Jongeren binnen en buiten onze vereniging vinden iets over duurzaamheid, de energietransitie, klimaatverandering en de landbouw. In vrijwel alle partijprogramma’s voor komende verkiezingen wordt er dan ook wat over gezegd. De aandacht voor het onderwerp is door de jaren heen gelukkig wat belangrijker geworden. Maar wat zeggen al die partijen nu eigenlijk over onze toekomstige leefwereld in hun verkiezingsprogramma’s? Ruben van den Bulck en Bas Buise, beiden lid van de landelijke werkgroep Duurzaamheid, lichten de plannen voor je door.
Ruben van den Bulck en Bas Buise
Een spannend begin
Het zal je niet verbazen dat de klimaat- en milieucrisis voor de ene partij gewoon één van de vele brandjes is die we moeten blussen, terwijl het voor de andere partij de oorzaak is van totale vernietiging van alles waar je als mens voor leeft. Zo noemt de VVD in hun inleiding klimaatverandering niet los van andere zaken zoals de ‘irreguliere migratie’. Onder het kopje ‘Hoe blijven we beschermd?’ zou je misschien verwachten dat het gaat over de zeespiegelstijging, echter gaat het meteen over – volgens de VVD – een ander groot Nederlands probleem: “De kans dat je in Nederland slachtoffer wordt van geweld is relatief klein. Maar die zekerheid is niet gegarandeerd.” Even later wordt de zeespiegelstijging gelukkig nog wel genoemd, want de gevolgen van klimaatverandering “stelt onze dijken op de proef”.
Bij de PVV komt duurzaamheid tegen de verwachting in direct in de inleiding voor, al is het gekoppeld aan ‘onzin’. Het is de SP die het in hun inleiding compleet negeert. Het stukje, geschreven door Lilian Marijnissen, steekt pittig van wal met de boodschap dat de liberale gedachte een valse belofte is. De rest laat zich makkelijk samenvatten: oprotten met je markt, Mark!
Verdeling van de lasten
Als er één partij is die hamert op ‘de vervuiler betaalt’ is dat de Partij van de Dieren (PvdD). Zij lijken de visie van de Jonge Democraten (hoofdstuk 9) grondig door te hebben genomen en besteden de complete inleiding van hun verkiezingsprogramma aan duurzaamheid en hoe onze economie compleet hervormd moet worden. Wat overeenkomt met de visie van de JD is dat grofweg elke vervuiler moet gaan betalen. Ongeacht of het een toerist, een boer of een kolencentrale is. Als je vervuilt door het produceren of kopen van goederen of diensten, moet je betalen voor de ‘externe kosten’ daarvan. De grootste vervuiler betaalt wat de PvdD betreft het leeuwendeel van de verduurzaming van Nederland.
Groenlinks (GL) is minder fel. Zij benadrukken vooral dat de ‘grootste’ vervuilers gaan betalen. Niet de kleine vervuiler die dagelijks vlees eet, maar specifiek de grote jongens als “KLM, Shell en de bio-industrie”. Hoewel GL graag ‘de grote bedrijven’ lijkt te willen bashen, staan zij niet alleen in het idee om geen algemene prijs op vervuiling te zetten. Ook de VVD, SP, CDA, ChristenUnie (CU), D66 en PvdA willen een CO2 heffing voor uitsluitend de grote vervuilers . Het is echter (behalve bij GroenLinks) onduidelijk wie of wat de grote vervuilers zijn. Verder willen alleen de VVD en het CDA een CO2 heffing expliciet in Europees verband, wat de rest betreft kan Nederland hiermee in haar eentje al beginnen.
De VVD stelt zich zowaar op als brede volkspartij als het gaat om de verdeling van de lasten. De partij is bang dat klimaatmaatregelen ervoor zorgen dat het eten van vlees, autorijden en vliegvakanties alleen nog maar voor rijke mensen weggelegd is. Volgens de VVD is dat onacceptabel en moet iedereen kunnen blijven leven op de huidige voet en het liefst moet de economie groeien. Ook de SP vindt de sociale impact van de klimaatcrisis belangrijk en wil daarom in een alomvattende ‘Green New Deal’ zowel “de klimaatcrisis, de wooncrisis, de economische crisis en de sociale ongelijkheid” aanpakken. Dit willen ze onder andere doen door de energiesector weer publiek te maken en fors te investeren in groene banen.
#hoedan?
Hoe het land vergroend moet worden, zien de partijen verschillend. De partijen van Rutte III en GL maken gebruik van weinig controversiële oplossingen zoals het isoleren van gebouwen en geothermie voor verwarming. Bij de partijen die het expliciet over windmolens hebben, wordt het op verschillende manieren gepresenteerd. Je merkt dat dit geen gemakkelijk onderwerp is, omdat vrijwel elke partij er een soort ‘disclaimer’ over heeft opgeschreven. D66 en ChristenUnie willen meer windmolens, maar zeggen tegelijkertijd iets over hoe ze in het landschap moeten passen. Bijvoorbeeld in het programma van de CU: “Bij de planning van windmolenparken en andere activiteiten op zee wordt rekening gehouden met de belangen van de visserij.” Voor zonnepanelen is de situatie vergelijkbaar. De algemene tendens is dat het voor huiseigenaren (financieel) makkelijker moet worden om zonnepanelen te plaatsen.
De partijen vinden draagvlak voor windmolens belangrijk. D66 en GL zeggen dat omwonenden van windmolens moeten kunnen meeprofiteren. Alleen D66, GL en CU concretiseren hun windmolenwens. Ze noemen een hard getal over hoeveel gigawatt (GW) aan windmolens op zee ze er daadwerkelijk bij willen hebben. Zo willen D66 en GL er 60 GW bij, en de CU volgt de doelen van het klimaatakkoord met 11,5 GW.
Over kernenergie zijn de partijen nog niet helemaal uit. De ene partij ziet het duidelijk als onmisbaar, de andere als een radioactieve bron van ellende. Een beetje zoals het op een gemiddeld JD-congres gaat bij dit onderwerp. De VVD ziet kernenergie als een onmisbaar puzzelstukje in de verduurzaming. Het CDA ziet het als een optie: misschien hebben we het nodig? D66 denkt van niet, toch houden ze de deur op een kier: “Het staat marktspelers vrij een vergunning aan te vragen voor een nieuwe kerncentrale, mits ze verantwoordelijkheid nemen voor de ontmanteling en langdurige opslag van het kernafval.” Wat de deur juridisch gezien weer redelijk dichttimmert. De hele linkse hoek van PvdA, CU, PvdD, GL en SP windt er geen doekjes om: ze willen er zo snel mogelijk vanaf .
Waterstof is daarentegen de grote verbinder. Elke partij, behalve de PVV, is er lyrisch over. Waterstof wordt hét middel om energie in op te slaan en te transporteren. Dit molecuul kun je produceren met groene elektriciteit, een industrie waar Nederland volgens de partijen koploper in moet worden. En dan met name in het Noorden, waar in de Eemshaven al waterstof wordt geproduceerd. De PvdA heeft er een groot visioen over: “Groningen en Drenthe kunnen de energiehoofdstad van Europa worden. Daarom investeren we in waterstof.”
Landbouw en de stikstofcrisis
Boerenpartij CDA begint pas op pagina 63 (van de 98) van hun verkiezingsprogramma met de landbouwvisie. Er moeten duurzaamheidsdoelen vastgesteld worden, daarna mogen boeren zelf weten hoe ze die doelen gaan halen. Het CDA noemt dit een nieuwe aanpak, maar eigenlijk is het gewoon doorgaan met de huidige status quo. Ze gaan weer eens oer-Hollands polderen. Niets mis mee, maar staat de urgentie en omvang van de stikstofcrisis dit toe?
De PVV presenteert daarentegen wel maatregelen die daadwerkelijk verandering brengen, alleen komt dat waarschijnlijk niet ten goede van de natuur. Alle ‘overbodige regelgeving’ wordt geschrapt, het lijkt wel een nietszeggende slogan waar iedereen het mee eens is. De PVV wil ook alle stikstofregels afschaffen, omdat het stikstofprobleem helemaal niet zou bestaan. Maar dat betekent niet dat de PVV niets wil doen voor dieren, ze zijn namelijk wel voor het afbouwen van de bio-industrie, al moet dat niet ten koste gaan van de boeren. Nu de PVV eindelijk een echt verkiezingsprogramma heeft geschreven, blijken ze gewoon genuanceerd te zijn.
Groenlinks heeft, net als de PvdD, waarschijnlijk inspiratie opgedaan uit het politiek programma van de JD. Ze zijn namelijk voor een eerlijke vleesprijs waarin alle kosten van vlees zijn opgenomen en willen dit geld steken in het steunen van boeren tijdens de omschakeling naar natuurinclusieve landbouw. Ook zijn ze voor een heffing op broeikasgassen en stikstof in de landbouw. Echter insinueren ze dat natuurinclusieve landbouw geen uitstoot heeft en dus niet belast hoeft te worden, maar dat is natuurlijk niet altijd het geval.
Na het lezen van dit artikel valt het je misschien op dat de PVV niet zoveel op heeft met de natuur, maar vergis je niet: de PVV is groot voorvechter van maatregelen die het dierenwelzijn in Nederland vergroten. Ze vinden dat alle weerloze levende wezens onze bescherming verdienen. Een vluchteling is voor de PVV duidelijk geen ‘levend weerloos wezen’ blijkt. Zo wil de PVV meer dierenpolitie en strengere straffen op dierenmishandeling. Maar ze hebben ook voorstellen die wat minder een law-and-order-toon aanslaan. Zo moet er de zogenaamde ‘Snoetje & Pluisje-wet’ komen om 70-plussers met een laag inkomen te ondersteunen in de medische behandeling van hun huisdieren.
Voor dit artikel zijn de verkiezingsprogramma’s van het CDA, de ChristenUnie, D66, GroenLinks, PvdA, PvdD, PVV, SP en VVD doorgelezen op klimaat, landbouw en duurzaamheid-gerelateerde onderwerpen.
Een gedachte over “Groen, groener, groenst. Waar stem jij op?”