Met een verkiezingsjaar voor de boeg staat Jelrik Westra klaar om bestuurslid Pers en Profilering te worden in het volgende landelijk bestuur. De huidige voorzitter van afdeling Rotterdam wil het dalende ledenaantal van de JD aanpakken. Meer optrekken met D66 en andere politieke jongerenorganisaties moet ook kunnen, maar wel op het juiste moment: “Bij de verkiezingen ligt de focus op samenwerking.” De DEMO sprak Jelrik over zijn kandidatuur.
Wie ben je, wat doe je, waar kom je vandaan?
“Jelrik Westra, 19 jaar, en ik kom uit Grootegast in Groningen. Sinds 2018 woon ik in Rotterdam, waar ik bestuurskunde studeer aan de Erasmus Universiteit.”
Hoe ben je als Groninger in Rotterdam terecht gekomen?
“Na de middelbare studeerde ik eerst archeologie aan de RUG (Rijksuniversiteit Groningen, red.). Dat bleek niet wat ik zocht, dus stopte ik. In het tussenjaar dat volgde kreeg ik meer interesse voor de werking van de overheid en de economie. Toen ben ik gaan kijken bij studies als rechten en politicologie. Ik was eigenlijk al snel van plan Rotterdam te bezoeken voor open dagen.
“Ik denk dat mensen soms een net wat verkeerde verwachtingen hebben bij de voorzitter.”
In Groningen is het toch een beetje de opvatting dat je er alleen je bachelor doet en daarna naar de Randstad vertrekt. Ik dacht dan kan ik net zo goed nu al beginnen met daar een netwerk opbouwen. Rotterdam trok me als stad wanneer ik er was en de opbouw van mijn studie aan het Erasmus ook. Dus toen ben ik gebleven.”
En eenmaal in Rotterdam besloot je je aan te sluiten bij de JD?
“Er was een professor op mijn studie die heel enthousiast is over PJO’s. Hij zei dat als je wil ervaren hoe het gaat in de politiek, je lid moet worden van een PJO. Ik heb op de website van de JD rondgekeken en stuitte op de werkgroep Openbaar Bestuur en Democratie. Ik stuurde een berichtje naar de portefeuillehouder, Koen Sijtsema, ook een Rotterdammer. Hij nodigde me uit om een keer mee naar de afdeling te gaan. Aansluitend meldde ik me aan voor het nieuwe ledenweekend, en zo ben ik ook mijn afdeling ingerold en blijven hangen.”
Op dit moment ben je voorzitter van Rotterdam, hoe gaat dat tot nu toe?
“Het kostte tijd om goed in de rol te komen. Dit bestuursjaar begon ik als bestuurslid Pers en Politiek. Pas halverwege dit jaar heb ik ook het voorzitterschap overgenomen van onze vorige voorzitter die vertrok. Ik denk dat mensen soms een net wat verkeerde verwachtingen hebben bij de voorzitter. Je ziet als lid vooral de externe kant ervan: optredens in de media, praatjes bij bijeenkomsten en activiteiten. Maar binnen het bestuur en afdeling ligt je grootste taak.
“Dat we een uniek jaar tegemoet gaan, met verkiezingen voor de boeg, maakt de functie extra aantrekkelijk voor mij.”
Je moet een veilige sfeer creëren voor iedereen om zijn mening of kritiek te delen. Zeker de eerste paar maanden zat veel tijd in het eigen maken van het voorzitterschap. Nu na een half jaar begin ik het onder de knie te krijgen.”
En nu ga je door naar het landelijk bestuur?
“Klopt. Ik had gezien dat de functie pers, waar ik in Rotterdam al bekend mee ben, en promotie met elkaar gecombineerd werden. Dat idee trok mij aan. Deze functie is gericht op de externe kant van de vereniging. Hoe we onszelf uiten naar buiten, naar D66 en de Tweede Kamer. Andersom haal je met deze functie weer leden naar binnen. Dat we een uniek jaar tegemoet gaan, met verkiezingen voor de boeg, maakt de functie extra aantrekkelijk voor mij. Ik zie het voor de JD als een mooie kans om actief mee kunnen doen in de komende verkiezingscampagne.”
De functie Politiek zag je dus niet zitten?
“Ook wel, maar de focus op pers en profilering leek me interessanter. Ik heb me al veel gefocust op de politieke kant van de vereniging. Als ik nu kijk waar de kansen er voor mij liggen bij de Jonge Democraten volgend jaar, zitten die naast de campagnes voor een groot deel in de ledenaantallen. Ik heb wat congresboeken van de afgelopen paar jaar doorgebladerd. De laatste twee jaar zijn we een derde van onze leden kwijt geraakt. Er ligt nu dus een kans om dat terug te draaien. Dat wil ik nu oppakken. Daarnaast vind ik het schrijven van opinieartikelen altijd een fijne bezigheid. Daarom heeft pers en profilering wat mij betreft de voorkeur boven politiek.”
Wat trekt jou zo aan die ledenaantallen?
“Het aantal leden heeft een enorm effect op de financiën van de vereniging. De vette jaren zijn nu achter de rug, en de magere jaren komen eraan. Een gezond ledenbestand is een buffer voor de vereniging. Daarnaast merk ik vaak dat afdelingen waar de ledenaantallen hoger liggen, meer opkomst hebben en met meer energie te werk gaan.”
“Het is een taak van het landelijk bestuur om door te krijgen wat daar gebeurd nu de leden aantallen dalen.”
“Op idealistisch niveau vind ik het ook belangrijk. Ledenaantallen zeggen iets over de participatie in de politiek. Anno 2020 is deze niet zo hoog meer, en dat vergroot weer de kloof tussen burgers en de overheid.”
Heb je een oorzaak in gedachte van de dalende ledenaantallen?
“Voor een deel is het kosteninefficiëntie. Middelen die we hebben worden soms net op de verkeerde plek gebruikt. Het zomeroffensief is het grootste voorbeeld daarvan. In een afdeling als Groningen werken JD’ers het hele jaar mee aan de keiweek. Ze nemen een actieve rol in. Uiteindelijk leidt het 5 of 6 extra leden in september. Dat is positief, genoeg voor nieuw bestuur, maar zijn die paar leden alle moeite waard?”
Welke vaardigheden moet een goed bestuurslid Pers en Profilering volgens jou hebben?
“Je moet een aansturende rol kunnen pakken in de campagne en de ledenwerving. De mensen die op straat staan voor de ledenwerving komen natuurlijk uit de afdelingen. Het is een taak van het landelijk bestuur om door te krijgen wat daar gebeurd nu de leden aantallen dalen.
“We zien elkaar nu bij online activiteiten en onderhouden met alle kandidaten contact achter de schermen.”
Wat we er vervolgens aan kunnen doen is iets waar vanuit mijn functie aan gewerkt moet worden. Werkt toch het zomeroffensief? Andere methoden? Samenwerking met mensen die toegang hebben tot jongeren zoals influencers en youtubers?”
Wat wordt jouw grootste uitdaging tijdens het bestuursjaar?
“Nu als voorzitter is mijn rol heel anders dan wat ik wil gaan doen als bestuurslid. Nu moet ik overzicht houden over het bestuur als geheel. Als bestuurslid Pers en Profilering heb je een veel meer een gefocuste taak. Dat wordt denk ik even schakelen. Gelukkig heb je daar ook medebestuursleden voor, waarmee je er samen doorheen gaat.”
Hoe zie jij komend bestuur voor je?
“Met de meeste bestuurskandidaten heb ik veel contact gehad, soms al voordat de lockdown begon. Het zijn veel leden van het kader, mensen waarmee ik al in het FEO zat. Getalenteerde mensen, waar ik het goed mee kan vinden.”
“We zien elkaar nu bij online activiteiten en onderhouden met alle kandidaten contact achter de schermen. Hierdoor kennen we elkaar al een beetje en is een deel van de groepsvorming in gang gezet. Ik hoop hierdoor straks met het bestuur een vliegende start te kunnen maken. Zodat we in september op tijd klaar zijn met de voorbereidingen van het najaarscongres van D66. Dat heeft het landelijk bestuur bij het afgelopen congres ook goed gedaan. Er waren genoeg handtekeningen voor alle moties vanuit het FEO en ze waren allemaal geplaatst.”
In je campagne filmpje is te zien dat je volop wil inzetten op samenwerking met D66 voor de verkiezingen, maar we hebben toch al onze eigen boodschap?
“Wij hebben allebei baat bij een constructieve samenwerking, maar we hoeven niet als een hondje overal achteraan te rennen. Ongeacht wat er uit de plannen komt: er zullen bepaalde punten in de campagne zitten waar wij een bijdrage aan kunnen leveren, zoals onderwijs en klimaat. Dat is goed voor D66 en dus goed van onszelf.”
“Het is dan slim om te kijken met andere PJO’s wat we gezamenlijk vinden. We kunnen bijvoorbeeld een groene klimaatcoalitie opzetten, om moederpartijen bij elkaar te brengen.”
“Daarnaast zal er genoeg ruimte zijn om eigen onderwerpen aan te snijden, die hoeven niet altijd gerelateerd te zijn aan D66. Persuitingen die direct ingaan tegen D66 tijdens campagnetijd is het enige waar ik wel kritisch op zal zijn. Het is een kwestie van timing. Bij de verkiezingen ligt de focus op samenwerking. Tijdens de daarop volgende formatietijd kun je kritisch kijken wat gebeurd en je hardop afvragen of we het hier mee eens zijn. Eventueel in samenwerking met andere PJO’s.”
Hoe wil je de afdelingen laten weten waar ze aan toe zijn tijdens de campagnetijd, zoals je verder aangeeft in je campagnefilmpje?
“D66 vervult niet door het hele land dezelfde functie. Afdelingen moeten goed verbonden zijn met de lokale D66, zodat voor hen duidelijk wordt wat de specifieke punten zijn waar zij in de regio op moeten inzetten.”
Maar hoe kan het landelijk bestuur daarin helpen?
“Afdelingen kunnen het contact zelf maken. Ik denk dat het voor het landelijk bestuur goed is om korte lijntjes met de afdelingen te houden, en te vragen wat de plannen zijn op afdelingsniveau. Die plannen kunnen we eventueel ook landelijk meenemen.
“Het oplossen van het klimaatprobleem is daarmee een teken van solidariteit.”
Als blijkt dat het contact met de lokale D66 onvoldoende is, kunnen we daar als landelijk bestuur mogelijk ook bij helpen. Daarnaast kunnen we duidelijk communiceren over wat de plannen en tijdspaden zijn van de campagne.”
In je campagne filmpje zeg je verder dat we na de corona crisis ruimte hebben om het land opnieuw vorm te geven, hoe wil je dit precies oppakken?
“Dat is ook een vraag voor het komende bestuurslid Politiek en de rest van het bestuur. Maar na de verkiezingen komen de formaties. Dat is het moment om te kijken welke onderwerpen wij belangrijk vinden dat die in het regeerakkoord terecht komen, als het D66 lukt om in de coalitie te komen. Het is dan slim om te kijken met andere PJO’s wat we gezamenlijk vinden. We kunnen bijvoorbeeld een groene klimaatcoalitie opzetten, om moederpartijen bij elkaar te brengen.”
Waarom het klimaat?
“De klimaatverandering is voor veel jongeren het volgende probleem na de coronacrisis. Het moet worden aangepakt. Dat verdienen we. Het is een bepaalde vorm van wederkerigheid, omdat jongeren een groot offer brengen voor de ouderen tijdens de quarantaine. Het oplossen van het klimaatprobleem is daarmee een teken van solidariteit. Dat heb ik liever dan bijvoorbeeld een geweldig pensioen.”
Geschreven door: Bas Buise