Vind je het nog wel leuk? Een vraag die de laatste tijd vaak aan mij gesteld wordt. Het slaat op mijn bestuursjaar. Als ik dan vraag wat mensen bedoelen, is het antwoord vaak: ja, het is toch anders dan andere bestuursjaren, zo vanuit huis. En dat klopt. Het is anders dan andere bestuursjaren. En om de vraag meteen te beantwoorden: het is fantastisch om bestuur bij de JD te doen, maar het is zeker anders dan verwacht.
Zo had ik bijvoorbeeld nooit verwacht dat ik in mijn pyjamabroek deel zou nemen aan de fractievergaderingen van D66, of gesprekken zou voeren met ministers. Wat ik ook niet had verwacht is dat regels en beperkingen zo de boventoon van mijn bestuursjaar zouden voeren. Normaal ben ik altijd op zoek naar de mogelijkheden en grenzen, in de hoop die toch net een beetje op te kunnen rekken. Iets waar wij als JD vaak toch erg goed in zijn. Dat komt mede doordat wij als JD’ers veel waarde hechten aan onze vrijheid. De kleine vrijheden waardoor we op een congres slap kunnen lullen over één of andere economische maatregel, waarbij we tot ergernis van de CVZ ver over onze tijd heen gaan. De vrijheid om het na datzelfde congres nét te laat te maken op het congresfeest en daarbij te kunnen dragen wat we willen. Maar ook over de grotere vrijheden, zoals de vrijheid om te zijn wie we zijn en te doen wat we willen doen. Die vrijheden mis ik.
En iedere keer dat deze vraag aan mij wordt gesteld, denk ik natuurlijk niet alleen aan mezelf en mijn eigen bestuur, maar ook steeds weer aan de gehele vereniging. Wij worden namelijk allemaal hard geraakt en het is geen zwaktebod om dat toe te geven. Hoewel er niet veel verandert aan de status quo – en ik nog steeds in mijn pyjamabroek aan kan sluiten bij de fractievergadering van D66, net als de week hiervoor en de week daarvoor – valt het nieuws bij veel mensen toch zwaar.
In deze voorzittershamer wil ik daarom aandacht besteden aan alle mensen die zich ondanks de crisis toch ongelooflijk hard in blijven zetten voor de JD. Er wordt namelijk mokerhard gewerkt. Dat zie ik telkens weer, bij elke activiteit, bij elk FEO en bij elk opiniestuk in de media. Steeds weer ben ik verwonderd over de creativiteit die de actieve leden laten zien en de volharding. Want dat harde werken, daar krijg je niet altijd even veel voor terug als normaal. Toch zorgt iedereen die zich inzet voor onze vereniging, op diens eigen manier – als afdelingsbestuurder, portefeuillehouder, werkgroeplid of gewoon als actieve JD’er – ervoor dat onze vereniging óók in deze tijd blijft doorbloeien. En dat is iets waar ik super trots op ben.
Juist in deze tijd. Corona, een vallend kabinet en alle bijkomende lockdowns maken wat wij doen des te relevanter. Juist nu moeten wij ons verhaal laten horen. Juist nu moeten wij ervoor zorgen dat alle jongeren in het land vrij zijn om hun eigen toekomst te kiezen. En juist nu, na de toeslagenaffaire zou het belang van nieuw leiderschap wel eens echt duidelijk kunnen gaan worden. Daarom mag heel Nederland, in de opmars van de campagne, weten waar wij voor staan. Weten hoe wij als Jonge Democraten het nieuwe normaal in zouden willen vullen en weten wat wij verwachten van dat broodnodige nieuwe leiderschap.
En daarom zetten wij als Jonge Democraten wel door! Eerst richting de verkiezingen van 17 maart, en daarna richting het begin van het vaccinatieprogramma. Niet te vergeten ook het einde van het ‘nieuwe normaal,’ iets dat wat mij betreft al lang zijn tijd heeft gehad. Zodat we hopelijk snel weer met zijn allen elkaar weer kunnen zien en het kunnen hebben over hoe we deze bizarre tijd toch maar mooi hebben doorstaan!
Lieve JD’ers bedankt voor jullie harde werk en inzet. Het wordt gezien en enorm gewaardeerd.
Léonie Janssen
Bron foto: Jurgen Verhagen