Komt het referendum ineens terug?

26 januari kwam de initiatiefwet van de SP om het correctief en bindend referendum in te voeren door de Eerste Kamer heen. 39 van de 75 senatoren stemden vóór, van partijen van links tot rechts. Groenlinks, PvdA, VVD en CDA stemden van de grote partijen tegen. Het referendum is bij uitstek het symbool van een directe democratie, waarin direct aan de bevolking wordt gevraagd of een wet steun heeft. Alhoewel de referendumwet, wanneer opnieuw aangenomen door de Eerste en Tweede Kamer, de grondwet zal wijzigen, is de wetswijziging van het referendum niet een groot onderwerp in het publieke debat. Dat is zonde! Daarom ga ik in dit stuk uitleggen waarom drie hele verschillende partijen vóór het referendum zijn én waarom deze nieuwe referendumwet uniek is. Hiermee hoop ik dat het debat over het referendum weer breed aangewakkerd kan worden.

Daan Meershoek

De Uitkomstdrempel

Het huidige wetsvoorstel kent een nieuw element. Een amendement van de ChristenUnie op de wetswijziging heeft een uitkomstdrempel toegevoegd. Dat betekent dat een referendum pas geldig is, als het aantal tegenstemmers minstens de helft van de opkomst is van de voorgaande Tweede-Kamerverkiezingen (TK-verkiezingen). Dus stel dat bij de TK-verkiezingen 10 miljoen Nederlanders stemmen, moeten er bij een referendum dat later volgt, minstens 5 miljoen (de helft) tegen stemmen, wil het referendum geldig zijn. 

De ChristenUnie verantwoordde dit zelf met het idee dat het referendum en de parlementaire democratie zo niet in strijd met elkaar zijn. Een klein deel van het electoraat kan zo dan niet een groot deel van de gekozen volksvertegenwoordigers overstemmen. Simpele wiskunde toont echter een nadeel aan het amendement aan: hoe minder mensen gaan stemmen bij TK-verkiezingen, hoe sneller een referendum geldig wordt. Een Nederlandse die sterk vóór referenda is, kan zo beter niet gaan stemmen bij de verkiezingen, zodat de kans dat haar stem geldig is bij een referendum groter is. Hierdoor wordt het referendum onbedoeld in conflict gebracht met parlementaire democratie, in plaats van dat ze elkaar ondersteunen om de burger meer invloed te geven. 

Voor de Jonge Democraten die toch graag willen weten hoe het met het referendum gesteld is in Nederland, schijnt dit artikel wat licht op de stille duisternis rond dit wetsvoorstel. In het bijzonder worden drie partijen belicht die zich willen profileren met het bindend referendum, D66, de SP en het FvD. Deze drie partijen waren unaniem vóór het bindend correctief referendum op 26 januari. Daarnaast komen deze drie partijen uit de drie grootste politieke stromingen voort, socialisme, liberalisme en conservatisme. Zo geven de drie partijen alle drie een eigen draai aan waarom het referendum een goede maatregel zou zijn.

Partijen voorPartijen tegen
D66CDA
SPVVD
OSFSGP
PVVPvdA*
50+GroenLinks*
FvD
CU
PvdD
Groep Otten
JA21 (Groep Nanninga)*trokken steun terug na amendement uitkomstdrempel van CU
Grondwetwijziging voor correctief referendum, stemkeuze in de Eerste Kamer 26 januari 2021

De initiatiefnemers: De Socialistische Partij en Van Raak

We beginnen met de SP die met Lilian Marijnissen de verkiezingen ingaan. SP Tweede Kamerlid Ronald van Raak nam het initiatief over om het bindend referendum in de grondwet op te nemen in 2019. De socialist kreeg genoeg steun in beide Kamers, zoals eerder besproken. 

Kamerlid Van Raak komt niet terug in de Tweede Kamer na de volgende verkiezing. De Socialistische Partij ziet het bindend referendum als een middel in Nederland democratischer maken. In het SP-verkiezingsprogramma wordt het correctief bindend referendum in één adem genoemd met betere bescherming voor klokkenluiders, meer invloed van werknemers in bedrijven en meer toezicht op politici en topambtenaren. 

De SP maakt ook geen onderscheid tussen referenda over nationale wetgeving en internationale verdragen, beide moeten via een referendum teruggeroepen kunnen worden. Ondanks de ideeën van de SP zijn er in de initiatiefwet van Van Raak een aantal uitzonderingen opgenomen waar geen referenda over mogen worden uitgeschreven. Deze uitzonderingsregels sluiten onder andere een Nexit-referendum uit of een referendum over het koningshuis. 

Forum voor Democratie: Referendum-herstelpakket

Referenda hebben een prominente rol gespeeld in de geschiedenis van Forum voor Democratie. De partij begon als een burgercomité in 2013 dat via een burgerinitiatief een referendum wilde houden over de overdracht van bevoegdheden naar de Europese Unie. Na de afwijzing van het burgerinitiatief door de Tweede Kamer richtte in 2015 Thierry Baudet Forum voor Democratie op als denktank en deed later mee aan de Tweede Kamerverkiezingen als de partij Forum voor Democratie. 

Forum is zeker bekommerd om de staat van democratie in Nederland, maar wellicht zit voor Forum ook een ander invalshoek aan referenda. Rechtse thema’s zoals strenger immigratiebeleid zijn populairder bij kiezers dan deze thema’s zijn in Den Haag. Een opiniepeiling van EenVandaag toonde in 2020 aan dat 78% van de panelleden vindt dat uitgeprocedeerde asielzoekers die niet meewerken aan hun uitzetting vervolgd moeten kunnen worden. Enkel de kiezers van Groenlinks waren voor het groter deel tegen. Die 78% staat voor een grote groep kiezers waar Forum graag gebruik van maakt.

Zoals het referendum er ligt, geeft het burgers de kans om wetten die aangenomen zijn door de Staten-Generaal af te wijzen, niet om wetten zelf te maken.

Ook het Oekraïne-referendum en eerder het referendum over de Europese grondwet lieten zien dat veel kiezers eurosceptisch zijn. De voorstanders van een Nexit (het uitstappen van Nederland uit de Europese Unie) zullen ongetwijfeld de exit teweeg willen brengen via een referendum. Alhoewel de wetswijziging referenda over internationale verdragen en beslissingen van supranationale organisaties uitsluit, is een correctief, bindend referendum een opstap om uiteindelijk over dit soort onderwerpen een referendum te kunnen houden. 

Betekent het dan dat referenda Forum en de PVV aan de macht gaan helpen via een achterdeurtje? Nee, dat niet. Zoals het referendum er ligt, geeft het burgers de kans om wetten die aangenomen zijn door de Staten-Generaal af te wijzen, niet om wetten zelf te maken. Het is correctief en corrigeert dus de politiek, maar kan de politiek niet dwingen beleid te maken dat de politiek niet wil. Het referendum kan niet radicaler beleid maken dan de Tweede Kamer zelf wil. 

D66: Dag raadgevend referendum, hallo bindend referendum!

De geschiedenis van referenda en D66 wordt gekenmerkt door pieken en dalen. Sinds de oprichting van D66 in 1966 staat de partij voor meer invloed van burgers in de politiek. De burger kan meer invloed krijgen over de politiek door bindende referenda. D66 heeft dit echter nooit weten te bereiken. D66 kwam dichtbij het instellen van een correctief, bindend referendum in 1999, maar toen de wetswijziging in Tweede lezing door de Eerste Kamer heen moest, stemde ondanks steun van de VVD in de Tweede Kamer uiteindelijk één VVD-senator tegen waardoor het voorstel niet de benodigde tweederde meerderheid kreeg. Deze beruchte Nacht van Wiegel is het verst dat een correctief, bindend referendum is gekomen sindsdien. 

D66 vindt wel dat referenda alleen mogen gaan over nationale wetgeving.

In 2014 kwam een gezamenlijke wet van D66, Groenlinks en de PvdA door de Eerste Kamer voor een raadgevend referendum. Op deze manier was de wet geen wijziging van de grondwet. Onder deze wet zijn het Oekraïne-referendum en het referendum op de sleepwet gehouden. Toen D66 echter de coalitie inging met de VVD, het CDA en de CU onder Rutte 3, heeft D66 ‘kroonjuweel’ het raadgevend referendum ingeleverd en stemde in met de afschaffing daarvan. 

Dat brengt ons tot de huidige verkiezingen. D66 is nu voorstander van een echt referendum. Het raadgevende referendum was maar een proefje en nu wil de partij dus het correctief, bindend referendum. Wel benadrukt de partij dat er enkele voorwaarden aan moeten zitten. Het referendum moet een noodrem zijn, en er kan geen ruimte zijn over de interpretatie van de consequenties van de uitslag. D66 vindt wel dat referenda alleen mogen gaan over nationale wetgeving. Een besluit van Brussel waar de Tweede Kamer mee moet instemmen kan dan niet aan een referendum worden onderworpen. 

De uitsluitingsgrond van Europese wetten is dan niet verwonderlijk, de gemiddelde Nederlander is minder Eurofiel dan D66.

De haken en ogen die D66 nu aan het referendum hangt zijn opmerkelijk, maar uit te leggen met dezelfde beweegreden waarmee rechts-populistische partijen nu referenda omarmen. Referenda geven partijen de kans om ideeën die populair in de politiek zijn, maar niet onder het volk, af te wijzen. De uitsluitingsgrond van Europese wetten is dan niet verwonderlijk, de gemiddelde Nederlander is minder Eurofiel dan D66.

Hoe D66, de SP en Forum nu een nieuwe Nacht van Wiegel willen voorkomen met het referendum-initiatief van Van Raak valt nog te bezien. Duidelijk is dat de partijen die steevast tegen het referendum zijn, de VVD en het CDA, sterk in de peilingen staan en de kans dat het initiatief door de tweede lezing heen komt, is daardoor klein.


Bron omslagfoto: Koppen van Europese kranten na het Nederlands referendum over de Europese grondwet in 2005 – de Volkskrant.

Geef een reactie