschillen over de schutting en de overgroeiende boom. Deze keer niet op SBS6.

Als het aan GroenLinks ligt, moet er weer voldoende geld komen voor de sociale advocatuur alhoewel niet geconcretiseerd wordt wat ‘voldoende’ moet zijn en hoe dit vormgegeven moet worden. De partij vindt dat er te veel bureaucratie is en er te weinig middelen zijn om het werk goed te doen. Om de mogelijkheid van een advocaat altijd te kunnen bewerkstelligen wil de partij ook de griffierechten afhankelijk maken van de draagkracht van de betrokken partij. Daarnaast wil GroenLinks de privatisering van de sociale rechtshulp terugdraaien waarbij er meer ruimte moet komen voor alternatieve vormen van rechtspraak, zoals regelrechters en wijkrechtspraak.

Als we kijken naar het verkiezingsprogramma van de VVD dan zien we dat er geen woord gerept wordt over het probleem aangaande de sociale advocatuur.

In de inleiding van het verkiezingsprogramma van D66 wordt al aangekondigd dat er fors geïnvesteerd moet worden in de sociale advocatuur (en in de rechtsstaat in het algemeen). D66 stelt een aantal plannen voor om de rechtspraak toegankelijker te maken: de vergoedingen van sociaal advocaten verhogen, geen bezuinigingen op rechtsbijstand voor mensen met een kleine beurs, en voor mensen met een middeninkomen die geen advocaat kunnen betalen (en niet in aanmerking komen voor gesubsidieerde rechtsbijstand) moet er een oplossing komen via rechtsbijstandverzekeringen.

Het CDA vindt dat sociale advocaten een grote bijdrage leveren aan het rechtsgevoel van veel kwetsbare mensen in onze samenleving. Het verkiezingsprogramma stelt dat de kwaliteit op peil moet worden gehouden en de toegang van middeninkomens tot de rechtsbijstand wordt verbeterd. De resterende vraag is alleen: hoe?

Als we kijken naar het verkiezingsprogramma van de VVD dan zien we dat er geen woord gerept wordt over het probleem aangaande de sociale advocatuur. Wat betreft het stimuleren van de rechtsbijstand wil de VVD een afschaffing van het verbod voor advocaten om in dienst te treden bij een kantoor dat in eigendom is van niet-advocaten. Daarnaast zouden er kosteloze rechtshulppakketten moeten komen voor slachtoffers van gewelds- en zedendelicten. Verder is de VVD, net als de PvdA, GroenLinks en D66, voor buitengerechtelijke geschilbeslechting (mediation) en buurtrechtspraak in probleemwijken zodat burenruzies snel en efficiënt aan een rechter voorgelegd kunnen worden.

De PVV noemt weinig betreffende dit onderwerp.

Vernieuwingen & investeringen

Woorden zijn mooi, maar financiële middelen en innovaties zijn belangrijk om veranderingen door te voeren. In hoeverre willen de partijen investeren in het versterken van de rechtsbescherming en voor welke vernieuwingen staan zij?

De SP wil de integriteit van deurwaarders en notarissen versterken en minder marktwerking in die sectoren. Verder moet er een permanent fonds komen om twijfelachtige veroordelingen aan te vechten. Dus ben je het niet eens met je vonnis maar is zo’n hoger-beroepsprocedure toch te prijzig? Dan is dat fonds hiervoor bedoeld.

De PvdA pleit voor meer proefprocessen in publiek-belangzaken. De oude onschendbare Staat is immers al lang verleden tijd en processen als bijvoorbeeld de Urgenda-zaak, zouden alleen maar bijdragen aan de ontwikkeling van de jurisprudentie. Er moeten meerjarige budgetten komen voor opsporing en vervolging en de politie moet een duidelijkere bevoegdheidsomschrijving krijgen. Met name moeten er duidelijkere regels komen omtrent stroomstootwapens. De nekklem moet worden verboden, net als motorbendes. Verder krijgen afgepakte criminele middelen een ‘maatschappelijke bestemming’ en moet benadrukt worden dat controle en opsporing enkel een taak van de overheid is, dus niet van allerlei versplinterde (commerciële) organisaties.

De PVV spreekt zich uitdrukkelijk uit tegen corruptie en willekeur in de rechtspraak. Wat hiervoor dan de concreet te zetten stappen zijn, is niet duidelijk.

GroenLinks legt echter de nadruk op  het vrijmaken van meer middelen voor het Openbaar Ministerie en de Rechtspraak. Er zou gestopt moeten worden met outputfinanciering (betekenende dat het OM een bedrag krijgt per afgehandelde zaak). Voor het versterken van de onafhankelijkheid van de officier van justitie stelt GroenLinks voor om een plicht in te stellen dat ieder contact met de minister over een zaak schriftelijk vastgelegd dient te worden. Ook heeft GroenLinks plannen wat betreft de onafhankelijkheid van de Raad voor de Rechtspraak en officieren van justitie. Zo zou de Raad voor de Rechtspraak een eigen begroting moeten hebben en moet er voor de benoemingen van de leden van de Raad inspraak komen door de beroepsgroep zelf (nu worden ze op voordracht van de minister benoemd). Voor het versterken van de onafhankelijkheid van een officier van justitie stelt GroenLinks voor om een plicht in te stellen dat ieder contact met de minister over een zaak schriftelijk vastgelegd dient te worden. Verder moeten herstelrechtvoorzieningen voor slachtoffers en daders een volwaardige plek in de rechtspraak krijgen.

D66 wil net als Groenlinks de ministeriële invloed uitsluiten. Vernieuwend is dat D66 de mogelijkheid van een financiële politie wil onderzoeken. Er zou meer capaciteit moeten komen voor financiële opsporing bij politie, het OM en de Fiscale Inlichtingen- en Opsporingsdienst. Om de rechtsstaat te versterken en excessen zoals de toeslagenaffaire nooit meer te laten gebeuren, wil D66 dat er geïnvesteerd wordt in uitvoeringsorganisaties zoals de Belastingdienst, het UWV en het CBR. Transparante besluitvorming en begrijpelijke communicatie moet centraal komen te staan. Daarnaast moet het proces van gratie bij (levenslange) gevangenisstraffen op de schop: de rol van de Minister van Justitie en de koning moet worden beperkt, terwijl de positie van de rechter moet worden versterkt. Het besluit van gratie wordt daarmee een minder politiek beladen besluit.

Het CDA wil de rechtsbescherming voor burgers bij geautomatiseerde besluitvorming door de overheid versterken via een nieuw precht op inzicht in de gegevens en de algoritmes die de overheid gebruikt. Belangrijk daarbij is dat het beroep tegen dit soort besluiten en de toetsbaarheid van onderliggende algoritmes vereenvoudigd moet worden. Daarnaast geeft het verkiezingsprogramma aan dat er een proef moet komen met lokale en landelijke burgerberaden. De invloed van de reguliere burger moet worden vergroot in de politiek. Via loting worden burgers volgens het CDA-plan aangewezen om de politiek te adviseren over oplossingen voor lastige vraagstukken. Tot slot wil het CDA meerjarig gaan investeren in de capaciteit en kwaliteit van politie, het Openbaar Ministerie (het OM) en de rechterlijke macht.

Als het aan de VVD ligt moet het openbaar maken van gegevens en beelden waarop politieagenten en hulpverleners herkenbaar zijn strafbaar worden, moet er een eenvoudige spoedprocedure komen voor slachtoffers van internetterreur (zoals online belediging en wraakporno) en moet de kroongetuigenregeling uitgebreid én gemoderniseerd worden. Het verkiezingsprogramma spreekt ook over het invoeren van een Nationaal Coördinator Antisemitismebestrijding. De VVD wil investeren in de gehele strafrechtketen, van politiemensen tot aan officieren van justitie en rechters. Ook zou er geïnvesteerd moeten worden in hun bescherming en weerbaarheid.

De PVV spreekt zich uitdrukkelijk uit tegen corruptie en willekeur in de rechtspraak. In het verkiezingsprogramma wordt dan ook gepleit voor een ‘herstel’ van de rechtsstaat. Wat hiervoor dan de concreet te zetten stappen zijn, is niet duidelijk.

De meeste partijen (VVD, GroenLinks, PvdA en CDA) zijn het wel voor één ding eens: er moet geïnvesteerd worden in de aanpak van georganiseerde criminaliteit waarbij er ingezet moet worden op capaciteitsvergroting. D66 wil nieuwe vormen van criminaliteit aanpakken, zoals cybercriminaliteit. De PVV wil tevens de digitale vrijheid vergroten en daders voor de rechter krijgen.

Manieren van straffen

De socialisten van de SP pleiten zowel tegen minimumstraffen als de doodstraf. Dat de doodstraf in Nederland al sinds 1983 door de Grondwet is verboden wordt hier even buiten beschouwing gelaten.  Verder wil de SP bijvoorbeeld dat iemand die een politieagent belaagt tijdens een demonstratie niet automatisch een gevangenisstraf opgelegd krijgt. De rechter zal gewoon, zoals altijd, kijken naar de verdere omstandigheden van het geval. Verder pleiten ze ervoor om boetes – daar waar dat mogelijk is – inkomensafhankelijk te maken.

De PvdA wil dat wie een boete niet kan betalen een taakstraf krijgt opgelegd en niet een gevangenisstraf. Witteboordcriminelen zouden geen mogelijkheid meer mogen hebben om te schikken en gewoon het proces moeten ondergaan. Ten slotte moeten veroordeelde jongeren verplicht TBO krijgen (een verplichte onderwijsvorm).

Waar sommige verkiezingsprogramma’s sterk inzetten op zwaarder straffen, legt het verkiezingsprogramma van D66 de nadruk op de lichtere varianten die ons strafrecht kent. D66 vindt werkstraffen en voorwaardelijke straffen effectiever dan korte gevangenisstraffen en wil de ‘vervangende taakstraf’ opnemen in de wet. De partij is dus op zoek naar maatwerk om te kijken wat voor impulsen een positieve bijdrage kunnen hebben op een individuele verdachte of dader.

De plannen van GroenLinks sluiten hierbij aan: ook zij zien het zitten om kortdurende gevangenisstraffen zoveel mogelijk te vervangen door andere herstelgerichte interventies. Verder ziet GroenLinks hogere straffen enkel zitten in de milieucriminaliteit en in het kader van de aanpak van huwelijksdwang, vrouwelijke genitale verminking en achterlating van kinderen voor een huwelijk in het buitenland.

D66 is juist in zijn algemeenheid tegen minimumstraffen, net als de SP, omdat de straftoemetingsvrijheid van de rechter gewaarborgd moet worden.

Het zal vast niet verbazen dat VVD behoorlijk wat plannen voorstelt om het strafrecht van stevige tanden te voorzien, voor zover dat nog niet het geval is. Zo wil de VVD het kraakverbod aanscherpen waarbij de gemeente binnen 3 dagen mag overgaan tot ontruiming, de strafmaat voor doodslag verhogen naar 25 jaar, de reikwijdte van het taakstrafverbod vergroten, en zwaardere straffen voor de kleine jongens (zoals drugskoeriers en jongeren die op de uitkijk staan) in de strijd tegen drugscriminaliteit. De partij wil minimumstraffen voor terroristische misdrijven, oorlogsmisdrijven, high impact crimes en georganiseerde misdaad. Wat betreft de laatste categorie wil de VVD dat er een bijzonder gevangenisregime komt voor grote drugscriminelen dat gericht is op isolement. Ook niet onbelangrijk: de maximale straffen binnen het jeugdstrafrecht moet volgens de VVD worden verdubbeld om een passender straf op te kunnen leggen aan veelplegers en verdachten van ernstige gewelds- en zedenmisdrijven. Als iemand meermaals een delict pleegt moet hij iedere keer de volle strafmaat kunnen krijgen als het aan de VVD ligt; dit is tot op heden nog niet mogelijk. Dit zijn geen kinderachtige plannen.

Het CDA wil net als de VVD  ‘doorpakken’ met hogere straffen in de strijd tegen de georganiseerde misdaad. D66 is juist in zijn algemeenheid tegen minimumstraffen, net als de SP, omdat de straftoemetingsvrijheid van de rechter gewaarborgd moet worden. Verder wil het CDA de straffen voor drugshandel en drugsgerelateerde delicten verhogen (overigens is de partij  tegen de legalisering van soft- en harddrugs). Ook moet haatzaaien en groepsbelediging strenger bestraft worden volgens het CDA. 

Verder aan de rechterflank staat de PVV ook voor sommige, stevige minimumstraffen en voor hogere strafmaxima bij bepaalde delicten. Lijnrecht tegenover wat D66 vindt, wil de PVV taakstraffen afschaffen. Gewelds- en zedendelicten zouden niet meer mogen verjaren en de hele TBS-regeling zou moeten worden afgeschaft. Geen veroordeelde zou nog, zelfs niet onder toezicht, vervroegd vrijgelaten mogen worden en de dader moet alle kosten van zijn misdrijf, vervolging en straf zelf betalen. Het OM wordt verplicht om altijd te vervolgen in het geval van gewelds- en zedendelicten en in die gevallen moet er altijd snelrecht worden toegepast. Verdachten vanaf 14 jaar vallen in deze gevallen al onder het volwassenenrecht. Dit lijkt deels op wat de VVD wil omtrent de strafmaxima in het jeugdstrafrecht.

Met de bovenstaande punten hebben we geprobeerd de visies van de politieke partijen omtrent justitie zo inzichtelijk mogelijk in beeld te brengen. Enerzijds ter informatie voor de misschien nog twijfelende kiezer, anderzijds ter vermaak. Interessant is het immers altijd om te lezen hoe de visies van links tot rechts uiteenlopend kunnen verschillen.


Amber Messchaert (25) is bij de Jonge Democraten actief voor de landelijke werkgroep Justitie & Veiligheid. Ze heeft een bachelor Rechtsgeleerdheid en een dubbele master in Strafrecht en Privaatrecht afgerond en is woonachtig in Utrecht.
Lieve Smeets (23) is lid van de werkgroep Justitie & Veiligheid. ‘Momenteel ben ik bezig met mijn masters in rechten en in de werkgroep bezig met het bestuderen van actuele juridische vraagstukken.’
Pol Koopman (21) is portefeuillehouder Justitie en Veiligheid bij de Jonge Democraten. Hij studeert Recht en economie en is woonachtig in Leiden.

Voor dit artikel zijn de verkiezingsprogramma’s van het CDA, VVD, GroenLinks, D66, PvdA en PVV doorgelezen op rechtsbescherming-gerelateerde onderwerpen.

Omslagfoto via http://www.piqsels.com

Geef een reactie