De aandeelhouder wint?

Dit artikel trapt de DEMO-themamaand over wereldmachten af. Niet alleen politieke macht komt deze maand ter sprake. Machthebbers zijn meer dan enkel politici. Religieuze leiders hebben bijvoorbeeld ook invloed. Verder blijven de gevolgen van beleidskeuzes van sommige bedrijven niet beperkt tot het bedrijf dat de beslissing heeft gemaakt. Dit artikel houdt zich bezig met zulke bedrijven. Na een korte inleiding volgt een casus uit de farmaceutische industrie. Op het eind maken we de balans op.

Kevin Hoogeveen & Annabel Broer

Hoe ziet zo’n  bedrijf er organisatorisch uit? Kort gezegd zijn aandeelhouders de eigenaars van een bedrijf. De aandeelhoudersvergadering stelt bijna altijd een directie aan die zich bezighoudt met het dagelijks bestuur. Hoe meer aandelen, des te zwaarder weegt je stem op een algemene vergadering van aandeelhouders. De directie is verantwoording verschuldigd aan de aandeelhouders. Staten kunnen aandeelhouder zijn, zoals de Nederlandse staat dat is bij KLM.

Bedrijven dienen zich uiteraard te bewegen binnen het kader dat (inter)nationale wetgeving hun biedt. Aandeelhouders binnen de Europese Unie mogen niet door nationale wetgeving beperkt worden  in het uitoefen van hun taak als aandeelhouder wanneer het bedrijf in een ander land gevestigd is, bijvoorbeeld bij het stemmen. Volgens de EU-richtlijn is de wetgeving van het vestigingsland van het bedrijf van kracht. Buiten het waken over de rechten van aandeelhouders, spant de Nederlandse overheid zich ook in om toezicht te houden op bedrijven, om te zorgen dat zij zich aan de afspraken houden. Wanneer het fout gaat, laat het Openbaar Ministerie van zich horen, zoals we zagen bij de witwas-affaire bij ING. 

“Tegelijkertijd proberen grote bedrijven ook invloed uit te oefenen op diezelfde overheid die ze in de gaten hoort te houden.”

Het kaders stellen lijkt de overheid alleen niet altijd goed af te gaan. Zo lukt het de Nederlandse overheid niet om strenge eisen te stellen aan de dividenduitkeringen en bonussen bij coronasteun van bedrijven met een buitenlands moederbedrijf. Hebben directeurs (gekozen door een aandeelhoudersvergadering) hier meer macht dan bewindslieden met democratisch mandaat?

Tegelijkertijd proberen grote bedrijven ook invloed uit te oefenen op diezelfde overheid die ze in de gaten hoort te houden. Zo hebben Deense onderzoeksjournalisten onlangs bijvoorbeeld aangetoond dat klimaatscepticisme en de verspreiding van desinformatie en nepnieuws over klimaatverandering voor een groot deel gefinancierd is door grote oliebedrijven.

Big Farma

Ter illustratie zoomen we in op de farmaceutische industrie. Een industrie die zich inzet voor een publiek doel maar tegelijk wereldwijd tot de meest winstgevende bedrijfstakken hoort. Juist nu met COVID-19 komt de maatschappelijke rol van farmaceutische bedrijven weer ter sprake. AstraZeneca mag dan COVID-19-vaccinaties tegen kostprijs gaan verkopen; dit doet de farmaceut omdat de Universiteit van Oxford (die noodzakelijke kennis hadden voor het ontwikkelen van een vaccin) expliciet gezocht heeft naar een bedrijf dat bereid was dit te doen alvorens de universiteit aan samenwerking begon.

Al jaren wordt er gediscussieerd over de prijsstelling van geneesmiddelen. De kernvraag is steeds waar de balans ligt tussen maatschappelijke verantwoordelijkheid van farmaceutische bedrijven enerzijds en de verantwoordelijkheid om voldoende geld binnen te halen voor aandeelhouders anderzijds.

Prijsopbouw

Doorgaans is de prijs van een geneesmiddel opgebouwd uit een aantal kostenposten:

  • Onderzoek en ontwikkeling (ook wel de R&D)
  • Productiekosten
  •  Marketing kosten
  • Marge groothandel
  • Winstmarge voor de fabrikant

Het is vaak onduidelijk welk percentage elke kostenpost vertegenwoordigt van het totaalbedrag. 

Critici

Critici kaarten aan dat de netto winstpercentages bij sommige bedrijven rond de 20% liggen (terwijl dit percentage bij vrijwel alle andere bedrijfssectoren veel lager ligt). Ook wordt aangedragen dat de marketingkosten vele malen hoger kunnen zijn dan de feitelijke onderzoekskosten. De prijsstelling zou gebaseerd zijn op ‘value based pricing’; de prijs wordt bepaald aan de hand van wat een samenleving bereid is voor een middel te betalen (in plaats van aan de hand van de daadwerkelijke kostprijs van het medicijn). Iets wat extra vraagtekens oproept als je weet dat een deel van het fundamentele onderzoek naar nieuwe medicijnen gebeurt aan publieke onderzoeksinstellingen. Bijvoorbeeld wanneer de scheikundige basisstof van een nieuw medicijn wordt ontdekt aan een universiteit die met belastinggeld betaald wordt.  

Aandeelhouders

De (mogelijk) hoge winstpercentages worden door farmaceutische bedrijven verdedigt omdat aandeelhouders een flinke beloning verwachten voor hun investering. Aandelen kopen in farmaciebedrijven is immers een erg risicovolle investering. Het grootse deel van de medicijnen die onderzocht worden halen nooit de eindstreep. Daarom moeten alle kosten die gepaard gaan bij de ‘mislukte medicijnen’ gecompenseerd worden door de opbrengsten van de paar medicijnen die wel een succes blijken te zijn.

Het debat wordt bemoeilijkt doordat de uiteindelijke prijs van medicijnen doorgaans niet bekend is. Dat komt omdat er tussen landen die middelen inkopen en farmaceuten vaak geheime onderhandelingen gevoerd worden over de uiteindelijke medicijnprijs.

Wettelijke kaders

Hoe zit het met de wettelijke kaders? De toelating van geneesmiddelen op de Europese markt wordt gereguleerd door de European Medicines Agency (EMA) en op nationaal niveau door het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen (CBG). Onderling werken ze nauw samen en kijken ze met name naar de veiligheid en kwaliteit van de middelen voor ze de Europese of Nederlandse markt mogen betreden. Meestal gaat dat goed; al bleek uit een affaire met vervuilde diabetespillen dat zelfs de EMA niet altijd de kwaliteit van ingevoerde geneesmiddelen kan waarborgen.

Verder speelt de Rijksoverheid (geadviseerd door het CBG) een belangrijke rol bij het onderhandelen over geneesmiddelenprijzen. Als er een nieuw middel op de markt komt kan de minister van VWS in het geheim onderhandelen over de prijs van dat middel. Wat de uiteindelijke prijs is blijft geheim. Wel wordt elk jaar bekend gemaakt hoeveel de minister in totaal ‘bespaard’ heeft met alle geneesmiddelonderhandelingen van dat jaar. 

In uitzonderlijke situaties – zoals nu met COVID-19 – kan zelfs op Europees niveau onderhandeld worden met farmaceuten. De EU onderhandelt momenteel over de prijzen van corona-vaccins met verschillende producenten. Omdat de EU een veel grotere markt vertegenwoordigt, heeft ze een sterkere marktpositie. 

Stof tot nadenken

Dit voorbeeld van de farmaceutische industrie illustreert de bijzondere machtspositie van bedrijven. Een macht die minder onderhevig is aan ‘checks and balances’ dan veel andere machtsposities (zoals de regering, volksvertegenwoordigers en internationale koepelorganisaties). De politiek legt de kaders vast waarbinnen bedrijven mogen opereren, maar verder is binnen dit speelveld weinig wat ethisch handelen ondersteunt. Vaak is het primaire doel van een bedrijf om de aandeelhouders tevreden te houden en aandeelhouders willen nou eenmaal een redelijk dividend ontvangen voor hun (risicovolle) investering. De aandeelhouder is daarbij redelijk anoniem, en overziet vaak niet welke afwegingen een bedrijf maakt bij het laveren tussen ethische keuzes en economische prikkels.
Kortom; er ontstaat een inherent spanningsveld in het systeem tussen de maatschappij, het bedrijf en de aandeelhouder. Dat is goed zichtbaar bij de prijzen van medicijnen. Het is voor de aandeelhouder belangrijk om dividend te krijgen, voor de farmaceut belangrijk om de aandeelhouder te belonen en de burger koopt het medicijn tóch wel omdat het een noodzakelijk goed is. 

Is er een alternatief? Moeten we achter ROOD aan het kapitalisme volledig failliet verklaren? Er zijn gelukkig ook andere opties. Zo kunnen we proberen om ethisch handelen een grotere rol te laten spelen in aandeelhouderschap. Banken of pensioenfondsen kunnen bijvoorbeeld nadrukkelijk wel of juist niet in bepaalde omstreden sectoren investeren. Of denk aan Follow This – een vereniging van ‘groene aandeelhouders’ van Shell die zich inzetten voor verduurzaming van de oliereus.
Ook kunnen de kaders vanuit de overheid worden aangescherpt. Door komende Tweede Kamer verkiezingen te stemmen op kandidaat-parlementariërs die zich hierop richten kan je al invloed uitoefenen. En een van onze eigen toffe initiatieven blijft toch wel License to Heal. Dit is in 2015 gestart door een clubje Utrechtse JD’ers om aandacht te vragen voor maatschappelijk verantwoorde medicijnprijzen en loopt nog tot op de dag van vandaag!


Bron omslagfoto: W.carter

Geef een reactie