
Hoe zorgen we dat we door heel Europa kunnen blijven reizen zonder het klimaat naar de knoppen te helpen? Dit was de uitdaging die de werkgroep Ruimte & Mobiliteit zichzelf een half jaar geleden stelde. Het resultaat is het plan Railroad to the Future. Een plan voor de aanleg van verzameling hogesnelheidslijnen van Liverpool tot Istanbul en van Moskou tot Sevilla. Aanstaande dinsdag 22 september wordt het volledige plan aangeboden aan staatssecretaris Stientje van Veldhoven (D66) op het Binnenhof.
Minder vliegen, meer met de trein. Dat is de oplossing van klimaat partijen als D66 en GroenLinks om het aantal – super vervuilende – vluchten vanuit Nederland terug te dringen. Maar wie in Schiphol op het vliegtuig stapt, reist binnen 2 uur en 35 minuten naar Madrid. Wie de trein pakt, doet daar een volledige dag én nacht over. Bepaald geen redelijk alternatief. Daarom wil de werkgroep mobiliteit en ruimte van de Jonge Democraten dat de portemonnee wordt getrokken voor een netwerk van hogesnelheidslijnen (ook wel HSL-netwerk genoemd) voor treinen door heel Europa. Worden de plannen van de werkgroep werkelijkheid, dan worden alle reizen per trein binnen 700 km even snel of sneller bereikbaar dan met het vliegtuig. Ook de reistijd naar verdere steden – zoals Madrid – wordt hiermee flink ingekort. “Ons doel is ervoor te zorgen dat heel Europa voor iedereen op een duurzame manier bereikbaar is. De trein is daarbij het enige alternatief op vliegen.” licht portefeuillehouder Ruimte & Mobiliteit Stijn Wenders toe.
Wonen in Nederland, werken in Berlijn
Op dit moment ligt er één HSL-lijn in Nederland, van Amsterdam naar Parijs. Als het aan de werkgroep ruimte en mobiliteit ligt, komen er daar nog twee bij. Eén via Groningen naar Berlijn en één via Eindhoven naar Praag. Het nieuw aan te leggen HSL netwerk moet daarmee twee doelen dienen: de reistijd naar Europese hoofdsteden fors inkorten én de belangrijke economische regio’s met elkaar verbinden. Want het gaat de werkgroep niet enkel om vakantiegangers. Stijn: “Mobiliteit is een voorwaarde voor economische ontwikkeling. Een HSL netwerk maakt internationaal woon-werk verkeer tussen bijvoorbeeld Amsterdam en Berlijn mogelijk, maar ook nationaal woon-werk verkeer tussen bijvoorbeeld Amsterdam en Groningen, daarvoor zijn onze verbindingen nu nog te slecht.” Zo moet het HSL-netwerk ook een forse investering in de Nederlandse grensregio’s zijn. “Ze zijn niet langer grensregio’s in eigen land, maar liggen midden in Europa.”
Het HSL-netwerk zou als kapstok gaan dienen voor het Nederlandse nationale treinnetwerk. Stijn: “We moeten zorgen dat die internationale lijnen óók nationaal meerwaarde hebben. Dan breng je Randstad en regio dichter bij elkaar, wat de druk van de ketel haalt in de overkokende Randstad en ontwikkelkansen biedt aan de regio.” Utrecht blijft daarbij het centrum voor nationaal treinverkeer, op Amsterdam Schiphol komen de internationale HSL-lijnen samen. Zo wordt ook de business-case van Schiphol duurzamer: wie vanuit andere continenten naar Schiphol vliegt, is vanuit daar met heel Europa verbonden.
Ons plan past daar perfect in, de aanleg van spoor levert enorm veel banen op. Daarnaast worden jaarlijks miljarden aan maatschappelijke kosten, die CO2 uitstoot geven, bespaard.
Stijn Wenders – Portefeuillehouder Ruimte & Mobiliteit
Dat een dergelijk internationaal treinennetwerk Europese coördinatie vereist, blijkt volgens Stijn uit de huidige moeizame samenwerking tussen landen. “De dienstregeling wordt nu nationaal geregeld, hierbij wordt er een soort koehandel gespeeld tussen provinciesteden over waar een trein allemaal moet stoppen. Wil je echt goede internationale verbindingen, dan moet je de keuze durven te maken om bijvoorbeeld Lelystad over te slaan.” De werkgroep wil daarom een Europese Prorail oprichten, die verantwoordelijk is voor het beheer en aanleg van het spoor en de bijbehorende tunnels, bruggen en stations. Op dit spoor kunnen dan aannemers zoals de NS internationaal concurreren. Ten slotte wil de werkgroep toewerken naar een Europees ov-chipsysteem, naar Nederlands model. Zo kan je in heel Europa in- en uitchecken via je telefoon.
400 miljard euro
Het kostenplaatje voor het plan is fors: geschat op zo’n 350 tot 400 miljard euro. “Maar daarbij moet je bedenken dat het gaat om Europese uitgaven, verspreid over 15 tot 20 jaar”, nuanceert Stijn. “Bovendien wordt er nu met de Green Deal gezocht naar duurzame investeringen om de economie weer een impuls te geven. Ons plan past daar perfect in, de aanleg van spoor levert enorm veel banen op. Daarnaast worden jaarlijks miljarden aan maatschappelijke kosten, die CO2 uitstoot geven, bespaard. ” Er is ook geen alternatief, stelt Stijn. “Elektrisch vliegen is nog geen optie op de korte tot middellange termijn. Daarvoor is de techniek van accu’s nog niet ver genoeg.” Om de kosten te drukken haalt de werkgroep een ander stokpaardje van de JD van stal. “Stel een eerlijke belasting op vliegen op basis van vervuiling in en stop de inkomsten daarvan in een fonds om in hogesnelheidslijnen te investeren.”
Binnen 20 jaar zou het plan gerealiseerd kunnen worden. “Dit plan is bedoeld als stip op de horizon. Maar wel een stip die wij nog willen meemaken.” De werkgroep gaat daarom samen met het landelijk bestuur in gesprek met onder andere Tweede Kamerlid Rutger Schonis, staatssecretaris Stientje van Veldhoven en de D66 Europese parlementsfractie over vervolgstappen. Zo proberen ze het op zoveel mogelijk plekken op de agenda te krijgen. “Het blijven agenderen, dat is wat we moeten doen.”
Geschreven door Wimer Heemskerk