De staat van de democratische vernieuwing deel 3: Macht voor iedereen

‘Kanalen graven naar het centrum van de macht’. Dat was de opdracht die D66 aan zichzelf toebedeelde bij haar oprichting. De zogenaamde kroonjuwelen als het districtenstelsel, een gekozen premier en een referendum vormden de instrumenten voor die opdracht. In deel een en twee van deze serie beargumenteer ik waarom deze instrumenten voor D66 aan waarde hebben ingeboet: de grootste tekortkomingen van macht van burgers zijn niet langer politiek van aard. De opdracht die D66 zichzelf gaf staat daarentegen nog fier overeind. 

Wimer Heemskerk

Er is steeds directer invloed

Macht is niet veel anders dan het vermogen van de een om te bepalen hoe de ander zijn leven inricht. Een werkgever heeft een bepaalde macht over zijn werknemer, een ouder over zijn of haar kind en de inwoners van een dorp die het nabijgelegen dorp binnenvallen en platbranden over de inwoners daarvan. Onze overheid bestaat er om ons tegen de uitwassen van macht van anderen te beschermen. Om haar taak goed te kunnen doen, geven we de overheid heel veel macht: belastinggeld, een geweldsmonopolie, een heleboel informatie en het recht namens ons regels in te stellen en te handhaven. 

Om de macht van de overheid verder in toom te houden, hebben we weer een een heel politiek systeem opgetuigd. De kroonjuwelen van D66 zijn bedoeld om daarnaast de controle van burgers te versterken. Alleen: tegenwoordig hebben we door toegenomen volatiliteit en de opkomst van eerst de ‘traditionele’ media en later social media steeds directer invloed op de debatten en stemmingen in de Tweede Kamer. De Nederlandse politiek is vandaag de dag enorm responsief. Wat de kiezer vindt, maakt uit. Zo ervaren kiezers dat zelf ook, blijkt uit cijfers: waar in de jaren 60% van mening waren dat politici niet om hun mening geven, is dat nu nog slechts 40%. 

Niet iedereen voelt zich machtig

Opvallend is alleen dat onder lager opgeleide nog altijd 60% het gevoel heeft dat de politiek niet naar hen luistert, terwijl dat onder hoogopgeleiden minder dan 20% is. Die scheidslijn is geen nieuw probleem, wel een hardnekkige. Het is maar de vraag of de oplossing hiervoor geboden wordt door D66 haar traditionele instrumenten voor democratisering, gezien het gebruik de ruimte die er al is.

Zo is het sinds 2006 mogelijk een eigen burgerinitiatief op de agenda van de Tweede Kamer te krijgen. Maar heel weinig van de tot nu toe via deze weg ingediende voorstellen kwamen van de hand van ‘gewone burgers’. Vooral maatschappelijke organisaties, lobbyclubs en politieke partijen zelf slaan hiermee aan de haak. Ik zie weinig reden waarom dat bij een initiërende vorm van het referendum anders zou zijn. Dergelijke middelen zijn er vooral voor wie al politiek betrokken is.  

Interactie met ‘de overheid’ kan zelfs zorgen voor een gevoel van machteloosheid. Om een schrijnend voorbeeld aan te halen: de ondersteuning om burgers te wapenen tegen fouten van de overheid faalde in het geval van de toeslagenaffaire. Burgers raakten verstrikt in een onbegrijpelijk en niet empatisch web van regelingen en diensten. De toeslagen affaire heeft pijnlijk de grootste tekortkomingen van onze overheid blootgelegd. De belastingdienst heeft een ongekende macht uitgeoefend op het leven van de getroffen

Een studie naar macht binnen de overheid in 1999 wees ambtenaren al aan als meest invloedrijke actor.

gezinnen. De verantwoordelijke ministers en staatssecretarissen slaagden er niet in om grip te krijgen op deze werkzaamheden van de dienst. De Tweede Kamer faalde net zo goed in haar controlerende taak: ze bleek op dit dossier vrijwel machteloos. Een grotere invloed over regering en Tweede Kamer had burgers hier dus niet geholpen, terwijl het eindresultaat precies is wat D66 beloofd te bestrijden: machteloosheid tegenover de overheid. 

De grootste uitdaging van D66 ligt vandaag de dag niet meer in het vergroten van politieke macht van burgers, maar in het versterken van hun zelfbeschikking. In het toegankelijk en begrijpelijk maken van regelingen en dienstverlening. Een studie naar macht binnen de overheid in 1999 wees ambtenaren al aan als meest invloedrijke actor. ‘Kanalen graven naar het centrum van de macht’ betekent vandaag de dag veel meer dan het regelen van politieke invloed, maar het onder de loep nemen en aanpakken van de vele machtsstructuren die ons land rijk is. Een kanaal naar het hart van elk van de Nederlandse ministeries is daarbij een goed begin. 

Oftewel, D66 heeft een taak in het bevechten van bureaucratie, het opsplitsen van monopolies, het garanderen van goed functionerend rechtsbijstand, het goed inrichten van participatie op alle lagen van de overheid (en daarbuiten) en het behapbaar en begrijpelijk maken van dienstverlening. Dit alles draagt bij aan een meer democratische maatschappij, geheel in lijn met de originele taakstelling van D66. Dit zijn misschien niet de meest sexy onderwerpen, maar allen hebben vandaag de dag zij minstens evenveel impact op de zelfbeschikking, en dus de macht, van eenieder in Nederland als de traditionele democratische kroonjuwelen van D66.


Bron omslagfoto: Painting and Frame

Geef een reactie