Nog geen dertig, maar kansrijk voor de Kamer

Slechts drie van de zittende partijen (PVDA, DENK en FVD) en een handjevol nieuwe partijen (Volt, Bij1 en JA21) hebben jonge kandidaten op kansrijke plekken gekozen. Zij staan hoger dan de jongere kandidaten bij D66. De DEMO sprak vier van deze kanshebbers: Leon Baten (JA21, 18 jaar, #6), Julian Bushoff (PvdA, 23 jaar, #13), Ernst Boutkan (Volt, 25 jaar #3) en Rebekka Timmer (Bij1, 21 jaar, #3). Je had met ze in klas kunnen zitten en nu zitten zij dichtbij het Haagse pluche. Wat maakte ze kansrijk?

Marthijn Kinkel

  1. Waarom denk jij dat jij zo hoog op de lijst terecht bent gekomen? 

Leon: “Ik ben er wel echt van overtuigd dat dat door mijn inhoud komt. Ik kreeg een berichtje van Joost of ik geïnteresseerd was in een plekje op de lijst. Zij hadden mijn boek gelezen, mijn onderzoekswerk voor de Nexit-Denktank gelezen en waren onder de indruk. Ik dacht zelf op een bescheiden plekje ergens laag op de lijst, maar toen kwamen zij met deze mooie zesde plek aan.”

“Ik denk dat de combinatie van inhoudelijke politieke kennis en partij-ervaring mij naar de derde plek heeft gebracht.”

Rebekka Timmer – #3 voor Bij1

Julian: “Ik denk dat het komt doordat de PvdA echt in heeft gezet op jong talent en hiermee doorpakt. Ik ben niet eens de hoogste twintiger op de lijst, Habtamu (#9, 23 jaar) staat twee plekken hoger op de lijst. Nog een jong iemand was dus niet per se nodig als je het alleen doet voor de bühne. Ik denk dat mijn werk als fractievoorzitter in Groningen en de ervaring die ik daar heb opgedaan mij deze mooie plek hebben opgebracht. ”  

Rebekka: “Ik vermoed om mijn inhoud en ervaring. In de gemeenteraad in Hilversum heb ik ontzettend veel op de agenda weten te zetten. Ik schreef mee aan moties over werkdruk in de plaatselijke zorg en heb ik veel weten te bereiken. Ook ben ik nu partijbestuurslid bij BIJ1. Ik denk dat de combinatie van inhoudelijke politieke kennis en partij-ervaring mij naar de derde plek heeft gebracht.” 

Ernst: “Doordat ik mij zo heb ingezet om het Europese partijprogramma te vertalen naar Nederlands beleid heb ik inhoudelijk ontzettend veel kennis opgedaan. Tijdens de verantwoording van ons programma naar alle leden kon ik ook op ieder punt meedenken omdat ik bij de discussies betrokken was. Ik ben zo uitgegroeid tot een van de inhoudelijke krachten van de partij.”

  1. Bij veel gevestigde partijen zijn amper jonge kandidaten te vinden op verkiesbare plekken, waarom is dat denk je?

Ernst: “Wij hebben geen jongerenpartij, dus je wordt snel meegenomen in de partij. Veel gevestigde partijen hebben een jongerenafdeling en daar zetten jongeren zich eerst in voor de jongerenafdeling. Zo ben je als jong iemand minder zichtbaar in de partij en krijg je een cultuur waarin je eerst bij de jongerenpartij moet bewijzen en dan pas de ‘echte’ partij. Wij kozen er bewust voor geen jongerenpartij op te richten om zo jongeren sneller mee te nemen.” 

Rebekka: “Ik heb deze vraag ook wel aan de gevestigde partijen: waarom staan er alleen maar oudere mensen op jullie lijsten? Ik denk dat heel veel van de issues die spelen ook jongeren aangaan. De wooncrisis gaat jongeren aan, de dakloosheid bijvoorbeeld verdrievoudigd onder jongeren en er zijn bijna geen betaalbare woningen te vinden. Veel waar het over gaat in de politiek begint bij de jongeren, maar toch zijn er geen jongeren in de politiek.”

“We kennen vertegenwoordigers van alle leeftijden, van 30 tot 70, maar niet de twintigers en dat moet veranderen.”

Leon Baten – #6 voor JA21

Julian: “Het is echt opvallend. Enkele weken geleden had ik een jongerendebat bij ‘De Nieuws BV’ en D66 stuurde iemand van 36 (Hanneke van der Werf, red.). Begrijp mij niet verkeerd, het is niet zo dat een ouder iemand de jongeren niet kan vertegenwoordigen, maar het is wel zo dat jongeren zich moeilijker kunnen identificeren met iemand die meer dan 10 jaar ouder is.”

Leon: “Het geluid van jongeren wordt op dit moment gewoon niet vertolkt in de Tweede Kamer. We kennen vertegenwoordigers van alle leeftijden, van 30 tot 70, maar niet de twintigers en dat moet veranderen. Jongeren voelen zich niet gehoord, dat zien we iedere keer weer tijdens het stemmen, maar er zijn ook geen vertegenwoordigers van hun leeftijd om gehoord te worden.”   

  1. Welke politieke punten zijn voor jou op dit moment het belangrijkst?

Ernst: “Mijn echte passie: de ondernemersparagraaf. Ik heb mij hier zelf heel erg voor ingezet in ons programma. Ik ben erg geïnteresseerd in hoe je MKB en de start-ups kan laten doorgroeien. Jongeren of ouderen die een idee hebben moeten altijd worden ondersteund. Liever niet met veel subsidies, maar vooral met belastingvoordelen om de bedrijven te laten groeien.”

Julian: “Ik zou mij heel graag willen inzetten om voldoende woningen te realiseren in Nederland. Bijbouwen op een verantwoorde manier, het aanpakken van huisjesmelkers. Als jongere merk ik ook hoe lastig het is om een betaalbare woning te krijgen, dus ik denk dat ik mij hier goed voor kan inzetten.” 

Rebekka: “Zorg is iets waar ik mij heel erg zorgen om maak. De marktwerking in de zorg werkt gewoon niet. Het moet weer in publieke handen komen middels een nationaal zorgfonds. Zo kunnen we het eigen risico wegnemen en zorg weer beschikbaar maken voor iedereen. 

“Zo proberen wij een Europese beweging te creëren en tot nu toe merk ik veel enthousiasme.”

Ernst Boutkan – #3 voor Volt

Leon: “De Europese Unie en milieu hebben mijn grootste interesse. Dit zijn onderwerpen die ook jongeren erg aangaan. Zo’n 70% van de Nederlandse jongeren zijn pro-EU en pro-klimaatmaatregelen. Ik wil mij inzetten voor die overige 30%. Ik ben niet keihard tegen de Europese samenwerking en ik ontken ook het menselijke aandeel aan klimaatverandering niet, maar ik denk dat wij toch kritisch moeten blijven kijken naar wat nodig is en wat niet.” 

  1. In de hedendaagse politiek is social media ontzettend belangrijk. Voel jij als jonge kandidaat dat jij meer uit deze platforms kan halen dan oudere kandidaten? 

Ernst: “Persoonlijk niet echt. Ik probeer mijn instagram lekker over mijzelf te houden en weinig voor Volt. Als Volt zijn wij wel bezig om de campagne te richten op het idee Volt en waar wij voor staan. Zo proberen wij een Europese beweging te creëren en tot nu toe merk ik veel enthousiasme.”

Leon: “Tijdens de organisatie van het Burgerinitiatief-EFTA was ik verantwoordelijk voor de social media. Ook nu ben ik bij JA21 onderdeel van het social media team. Wij zijn bezig met het maken van filmpjes, hebben onze vinkjes op insta binnen gekregen en proberen onszelf zo goed te presenteren online.”

“De haat in 2017 was erger dan nu, want toen ging het echt heel slecht met de partij en dat lieten de mensen je graag merken.”

Julian Bushoff – #13 voor PvdA

Julian: “Je merkt wel dat je makkelijker met social media omgaat omdat je er mee bent opgegroeid. Mijn stories en twitter zien er altijd goed uit in tegenstelling tot de sommige oudere politici. Toch maak ik mij hier geen illusies, Jesse Klaver gaat bijvoorbeeld ook prima met social media om en die heeft bovenal een veel groter bereik. Voor het bereik dat je online hebt is belangrijk dat je bekend ben, zo bekend ben ik nog niet.”

Rebekka: “Ik ben zelf niet zoveel van de social media, maar ik zie wel dat het wat kan doen. Ik ben onlangs begonnen met instagram en ik zie hoe je bereik groeit en wat het kan doen. Toch ben ik ondanks mijn leeftijd niet de beste met social media. Ik zou zeggen dat Sylvana [Simons] dat is en zij is een van de oudste.”

  1. Hoe ga jij om met de haat op social media? 

Julian: “De haat in 2017 was erger dan nu, want toen ging het echt heel slecht met de partij en dat lieten de mensen je graag merken. Maar je merkt het nu ook. Echt geregeld gaat de beerput wel open op twitter, maar dat gaat langs mij heen. Ik zit er vooral mee als er daadwerkelijk mensen zijn die aan jou twijfelen als persoon. Een inhoudelijke reactie komt gewoon wel aan, maar dan merk je vaak ook dat dat ergens vandaan komt. De teleurstelling of de boosheid. Mensen voelen zich in de steek gelaten en dan ben je soms even de bliksemafleider. Dit snap ik helemaal en dan probeer ik mij voor deze mensen in te zetten.” 

“Online word je ook vaak uitgemaakt voor landverrader omdat mensen bang zijn voor een Europese superstaat, waar wij helemaal niet op uit zijn.”

Ernst Boutkan – #3 voor Volt

Leon: “Met de online haat krijg je natuurlijk te maken. Het waren in het begin vooral FVD-trolls die ons overlopers noemden en overal negatief op reageren. Gelukkig valt de haat naar mij persoonlijk nog wel mee, maar het is vervelend om te lezen. Ik probeer het maar gewoon te negeren.”

Rebekka: “Over de haat kan ik wel meepraten. Vooral Twitter, daar komen veel nare reacties. Vooral als je vrouw bent, als je LHBTI bent, als je niet wit bent. Je wilt mensen erop voorbereiden, maar je kan dat niet. Het is gewoon klote. Als partij hebben wij een supportnetwerk opgezet om er voor elkaar te zijn.”

Ernst: “Maar niet iedereen is enthousiast. Online word je ook vaak uitgemaakt voor landverrader omdat mensen bang zijn voor een Europese superstaat, waar wij helemaal niet op uit zijn. Ik vond het persoonlijk erg lastig om in het begin die haat mee te maken. Gelukkig kunnen wij in de top van de partij veel met elkaar delen en je merkt gewoon dat een dikke huid snel wordt gecreëerd.” 


Over de kandidaten: 

Ernst Boutkan, #3 voor Volt: “Drie jaar geleden was ik nog totaal niet geïnteresseerd in de politiek.” Voor zijn studie antropologie volgde Ernst (25) het prille begin van ‘Volt’ in Nederland. Hij raakte overtuigd van de pan-Europese partij en besloot actief te worden. Ernst nam de leiding in het ontwikkelen van het Nederlandse partijprogramma, bracht de experts bij elkaar en groeide zo uit tot een van de inhoudelijke Volters. Deze inspanning bracht hem tot plek 3, waar hij drie jaar geleden dus nog niet eens dacht aan politiek.   

Julian Bushoff, #13 voor PvdA: Op zijn 21e was Julian (23) al fractievoorzitter van de PVDA in Groningse gemeenteraad. “een gelukkige samenloop van omstandigheden” noemt hij deze prestatie. Via de jonge socialisten klom Julian op naar de PVDA. De PVDA stond op verlies en zocht naar nieuw jong talent. Julian greep deze kans met beide handen aan en werd al snel gekozen in de gemeenteraad. Tot zijn eigen verbazing werd hij in korte tijd ook nog eens fractievoorzitter. inmiddels houdt hij zich al ruim twee jaar staande in de gemeentepolitiek en groeit hij met een beetje geluk door naar de landelijke fractie.

Leon Baten, #6 voor JA21: Een van Neerlands bekendste cabaretiers stelde: “wat moet ik met mijn lul in de lockdown?” Leon (18) kwam met een passend antwoord. Tijdens de eerste lockdown rondde Leon zijn boek af genaamd ‘Europees Verval’ bij uitgever Succesboeken. Vervolgens ging hij onderzoeken publiceren voor een rechtse denktank en tijdens de zomerperiode deed hij ervaring op bij het Europees Parlement. In het najaar organiseerde hij ook nog het Burgerinitiatief-EFTA. De huidige lockdown bracht voor Leon een zesde plek bij JA21.  Een lockdown kan je zomaar naar de tweede kamer brengen.

Rebekka Timmer, #3 voor Bij1:Bij de SP had ik nooit op de lijst gestaan.” Op haar twaalfde werd Rebekka (21) al actief bij de SP en op haar 18e werd ze raadslid in Hilversum. Aan politieke gedrevenheid is er dus geen gebrek. Toch is haar ster niet rijzende binnen de SP. “Het werd mij niet altijd in dank afgenomen dat ik raciale en koloniale vraagstukken aankaartte.”  Rebekka opende bijvoorbeeld de discussie over straatnamen die verwijzen naar ons koloniale verleden. BIJ1 biedt Rebekka wel de ruimte voor deze discussies. Als bestuurslid en nummer drie op de kandidatenlijst is Rebekka bij BIJ1 op haar plek. 

Voor dit artikel is contact gezocht met verschillende kandidaten van onder de dertig jaar op de kieslijsten, buiten D66 om. Niet alle kandidaten, waaronder nummer 9 van kieslijst van de PvdA Habtamu de Hoop, wilden of konden meewerken aan dit artikel.

Omslagfoto: Ingang van de Tweede Kamer op het Haagse Binnenhof – Bron: Ben Bender

Een gedachte over “Nog geen dertig, maar kansrijk voor de Kamer

Geef een reactie