Vrij zijn om mee te doen

Inzending van Niels Ras

Iets wat alle D66’ers gemeen hebben is dat zij vrij zijn als een van de hoogste idealen zien. Vrij zijn om te zijn wie je bent, te doen wat je wilt en niet beperkt te worden door een overheid. Deze progressieve inzet is essentieel in Nederland en is een van de belangrijkste redenen waarom ik lid ben geworden van D66. Toch is het de vraag wanneer je nou écht vrij bent. De coronacrisis heeft het vrij zijn voor velen beperkt, maar voor een groot gedeelte van Nederland is het de vraag of zij ook na de maatregelen vrij zullen zijn. Zij kunnen misschien wel weer normaal naar buiten en zijn vrij van beperkingen vanuit de overheid, maar zullen zij ook echt de middelen hebben om vrij te zijn om mee te doen? Voor de koers van D66 moeten wij nagaan wat echt vrij zijn is en wat D66 hierin kan betekenen.

Deze discussie snijdt aan het klassieke debat tussen negatieve en positieve vrijheid. In het kort staat negatieve vrijheid voor vrij zijn van bijvoorbeeld de invloed van anderen en overheersing. Bij D66 staat negatieve vrijheid —terecht— heel hoog op de agenda. Specifieker, John Stuart Mill’s schadebeginsel, waarin iedereen mag doen wat zij/hij wil zolang zij hier anderen maar geen pijn mee doen, is essentieel. D66 heeft zich hier altijd als voorloper voor ingezet en zal dit ook blijven doen.

Als jij graag drugs wilt nemen, dan hoor jij daar niet voor gecriminaliseerd te worden. Als jij vindt dat je leven voltooid is, dan hoort een overheid jou niet te vertellen dat dat niet mag. Als jij een hoofddoek, keppel of niqaab wil dragen omwille van je religie, dan mag de overheid niet die vrijheid inperken en bepalen wat jij draagt. Ook het trouwen met iemand van hetzelfde geslacht leek ooit ondenkbaar, maar D66 stond hiervoor op. Verder kunnen alle vormen van haat en intolerantie, D66 op haar pad verwachten. Het opkomen voor deze negatieve vrijheid zit diep in het DNA van D66.

De andere kant van het debat is positieve vrijheid. Dat houdt in dat je vrij bent om je vrije wil uit te voeren. Om in de taal van ‘vrij zijn van’ te blijven kan positieve vrijheid als het vrij zijn om worden omschreven. Stel je bent vrij van alle vormen van haat en invloed van anderen, maar hebt geen inkomen, onderwijs of zorg. Ben je dan daadwerkelijk vrij?

Een land dat voor mij altijd een sociaal-economisch schrikbeeld is, zijn de hyperkapitalistische Verenigde Staten van Amerika. In 1944 kwam president Franklin D. Roosevelt met de suggestie om een Second Bill of Rights te maken. Hij wilde dat naast de originele Bill of Rights, die vooral over negatieve vrijheid ging, ook basisbehoeften als fundamentele rechten werden beschouwd. Rechten als een goed inkomen, een dak boven je hoofd, gezondheidszorg en onderwijs moesten voor iedereen beschikbaar zijn. Echter als wij naar de huidige VS kijken zien wij dat dit niet vanzelfsprekende rechten zijn. Veel Amerikanen moeten meerdere baantjes hebben om rond te komen, een half miljoen mensen zijn dakloos, bijna 29 miljoen mensen zijn niet verzekerd en het collegegeld rijst de pan uit. De VS is dus een goed voorbeeld van een welvarend land dat de negatieve vrijheid wel als ideaal ziet, maar vaak niet in staat is om ook positieve vrijheid te leveren.

Bestaansonzekerheid

Het klopt dat de verzorgingsstaat in Nederland een stuk sterker is dan in de VS. De toegankelijkheid van bijvoorbeeld goede zorg en goed onderwijs is niet te vergelijken. Al moet er ook in Nederland worden gewaakt dat dit voor iedereen geldt en ook in de toekomst zo zal blijven. Houden bijvoorbeeld marktwerking in de zorg en het sociaal leenstelsel deze twee basisbehoeften wel toegankelijk? Toch gaat het, als er iets meer wordt ingezoomd op de cijfers in Nederland, voor een deel van het land niet zoals het zou moeten. Het aantal daklozen in Nederland is in de afgelopen tien jaar meer dan verdubbeld naar bijna 40 duizend. Dat zijn per capita meer daklozen dan in de VS.

Een miljoen Nederlanders, waaronder veel kinderen, leeft in armoede en 618.000 Nederlanders kunnen niet eens voldoen in hun basisbehoeften. Deze armoede zal met het huidige kabinetsbeleid in de komende jaren met een kwart toenemen. Daarbij leeft bijna een derde van de Nederlandse bevolking door oplopende schulden en/of een fragiele woonsituatie in een onzekere situatie. Het gaat dus om een groter gedeelte van Nederland dat wordt beperkt in haar positieve vrijheid dan mensen zouden denken. In een rijk land als Nederland zou dit niet moeten kunnen en we moeten waken dat wij niet naar een economie gaan waar velen geen zekerheid hebben en niet vrij zijn om mee te doen, zoals in de VS.

“De huidige generatie jongeren zal twee van de grootste naoorlogse recessies meemaken en is de eerste generatie die geen groter inkomen heeft dan haar ouders.”

De groeiende bestaansonzekerheid in Nederland is ook niet generatieblind. De huidige generatie jongeren zal twee van de grootste naoorlogse recessies meemaken en is de eerste generatie die geen groter inkomen heeft dan haar ouders. Onder jongeren en Nederlanders met een niet-westerse migratieachtergrond was er een disproportionele verdriedubbeling in het aantal daklozen. Jongeren hebben meer studieschulden dan voorheen, moeten het vaak doen met laagbetaalde, onzekere flexcontracten en hebben een veel kleinere kans op de woningmarkt dan vroeger. En dan is er ook nog een klimaatcrisis waar deze generatie de oplossingen voor moet vinden. Positieve vrijheid lijkt niet meer vanzelfsprekend voor deze generatie te zijn. D66 moet zich bewust zijn van deze ontwikkelingen en moet de partij zijn die met oplossingen voor deze generatie komt. Ook al groeien deze jongeren op in tijden van crisis, zij moeten ook vrij zijn om mee te doen.

Radicale kansengelijkheid

Maar er staat toch altijd al iets over kansengelijkheid in ons programma? Dat klopt, maar veel D66’ers zien dit niet als een van de hoogste prioriteiten op de agenda en hebben weinig gevoel bij het onderwerp. We moeten voor radicale kansengelijkheid gaan en dit echt als topprioriteit zien. Ik zou D66’ers dan ook willen oproepen om meer buiten hun bubbel te gaan en echt met mensen te praten. Ik heb het dan niet over bezoekjes aan, over het algemeen welgestelde, JD-afdelingen, maar juist over het in gesprek gaan met jongeren in kwetsbaardere wijken. Juist zij zijn onze achterban en voor hen moeten wij opkomen. Iedereen heeft het recht om in een rijk land als Nederland op te groeien in vrijheid en met radicale kansengelijkheid.

Dit is niet per se links, maar juist het pragmatische en niet-dogmatische van D66. We zien bepaalde problemen in de samenleving en daar moeten we oplossingen voor vinden. Na bijna twintig jaar kabinetten Balkenende/Rutte en een globale trend van ongelijkheid moet de balans teruggevonden worden en moet D66 voor deze balans gaan staan. In Nederland is er bijvoorbeeld een grote vermogensongelijkheid: de rijkste 10% van de Nederlanders heeft 64% van het vermogen en de andere 90% heeft maar 36%. Dit is onacceptabel als er zoveel mensen onder de armoedegrens leven.

“Misschien moeten we wel passen als er een idee als het afschaffen van de dividendbelasting op tafel komt of als een GroenLinks of de PvdA niet de verantwoordelijkheid willen nemen om samen met ons in een kabinet te stappen.”

Het echte liberalisme is geen kwestie van laissez-faire, maar is juist een vorm van sociaal-liberalisme dat ongelijkheden in het systeem tegengaat, zodat iedereen vrij kan zijn om mee te doen. D66 is de partij van democratische, progressieve en groene vernieuwing. We moeten nu ook pal gaan staan voor sociaal-economische vernieuwing en echt ons profiel hier op gaan pakken. Wij moeten de partij zijn die het inclusieve verhaal vertelt waar niet wordt gewezen naar migratie als de oorzaak van sociaal-economische problemen, zoals partijen als de PVV en FvD doen, maar naar de oneerlijke vermogensverdeling.

Koers

Dit betekent ook dat we moeilijke keuzes moeten maken als partij. Misschien moeten we wel passen als er een idee als het afschaffen van de dividendbelasting op tafel komt of als een GroenLinks of de PvdA niet de verantwoordelijkheid willen nemen om samen met ons in een kabinet te stappen. We zijn een partij die graag haar verantwoordelijkheid neemt en daarmee verschil maakt. Maar we moeten ook bij onszelf nagaan of het het waard is als we de sociaal-economische balans niet kunnen herstellen en het sociale binnen ons sociaal-liberale gedachtegoed niet kunnen realiseren. Kansengelijkheid moet meer principieel worden behandeld en moet naast onderwerpen als inclusiviteit, onderwijs en klimaat een breekpunt voor ons in onderhandelingen zijn.

Met Sigrid Kaag hebben wij een top kandidaat-lijsttrekker met veel kwaliteit en leiderschapservaring, maar er zijn nog veel vragen over de koers die wij gaan varen. Rob Jetten gaf in zijn Kerdijklezing al een voorzetje door te benoemen dat er een muur is ontstaan tussen de zekeren en onzekeren. Het wordt tijd om deze rake analyse nu bovenaan de agenda te zetten en echt om te zetten in verandering. Laten we ervoor zorgen dat we beter uit de coronacrisis komen en het sociaal-economische tij keren. We moeten naar een economie waar echt iedereen die positieve vrijheid heeft en iedereen opgroeit in radicale kansengelijkheid. Mijn wens is dat er binnen de partij een goede discussie ontstaat waarin wij duidelijk onze prioriteiten en doelen voor de toekomst vaststellen. Ik hoop dat Kaag en D66 daarna een inclusief en intersectioneel verhaal zullen houden, waarin wij pleiten voor een Nederland waar iedereen vrij zal zijn om mee te doen.


Niels Ras is volksvertegenwoordiger namens D66 in de Stadsdeelcommissie van Amsterdam-Noord. Ook kun je hem volgen op Twitter.

Dit is de zevende inzending van de vijftien essays voor de Schrijfwedstrijd.

Geef een reactie