Inzending van Alex van Domburg
De wereld verandert, of we nu willen of niet. Het klimaat warmt op, de wereldbevolking groeit en grondstofbronnen raken uitgeput. We globaliseren en ontwikkelen disruptieve technologieën. Al deze facetten hebben de potentie om onze leefomgeving en levenswijze onomkeerbaar aan te tasten.
We zijn afhankelijk van deze wereld en de mensen die er in leven. Door onze ogen te sluiten en muren om ons heen te bouwen verdwijnen onze problemen niet. Willen we in de toekomst een hoge kwaliteit van leven behouden, dan moeten we doen waar de mens het beste in is: ons aanpassen aan een veranderende omgeving. In een complexe balanceeroefening op zoek naar evenwicht, waar het gedrag van de mens van parasitair naar symbiotisch verschuift.
Het is de taak van de politiek om de balans te bewaken tussen de samenleving, de natuur en de industrie.
Het huidige managementdenken brengt ons er niet. Ons land is niet te reduceren tot een bedrijf dat we optimaliseren voor kortetermijnwinst en ongelimiteerde groei. Mensen zijn geen productiemiddelen om te exploiteren. Het is de taak van de politiek om de balans te bewaken tussen de samenleving, de natuur en de industrie. Om een stem te geven aan zij die niet voor zichzelf kunnen spreken of zich niet gehoord voelen.
Aanpassingen vragen visie en leiderschap. Een krachtig en helder verhaal, gevoed door constructieve passie, dat houvast en vertrouwen geeft in een onzekere toekomst. Een verhaal dat mensen prikkelt en aan het denken zet. Waarin we durven vooruit te kijken, want de tijd van afwachten en reactief handelen is voorbij. Onze problemen wachten niet tot wij er klaar voor zijn.
Nederland in 2050 en verder
In de komende dertig jaar staan we voor veranderingen die grote impact hebben op hoe we de samenleving inrichten. Om in de lange termijn te kunnen denken, hebben we een doel nodig om naartoe te werken. We moeten een toekomstbeeld creëren van het leven in 2050 en verder, wat ons richting geeft aan de stappen die we de komende jaren zullen moeten ondernemen. Een toekomstbeeld dat prikkelt, dat ambitieus en gedurfd is. Waarbij we dromen, verkennen en de dialoog aanwakkeren. Waar we filosoferen over de impact van veranderingen en wat we willen bereiken als mensheid. Dat bestaat uit wilde ideeën die innovatie drijven: binnen de politiek, de maatschappij en de wetenschap.
Uiteraard kunnen we de toekomst niet voorspellen, maar met het beleid wat we opstellen kunnen we de toekomst wel mede vormgeven. Mensen zijn bereid te investeren in de toekomst, zolang ze uitzicht hebben op waar het tot kan leiden.
Het toekomstbeeld vormt de langetermijnvisie voor Nederland. Het verkiezingsprogramma is vervolgens een geconcretiseerde uitwerking van de visie voor de korte en middellange termijn. Binnen de langetermijnvisie spelen drie elementen een hoofdrol: breed duurzaamheidsdenken, de evolutie van educatie en verbondenheid op zowel lokaal als internationaal niveau.
Duurzaamheid vormt de basis van ons denken
Duurzaamheid gaat verder dan groene energie en minder plastic. Een definitie van duurzaamheid die mij aanspreekt is “het voorzien in de ecologische, sociale en economische behoeftes van de huidige generatie, zonder daarmee de kansen en mogelijkheden van toekomstige generaties te beperken”.
Belangrijk om te zien is dat deze behoeftes met elkaar verweven zijn. Het komt er veelal op neer dat we een compromis moet vinden tussen conflicterende behoeften.
Duurzaamheid dwingt ons af te vragen wat we belangrijk vinden in het leven. We kunnen een hoop bereiken, maar alles heeft een prijs. Natuur, een schoon milieu en biodiversiteit zijn van levensbelang. Ze zijn noodzakelijk om ons van schone lucht, drinkwater en voedsel te voorzien. Een rechtvaardige economie levert ons een standaard van welvaart en welzijn waar niemand in achterblijft. En dit alles is nodig om een sociale cohesie te behouden. Hoe vind je de balans?
De natuur is goed in balanceren, al duurt dat vaak lang. Kijk bijvoorbeeld naar de kringlopen die binnen ecosystemen bestaan. Alles is op een manier verbonden en wordt middels negatieve terugkoppeling onder controle gehouden.
Klimaatverandering en infectieziektes zijn nog vrijwel onze enige natuurlijke terugkoppelingen.
De mens aan de andere kant heeft de afgelopen eeuwen een hoop natuurlijke belemmeringen overwonnen en daarmee een immense invloed gekregen op de aarde. Klimaatverandering en infectieziektes zijn nog vrijwel onze enige natuurlijke terugkoppelingen. Verder zijn we zelf onze grootste vijand geworden. Niets doen wordt onze ondergang. De enige andere optie om balans te brengen is door onszelf te reguleren.
In 2050 hebben we scherp wat we belangrijk vinden in het leven en hoe afhankelijkheid we zijn van zowel de natuur als de landen om ons heen. We houden rekening met de eindigheid van de aarde en de behoeftes van toekomstige generaties. Afval bestaat niet meer, want we hebben kringlopen van materialen. We halen meer broeikasgassen uit de lucht dan we uitstoten, hebben onze economie ontkoppeld van grondstofgebruik en laten niemand achter.
We brengen existentiële risico’s in kaart, nemen collectieve actie en stellen proactief beleid op om deze risico’s te reduceren. We hebben grip op klimaatverandering, het behoud van biodiversiteit, nucleaire dreiging, biologische rampen en het ontwikkelen en toepassen van disruptieve technologieën als kunstmatige intelligentie en genetische manipulatie.
Van eenheidsworst naar nieuwsgierige, kritische en vindingrijke diversiteit
In een economie van kennis en innovatie is onderwijs een van de belangrijkste fundamenten. De beste manier om met veranderingen in de arbeidsmarkt om te gaan is door mensen adaptief te maken.
Wat maakt mensen adaptief? Kritisch denken, creativiteit, autonomie, en weten hoe je iets effectief leert. Het zijn de vaardigheden die in een professionele setting het meest gezocht worden. Vaardigheden die iedereen van kinds af aan bezit of potentie voor heeft, maar die gedurende onze educatie meer en meer worden onderdrukt. Al vanaf de kleuterklas worden kinderen geconditioneerd om een begrensde set aan taken uit te voeren, krijgen ze opgelegd wat goed en fout is en worden continu prestaties gemeten middels testen. Succes wordt gereduceerd tot het effectief onthouden en reproduceren van informatie. We verbieden hierin kinderen om te imiteren en om samen te werken, zowel met anderen als met digitale middelen.
In 2050 is onderwijs de drijver van denken, creativiteit en innovatie. In een veranderende omgeving focussen we op onze nieuwsgierigheid naar kennis, op kritisch denken en op vindingrijkheid. We krijgen dit van jongs af aan mee en blijven een leven lang leren. We leggen nadruk op het leerproces en het opdoen van vaardigheden, in plaats van het testen van ingestudeerde kennis.
We geven ruimte om een eigen leerweg vorm te geven en stimuleren hiermee diversiteit.
We stimuleren nieuwsgierigheid, het stellen van vragen, onderzoeken en experimenteren. We omarmen de ‘waarom’-vraag, beredeneren zelf en gaan met elkaar in gesprek. We accepteren informatie niet blindelings als waarheid, maar we verzamelen bewijs vanuit verschillende perspectieven en vormen een eigen mening. We laten zien dat in de echte wereld goed en fout vaak niet binair bestaat, maar dat we samen een spectrum zullen moeten definiëren. En dit spectrum onderbouwen we met meerdere perspectieven en belangen.
We geven ruimte om een eigen leerweg vorm te geven en stimuleren hiermee diversiteit. We leren hoe we zelf het effectiefst leren. We zien dat er een bepaalde basis aan vaardigheden en kennis bestaat, maar geven meer vrijheid en begeleiding voor ontwikkeling op persoonlijke interesses. We gaan aan de slag in projecten, waar we analyseren, plannen, en gestructureerd problemen op te lossen. Waar we leren omgaan met tegenslag, en waar we kunnen leren van onze fouten. We werken samen, met zowel andere mensen als met digitale middelen.
We bouwen een portfolio op dat ons breder inzetbaar maakt in een dynamische arbeidsmarkt. Waar nodig volgen we specifieke trainingen en behalen we certificeringen om benodigde domeinkennis op te doen, of om richting een volgende carrière te werken.
Verbondenheid voor collectieve actie
In een wereld die steeds kleiner en globaler wordt, worden we steeds individualistischer. We verliezen de connectie. Met mensen binnen onze samenleving en met andere samenlevingen. We voelen ons benadeeld en verliezen vertrouwen, wat onze solidariteit onder druk zet.
Echter, we staan met z’n allen voor dezelfde veranderingen en uitdagingen. We hebben elkaar nodig om tot oplossingen te komen. Veel van de uitdagingen en conflicten zijn juist ontstaan uit onbegrip voor elkaar, en kunnen we alleen samen aanpakken.
In 2050 zijn we meer en meer verbonden. We verbinden de diversiteit in de samenleving, laten zien dat het de samenleving sterk maakt en dat het schoonheid aan het leven geeft.
De EU speelt een belangrijke rol als drijver van innovatie in zowel de wetenschap als in het vormgeven van een democratische maatschappij.
We verbinden in de politiek. Diversiteit in politieke kleur geeft meerwaarde aan het debat en de vertegenwoordigt het volk, maar we zoeken naar de balans van het compromis. We polariseren onze tegenstellingen niet meer, maar focussen op samenkomen in onze overeenkomsten. We luisteren in plaats van schreeuwen, we zoeken de dialoog op en leren mensen om hetzelfde te doen.
Ook internationaal zijn we verbonden, want onze problemen beperken zich niet door landsgrenzen. De EU speelt een belangrijke rol als drijver van innovatie in zowel de wetenschap als in het vormgeven van een democratische maatschappij. We hebben onze eigen zaken als lidstaten op orde en laten zien hoe we met een diversiteit aan culturen op een effectieve manier samenwerken aan internationale uitdagingen, als rolmodel voor de wereld.

Dit stuk is de elfde inzending van de vijftien essays voor de Schrijfwedstrijd.