Veel JD’ers en D66’ers zullen afgelopen vrijdagmiddag 27 november een explosie op hun Whatsapp hebben gezien. Het spannende moment was namelijk eindelijk daar: de uitslagen van de amendementen op het verkiezingsprogramma. Nieuwe informatie leek dit echter niet te brengen. Wie al wist welk stemadvies het Landelijk Bestuur van D66 aan de voorstellen had toegekend, kon achteraf gezien ook de uitslag al voorspellen, immers zijn alle ca. 450 ontraden amendementen verworpen. Hoe zien de cijfers er dan precies uit? Waarom zijn ze zo ‘extreem’? Moeten we dit erg vinden? En concreet: wat moet er anders? Op deze vier vragen probeer ik in dit essay een antwoord te geven.
Inzending van: Thomas Vissers
De Putinesque percentages
Eerst even de feiten. Zo’n 450 van de ruim 800 amendementen die zijn ingediend op herverkiezingsprogramma werden ontraden door het Landelijk Bestuur van D66 (vanaf nu het ‘LB’). Geen enkele van deze amendementen is uiteindelijk ingestemd. Spannend waren die stemmingen ook niet bepaald. Werd je amendement gesteund door het LB dan kon je in vrijwel alle gevallen rekenen op meer dan 90% steun. In het geval van ‘ontraden’ was dit andersom. Dat werd de kiezer extra makkelijk gemaakt door links van een ‘voor’ en ‘tegen’ knop een ‘stemadvies volgen’ knop bij te voegen. Ik kan wel wat mensen bedenken die zich erg comfortabel zouden voelen met dit soort getallen, maar voor leden van een partij met een grote letter ‘D’ in de naam is het toch wat onwennig. Het advies ‘neutraal’ was toegeschreven aan slechts drie amendementen, ieder een stuk spannender dan de rest (de meest spannende haalde het net met 50,9% van de stemmen). Als laatste viel ook het opkomstpercentage op. Al heeft in totaal ruim 5% van de stemgerechtigde leden op minstens één amendement gestemd, komen veruit de meeste amendementen niet ver boven de 1% opkomst uit, goed voor een paar honderd stemmen. Het doet, met enige ironie, denken aan een spreekwoordelijke ‘één procent’ die de touwtjes in handen heeft.
Kleine opkomst, grote gevolgen
Bij eerste lezing verschijnt al snel de vraag hoe deze stemmingen ons zo’n bijzondere uitslag hebben opgeleverd. Je zou grofweg drie verklaringen kunnen geven voor de radicale uitslagen (die elkaar overigens niet uitsluiten), waarvan ik betoog dat de laatste succesvol de koe bij de horens vat.
- Het LB heeft perfect werk geleverd en precies ingeschat hoe de gemiddelde D66’er stemt bij elk amendement.
Hier zijn twee problemen mee. Ten eerste, zelfs al zou het LB perfect het ‘voor’ of ‘tegen’ inschatten, is het praktisch nog steeds onmogelijk dat vrijwel alle amendementen slechts ‘radicaal voor’ of ‘radicaal tegen’ zijn. Bovendien weten we uit ervaring dat er regelmatig voorstellen zijn die, pak ‘m beet, met 60% worden ingestemd. Ten tweede ben ik weinig partijgenoten tegen het lijf gelopen die zouden beweren dat de argumentatie waarop het LB haar advies baseerde altijd waterdicht was. Dat is niet minder dan logisch, het LB is geen supercomputer.
2. D66’ers zouden in zeer hoge mate gewoon het stemadvies overnemen.
Dit lijkt wederom onwaarschijnlijk. Congressen uit het verleden laten zien dat aan discussie geen tekort is, voorstellen regelmatig met de geringste marges slagen/sneuvelen en er op regelmatige basis ook van stemadviezen wordt afgeweken. Een recent voorbeeld nog vers in het JD-geheugen zijn de moties die opriepen tot het verlagen van de maximumsnelheid naar 90 km/h of het verwijderen van bombastische rode lichten bij elk ontraden voorstel. Kortom, D66’ers zijn geen schapen en kunnen prima zelf nadenken, zoals je zou verwachten van een democratische partijen. Vertrouwen op de eigen kracht van mensen, toch?
3. Het lage opkomstpercentage is niet representatief, maar bestaat voor een aanzienlijk deel uit stemmers die geneigd waren het eens te zijn met LB-adviezen.
De meest betrokken partijleden bekleden vaak een functie en hebben een groot netwerk binnen de partij. Dat maakt dat deze groep gemiddeld dichter bij het Landelijk Bestuur staat en zo overwegingen deelt of daar zelfs invloed op heeft gehad in de totstandkoming van het verkiezingsprogramma en preadviezen. Gezien een gemiddeld amendement zo’n 350 stemmen kon verwachten kan een vrij kleine groep dus veel invloed hebben. Begrijp me niet verkeerd, ik doe hier geen populistische kreet over ‘een partij-establishment dat de verkiezing heeft gekaapt’, maar een eigen interpretatie die stelt dat de uitslag een logisch gevolg zou kunnen zijn van de huidige opkomst. Het zou me niet verbazen als een Tweede Kamerlid net zo verrast is door de overweldigende aard van de uitslagen als ieder ander partijlid.
Voorwaarden voor voldoening
Is hier sprake van een probleem als opkomst de grote boosdoener is? Is het niet aan mensen zelf of ze voor amendementen willen stemmen?
In principe wel. Echter is deze opkomst relatief en absoluut zo laag dat het ergens raar voelt het hoofdstuk daarmee af te sluiten. Dat gevoel wordt naar mijn mening veroorzaakt door twee voorwaarden waar we in ieder geval aan willen voldoen voordat we tevreden zijn met de opkomst bij verkiezingen.
Voorwaarde 1: Laagdrempeligheid
Mensen mogen niet beperkt worden in hun vermogen om te stemmen, dit moet zo makkelijk mogelijk worden gemaakt.
Voorwaarde 2 Het democratische ideaal
De idealen van D66 maken het een partij die bij uitstek een levendige partijdemocratie dient na te streven.
In de onderstaande twee paragrafen geef ik voor beide voorwaarden drie problemen die je zou kunnen signaleren waardoor er bij deze stemmingen niet geheel aan werd voldaan. Ook wel zo eerlijk om even te benoemen: onderstaande problemen zijn niet eenduidig bij het LB neer te leggen. Het is, zoals we zo zullen zien, een lastige mix van omstandigheden waaronder het verlies van fysieke samenkomst, het enthousiasme van leden en tekortkomingen in het Huishoudelijk Regelement (HR). Dit soort factoren maakten perfecte resultaten hier vooraf al praktisch onmogelijk. Laten we daarom vooral constructief-kritisch kijken met het gedeelde doel de partij beter maken.
Lage dijken, hoge drempels
Alle leden moeten laagdrempelig kunnen meedoen aan verkiezingen. Wie kan het daar niet mee eens zijn? Toch zitten hier nog wat beren op de weg. Laten we van een veilige afstand drie van die beren eens met de verrekijker bestuderen.
Ten eerste is communicatie een factor. Al zijn D66-leden per mail op de hoogte gebracht van de stemmingen, is het belangrijk om te blijven kijken naar hoe je verschillende groepen in de partij bereikt. Zo was de ‘Q&A met het bestuur’ (bestuursverantwoording) zowat verstopt op de woensdagavond, illustratief daarvoor is het feit dat slechts één lid van de partij zich hiervoor had aangemeld (uiteraard een Jonge Democraat!). In een verkiezingscongres vol cruciale besluiten zou je toch meer verwachten.
Eerlijk is eerlijk, dit illustreert meteen hoe ondanks mogelijke verbeteringen er geen magische ‘one-size-fits-all’ oplossing bestaat.
Thomas Vissers – Jonge Democraat en D66’er
Een tweede punt is de digitale omgeving. Deze was regelmatig traag, had voor veel browsers een onoverzichtelijke display en functies zoals de zoekfunctie werkten vaak niet. Het helpt niet dat men vijf dagen had voor de stemming, namelijk een zondagavond en verder een halve werkweek. Veel mensen zijn overdag aan het werk en probeerden ’s avonds met z’n allen te stemmen via een site die regelmatig moeite had al dit enthousiasme te verwerken. De relatief technisch kundige JD’er kwam al veel problemen tegen op de site, laat staan partijgenoten op leeftijd met minder sterke digitale vaardigheden. Het vinden van de stemming kan voor hen al een uitdaging kan zijn, wat een duidelijke drempel opwerpt.
Een derde punt is de enorme hoeveelheid amendementen. Weinig mensen hebben zin en tijd om er binnen vijf dagen zo’n 800 door te spitten. Paradoxaal genoeg is de lage opkomst dus deels een gevolg van het enthousiasme van de leden. Normaal helpt het al dat een deel online kan worden gedaan en de grote discussies fysiek op het congres kunnen worden behandeld. Dat is nu niet mogelijk. Een ander probleem is de vele clusters die je tegenkomt met telkens meerdere amendementen met dezelfde strekking. Neem verder mee dat er weinig informatie is die bijvoorbeeld het belang van kwaliteit over kwantiteit benadrukt en het stemsysteem weinig doet om amendementen overzichtelijker thematisch te kunnen indelen. En zouden de stemmen die oproepen tot bondigere verkiezingsprogramma’s op dit vlak misschien (ook) een punt hebben? Dan is er nog de relatief lage handtekeningendrempel (0,1% van de stemgerechtigde leden) om amendementen in te dienen, maar als je daar niet voorzichtig mee bent schaad je de democratische toegankelijkheid meer dan je deze verbetert. Eerlijk is eerlijk, dit illustreert meteen hoe ondanks mogelijke verbeteringen er geen magische ‘one-size-fits-all’ oplossing bestaat.
De geest uit de fles
Laagdrempeligheid is dus een issue, maar onze democratische idealen staan ons bij uitstek niet toe om tevreden te zijn met een dergelijk lage opkomst. Ook hiervoor ga ik in op drie redenen.
D66 is nog altijd een partij die streeft naar een ‘radicale democratisering van de samenleving’. Dit sentiment is nauw verbonden met ons emancipatoire sociaalliberale gedachtegoed. Laten we daarom juist ook binnen de partij mensen stimuleren mee te doen en hun stem te laten horen. Momenteel wordt er nog te weinig gedaan binnen de partij om leden echt te activeren en te helpen om hun stem te laten horen. Congressen zijn gevuld met interessante speeches, maar moeten we zowel landelijk als lokaal niet meer aandacht besteden aan regelmatige trainingen waarin we mensen uitleggen hoe het stemmingsproces bij ons werkt? Welke democratische middelen er allemaal voorhanden zijn? Of hoe we jouw passie en expertise op een onderwerp kunnen omvormen in een strak voorstel dat aan alle formele en informele eisen voldoet? Avonden die draaien om debat, het delen van kennis of simpelweg het gevoel ergens thuis te horen door gezelligheid zorgen er ook voor dat we mensen meer meenemen. Zo kan een rijke verenigingssfeer dus al een stap zijn richting meer handvaten en motivatie om betrokken te zijn in de partijdemocratie.
“Respect voor de autonomie van onze partijleden schiet volgens mij echter tekort wanneer we op meer dan 99% van de amendementen een simpele ‘overnemen’ of ‘ontraden’ stempel drukken […]”
Thomas Vissers – Jonge Democraat en D66’er
Een ander punt betreft een stukje ‘leading by example’. Onze nieuwe partijleider spreekt terecht over de noodzaak van nieuw leiderschap. Laat een voorbeeld van dat leiderschap dan zijn dat we binnen D66 kunnen spreken van een bruisende partijdemocratie, de geest waarvan wij heel Nederland toewensen. Een optimistisch en hoopvol alternatief op het autoritaire en instabiele management dat we alleen al afgelopen weken zagen in partijen als de SP en FvD. Het aanzien van zo’n democratische partij kan ook het draagvlak van democratiseringsvoorstellen, het dramatische gehalte van partijlidmaatschap in Nederland en de lidmaatschapcijfers van D66 positief beïnvloeden. Een positieve participatie loop!
Als laatste vooronderstelt het sociaalliberale geloof in democratie ook een basaal vertrouwen in het menselijk vermogen geïnformeerde keuzes te maken. In termen van de bekende richtingwijzer: ‘vertrouwen op de eigen kracht van mensen’. Respect voor de autonomie van onze partijleden schiet volgens mij echter tekort wanneer we op meer dan 99% van de amendementen een simpele ‘overnemen’ of ‘ontraden’ stempel drukken en leden vervolgens bijna betuttelend faciliteren met een ‘stemadvies volgen’ knop. Voor het bijvoegen van een toelichting met cruciale context bij een voorstel is wat mij betreft goede reden, maar de vraag is of het vervolgens aan het LB is om de afweging in te vullen voor iemand die in de eerste plaats al betrokken genoeg is om lid te worden van een partij en te gaan stemmen op amendementen. Dit is natuurlijk nog maar de top van de ijsberg wat betreft de belangrijke discussie over hoe je democratie binnen de partij vorm zou moeten geven, zoals te zien in diverse democratiseringsmoties op het congres. Een discussie die ongetwijfeld nog wordt vervolgd.
Van lullen naar poetsen
Het moge duidelijk zijn: de partijstructuur- en cultuur zijn nooit af. Juist is een belangrijk onderdeel van democratie. Echter weten we: de beste stuurlui staan aan wal. Daarom wil ik eindigen met alvast vast vijf concrete aanpassingsvoorstellen richting het LB en de partij, om te laten zien dat dat ook kan. Dat maakt dit niet het eindpunt maar veeleer het beginpunt van een gezamenlijke discussie in de partij over allerlei aspecten van de partijdemocratie. Dat gezegd hebbende stel ik voor:
- Breng indieners van clusters met voorstellen met eenzelfde strekking samen om te kijken of deze samengevoegd kunnen worden.
- Investeer financiële middelen in digitale voorzieningen zodat leden met een site kunnen werken met een duidelijke opmaak, korte laadtijden en werkende functies (zoals zoekfuncties en tabbladen per thema).
- Verwijder de ‘stemadvies overnemen’ knop uit het stemformulier.
- Verander stemadviezen in neutrale toelichtingen.
- Ondersteun en train afdelingsbesturen bij het creëren van een rijk verenigingsleven via bijvoorbeeld regelmatige open trainingen in politieke vaardigheden.
Je hoeft het hier niet mee eens te zijn, maar ook door die botsing is er energie gericht op het elke keer weer een stapje beter maken van het stemmingsproces binnen D66. Die botsing is op zichzelf namelijk een uiting van een levendige partijdemocratie. Zo zorgen we samen voor laagdrempelige verkiezingen, het waarmaken van onze democratische idealen en niet te vergeten het indammen van Whatsappstormen na iedere ronde van stemmingen.

Bron omslagfoto: Wikimedia Commons, het ‘Dialoog’ van Jan Snoeck (1927-2018). Churchillplein Deventer.