Leven en liefhebben in vrijheid. LHBTI(+)-rechten in Nederland en Europa

Op 1 april van dit jaar is het zover: twintig jaar openstelling van het huwelijk voor koppels van het gelijke geslacht. Nederland was in 2001 koploper op dit vlak in Europa en ver daarbuiten. Nog steeds werkt de Nederlandse politiek aan de emancipatie van LHBTI-personen. Zo nam de Tweede Kamer afgelopen zomer een motie aan die seksuele gerichtheid (en handicap) toevoegt aan de non-discriminatiegronden van ons eerste grondwetsartikel. Ondertussen kunnen lhbti-activisten zich niet overal verblijden over overwinningen. Rusland kent al een tijd de wet tegen ‘homopropaganda’, Polen pocht met ‘lhbti-vrije zones’ en in Hongarije verliezen mensen hun rechten op adoptie en genderregistratie. Ook in West-Europa zijn er bewegingen die ‘het traditionele gezin’ willen beschermen. Dit artikel kijkt na 20 jaar openstelling van het huwelijk naar de huidige situatie in Europa en Nederland.

Kevin Hoogeveen

Europa

In een ranglijst van de ILGA-Europe (International Lesbian, Gay, Bisexual, Transgender and Intersex Association) staat Nederland op de dertiende plaats in een overzicht van 49 Europese landen, onder Malta, waar abortus nog illegaal is, en direct na Montenegro. De criteria voor de ranglijst verschillen van asielverlening aan mensen die vluchten omwille van hun seksuele geaardheid tot wettelijke bescherming van gelijke rechten. 

Het huwelijk is de afgelopen twintig in bijna geheel West-Europa opengesteld voor paren van gelijk geslacht.  Waar een huwelijk niet kan, is vaak wel een samenlevingscontract een optie, zoals in Italië, Estland en Griekenland. Adoptierechten en samenlevingscontracten zijn vaak aan openstellingen van het huwelijk voorafgegaan, zoals in Denemarken. Hier bestond in 1989 al de keuze voor het samenlevingscontract. Wereldwijd kunnen paren van hetzelfde geslacht in dertig landen trouwen.

Ideeën zijn niet aan grenzen gebonden.

In een groot deel van Oost-Europa is een samenlevingscontract uit den boze. Sterker nog, in Polen en Hongarije pakt de overheid actief rechten van mensen af, met name lhbti-rechten en vrouwenrechten. Alexander Hammelburg (COC) meldt mij dat nationale overheden zelfs gemeentes, zoals Warschau, onder druk zetten om LHBTI-ondersteunende projecten stop te zetten. Ook bestaan er zwarte lijsten van NGO’s  waarmee niet mag worden samengewerkt. Mensenrechtenactivisten moeten het eveneens ontgelden in deze landen met een inmiddels ontmantelde of ernstig verzwakte rechtsstaat. 

Hoewel Poolse en Hongaarse toestanden in West-Europa niet voorkomen, is toch ook hier hetzelfde soort gedachtegoed aanwezig. Conservatieve krachten roeren zich wanneer overheden een stap vooruit doen in het schrijven van lhbti-beschermende wetgeving. In Frankrijk meldt zich bijvoorbeeld de Manif pour tous-beweging, bekend van de grootschalige demonstraties tegen de openstelling van het huwelijk, nu de Senaat een wetswijziging gaat bekijken die onder meer medische bijstand bij een kinderwens van alleenstaande vrouwen en lesbische koppels mogelijk maakt. ‘Voor de mama’s, de papa’s en de kinderen’ beweren deze mensen de straat op te gaan. 

In Italië maakte een antidiscriminatiewet veel los. De wet richt zich onder andere tegen homo- en transfobie. Het wetsvoorstel is afgelopen november  door het Huis van Afgevaardigden aangenomen en maakt geweld tegen vrouwen en de lhbti-gemeenschap een haatmisdrijf. Naar alle verwachting neemt de Senaat de wet eveneens aan, al is het spannend. Er is wel even een politieke crisis tussengekomen. Weerstand komt vooral uit conservatieve hoek. Italiaanse bisschoppen noemen de wet overbodig, ‘omdat er al genoeg bescherming tegen discriminatie is.’ Zij vrezen, met andere conservatieve bewegingen, een inperking van de vrijheid van meningsuiting.

De ideologieën en conservatieve krachten die we in verschillende landen zien, zijn met elkaar verbonden. Ideeën zijn niet aan grenzen gebonden. Tekenend is steeds het verzet tegen de zogenaamde ‘genderideologie’ of ‘diversiteitsgekte’ en de angst voor een soort sociale omwenteling waarin ‘het traditionele gezin’ het onderspit zal delven. Een ideeëngeschiedenis voert hier te ver, maar een kort aanstippen van overeenkomsten is relevant. De ideeën zijn namelijk ook aanwezig in Nederland.

Nederland

In Nederland is het niet slecht toeven voor LHBTI-personen, maar er is nog werk aan de winkel. COC Nederland heeft in een brief aan politieke partijen een aantal verbeterpunten opgesomd. Een greep hieruit behelst een wettelijke verbod op genezingstherapieën, een wettelijke norm dat eenieder op scholen geaccepteerd wordt ongeacht seksuele oriëntatie, geslachtskenmerken, genderidentiteit of welke andere mogelijke uitsluitingsgrond dan ook, en een einde aan de discriminatie van homo- en biseksuele mannen bij bloeddonatie. Het Humanistisch Verbond heeft op verzoek van het Ministerie van Justitie en Veiligheid een gedragscode aangaande conversietherapie opgesteld, waarbij het Verbond als doel heeft een einde te maken aan de schadelijke ‘genezingstherapieën’ in samenwerking en samenspraak met religieuze en levensbeschouwelijke organisaties.

De ophef rond homofobe identiteitsverklaringen op reformatorische scholen is een van de meest recente episodes in het Nederlandse maatschappelijke debat over de verhouding tussen levensbeschouwing, vrijheid van meningsuiting (en onderwijs) en de vrijheid (en het recht) van het individu te leven en lief te hebben zoals diegene wil. Eerder zagen we ook de Nashvilleverklaring. Recentelijk sneed de katholieke bisschoppenconferentie de banden met het Radboud MC en de Radboud Universiteit door, onder meer door de komst van een transgendercentrum in het ziekenhuis. Hoe zien politieke partijen de verhouding tussen godsdienstvrijheid en mensenrechten?

Er bestaat  bij sommige politieke partijen een verschil tussen het woordelijk ondersteunen van de LHBTI-gemeenschap en het stemgedrag in de Tweede Kamer in de praktijk. Sommige partijen vinden het beschermen van lhbti-belangen bijvoorbeeld geen wezenlijk onderdeel van het buitenlandbeleid, zoals ook blijkt uit verkiezingsprogramma’s. Sommige vinden bescherming tegen discriminatie op grond van seksuele gerichtheid niet belangrijk genoeg om in de grondwet op te nemen, of stemmen tegen een verbod op conversietherapie.

Besluit

Er zijn overwinningen geboekt op de weg naar gelijkheid en vrijheid, maar de strijd is nog niet gestreden. Voor wie LHBTI-belangen aan het hart gaan, is het van belang goed te letten op het eigenlijke stemgedrag van politici in de Kamers bij het uitbrengen van hun bij de aankomende verkiezingen. D66 heeft echte strijders in de partijgelederen, zoals senator Boris Dittrich en Tweede Kamerlid Vera Bergkamp. 

Het COC zou graag zien dat Nederland op de ILGA-ranglijst stijgt naar de eerste plaats. Idealiter staan alle landen van de wereld ooit allemaal op een gedeelde eerste plaats. Mensenrechtenorganisaties zetten zich in voor lhbti-rechten. Laten we ons hier ook als individuen voor blijven inzetten, opdat niemand zich door een ander beperkt hoeft te weten in de wijze waarop hij, zij of hen leeft en liefheeft.


Foto: Sharon McCutcheon op Unsplash

Geef een reactie