Kandidatentalk: Annabel Broer

Huidig voorzitter Annabel Broer heeft zich gekandideerd voor een tweede termijn. Het komt bij de JD tegenwoordig niet vaak meer voor dat een voorzitter langer dan een jaar zit. Maar ongehoord is het niet en ook bij andere PJO’s komt dit vaker voor. Ik sprak Annabel, vanwege de corona-maatregelen via Skype, over haar ervaringen afgelopen jaar en haar ambities voor het volgende bestuursjaar.   

De meeste leden kennen jou natuurlijk al, maar even samenvattend voor nieuwe leden, wat doe je in het dagelijks leven, wat heb je eerder bij de JD gedaan en waar kom je vandaan? 

Ik ben Annabel, ik ben opgegroeid in Groningen en ik woon nu al zo’n zes jaar in Utrecht. Ik ben naar Utrecht verhuisd om geneeskunde te studeren en heb in het eerste jaar van mijn bachelor de JD leren kennen. Na het afronden van mijn bachelor heb ik een radicale switch gemaakt in mijn studierichting, van geneeskunde naar milieuwetenschappen in Wageningen. Ik ben halverwege mijn tweejarige master, maar ik heb dit jaar mijn studie neergelegd toen ik voorzitter van de JD werd. Ik heb binnen de vereniging al best wel wat verschillende petten verzameld. Momenteel ben ik naast landelijk voorzitter, onderdeel van het creatief team en de trainerspool. Ik heb hiervoor ook onder anderen in de lustrumcommissie gezeten en was in 2018-2019 voorzitter van de afdeling Utrecht. 

“Vroeger was het binnen het Landelijk Bestuur heel gebruikelijk dat er meer continuïteit was. Ik denk ook dat het heel goed is voor de JD.”

Waarom wil je nog een jaar voorzitter worden? 

Praktisch gezien bleek ik de mogelijkheid en tijd te hebben. Ik heb met mezelf afgesproken dat ik komend jaar mijn studie weer op ga pakken, aangezien ik door de JD toch al twee jaar vertraging had. Maar na een gesprek met mijn scriptiebegeleider bleek het te kunnen, om drie dagen aan het bestuur te gaan besteden en twee dagen aan m’n scriptie. 

Daarnaast heb ik nog heel veel zin om een jaar door te gaan! Ik zie er tegenop om het stokje in september al over te dragen en het lijkt me heel tof om komend jaar nog voorzitter te zijn. Om me heen zie ik dat de voorzitters van  andere PJO’s vaak langer doorgaan. Daarnaast was het vroeger binnen het Landelijk Bestuur van de JD ook heel gebruikelijk dat er meer continuïteit was. Ik denk ook dat het heel goed is voor de JD. Zeker met een jaar waarin we verkiezingen hebben en waarin de Corona-crisis heerst, of tenminste haar stempel gaat drukken. Niemand weet nog hoe het zich gaat ontvouwen, maar ik denk dat het in deze situatie fijn is om meer ervaring te hebben binnen het landelijk bestuur. Bijvoorbeeld bij het maken van bepaalde afwegingen, maar ook het feit dat je een netwerk meeneemt. Zeker voor een voorzitter is het kennen van mensen en organisaties heel belangrijk en het duurt een tijdje voor je dat opbouwt. 

Wat ging volgens jou goed afgelopen jaar, wat is iets waar je echt trots op bent?

Ik ben allereerst echt trots op ons als team, want we hadden aan het begin van het jaar nogal een opgave. Wij zijn na twee jaar fulltime besturen overgegaan naar een parttime bestuur van zeven mensen. Ik ben er trots op dat we toch flink productief zijn geweest ondanks dat we in tijdsbesteding best wel wat terug zijn gegaan. Een mooi gevulde perslijst, de scholen-vrijwilligersacties, een treffende speech op het D66 congres en de ICT transitie.

Ook ben ik blij met de JD als vereniging en hoe we het nu doen met de Corona-crisis. Ik heb soms collega’s die vragen hoe wij het voor elkaar krijgen om zoveel online evenementen te organiseren. Dan merk ik dat ik blij ben met de veerkracht van onze vereniging. 

Hoe was het om een bestuur te leiden dat overging van fulltime naar parttime?

Ik ben allereerst blij dat we met z’n allen de ambitie hebben gehad om elkaar veel te zien, ook in vergelijking met andere parttime-besturen. Voor Corona zaten we bijvoorbeeld twee dagen per week met z’n allen op kantoor. Dat heeft ervoor gezorgd dat de onderlinge band goed was, en goed is. Iedereen heeft een bepaalde committent gemaakt. Wat we wel gemerkt hebben en waar dus ook nog ruimte is voor verbetering, is dat de huidige functieverdeling niet helemaal gelijk was. Wimer had bijvoorbeeld best een zware portefeuille. Daar hebben we in de nieuwe functieprofielen een oplossing voor gezocht. Ik ben ook heel benieuwd of die nieuwe verdeling volgend jaar beter werkt.  

“Ik merkte dat ik me dat heel persoonlijk aantrok en dat er slechter door sliep.”

Wat ging er in jouw ogen dit jaar minder goed? 

Op een persoonlijke noot, ik denk dat ik dit jaar in veel dingen gegroeid ben, maar waar ik volgend jaar nog meer in zou willen groeien is dat ik me dingen persoonlijk aantrek. Bijvoorbeeld met de brief over de boeren aan het begin van het jaar, daar was zowel intern als extern best wat ophef over. Ik merkte dat ik me dat heel persoonlijk aantrok en dat er slechter door sliep. In de loop van het jaar ben ik er beter in geworden om ophef wat minder persoonlijk op te nemen. Bijvoorbeeld met het drugsmanifest, daar was toen ook nogal wat kritiek op. Ironisch genoeg werd ik toen weggezet als “snuifgriet”, of iemand die net uit de afkickkliniek kwam. Ik merkte dat ik die opmerkingen minder persoonlijk opnam, maar daar zou ik in willen groeien. In de basis is commentaar van buitenaf serieus nemen en je er wat van aantrekken zeker nuttig, want het motiveert je ook om jezelf te blijven verbeteren. Maar het is wel belangrijk daarin een constructieve houding te blijven hebben.

Verder ben ik intern ook feedback aan het verzamelen. De JD is en blijft een lerende vereniging en zelf kan ik ook nog voldoende leren om in mijn rol van voorzitter te groeien.

Hoe vond je de relatie met D66 dit jaar als voorzitter? 

Goed! Ik denk dat als JD voorzitter of bestuur, het uitgangspunt moet zijn dat je de visie van de JD vooropstelt. Die visie kan concurreren met D66, maar voor een groot deel komt die ook overeen. In die zin denk ik dat het contact goed is geweest. Bij de fractie heb ik altijd aangegeven waar we mee bezig zijn, welke discussies er spelen binnen de JD. Een duidelijk voorbeeld waar we het bijvoorbeeld oneens waren was de 90 kilometer per uur-motie. Onze campagne daarvoor viel in verkeerde aarde.

Op die manier kan je de JD visie constructief naar buiten kan brengen. Dat is volgend jaar bij de verkiezingen ook heel belangrijk. Dat is bij uitstek het moment om onze visie in beleid om te zetten. We kunnen het programma van D66 gaan amenderen. In samenwerking met het PKO, maar ook met andere betrokken leden die daarover mee willen denken. 

Was het geen ruwe start aan het begin van het jaar? Na wat er vorig jaar is voorgevallen?

Dat viel heel erg mee eigenlijk, ik denk dat het meehielp dat ik een nieuw gezicht was. Voor zowel D66 als voor Dennis zelf was dit natuurlijk geen fijne situatie. Van beide kanten was de wens dat het dit jaar niet weer zo zou lopen. Daarnaast is Salima Belhaj nu de contactpersoon voor de JD en Rob Jetten fractievoorzitter. Beiden waren vroeger actief bij de JD, ook in het landelijk bestuur. Die combinatie heeft al een stuk geholpen. 

“Door slim onze onderwerpen te kiezen kunnen we het D66 programma aanscherpen.”

We hadden het net al even over de partijverkiezingen, hoe ga jij er voor zorgen dat de JD daar genoeg aandacht pakt? 

Ik denk dat we met z’n allen een beweging op moeten zetten waarbij we met het PKO en betrokken leden kijken naar het programma, misschien nog via online sessies en kijken op welke punten wij nou nog echt wat toe kunnen voegen. Door slim onze onderwerpen te kiezen kunnen we het D66 programma aanscherpen. Ik zie daar een kans om via amendementen echt onze stem te laten horen. 

Wat is zo’n punt waar we onze stem moeten laten horen volgens jou?

Ik weet natuurlijk nog niet wat er in het D66 verkiezingsprogramma komt te staan. Maar als je aan mij vraagt wat ik persoonlijk belangrijk vind, is dat ik bang ben dat door Corona de klimaatmaatregelen op de lange baan worden geschoven. Ik vind dat we als JD een taak hebben om te voorkomen dat dat gebeurt. Er is bijvoorbeeld net een vliegtax opgelegd, laten we nu ook zorgen dat die echt wordt doorgevoerd. Ik kan me  voorstellen dat dit al wel in het D66 programma komt, maar het is iets waarvoor we moeten waken.
Daarbij ben ik benieuwd in hoeverre er ook over de Corona-crisis geschreven gaat worden. Juist in deze crisis moeten jongeren hun stem laten horen, want het gaat om de toekomst, ónze toekomst. Ik zie daar ook veel mogelijkheden tot samenwerking met andere PJO’s. 

Hoe zie je dat soort samenwerking voor je? Vooral vanuit je ervaring als voorzitter afgelopen jaar. 

Ik zie dat soort samenwerking zeker als waardevol. Als vereniging zijn wij  vanuit twee aanvliegroutes interessant voor de media. De eerste is natuurlijk onze positie ten opzichte van D66. Of eigenlijk vooral als we het oneens zijn met D66. Het andere manier om relevant te zijn is als we met een brede coalitie van PJO’s of jongerenorganisaties een geluid naar buiten brengen.

Wat mij betreft zal samenwerking in de aanloop naar de verkiezingen zeker belangrijk zijn en daarin is ook het persoonlijke contact heel belangrijk. Dat is ook mijn kracht. Ik merk bijvoorbeeld in deze crisis dat het makkelijker samenwerken is met mensen van andere organisaties waar ik al eens eerder mee heb samengewerkt. Je weet al wat je aan elkaar hebt. Het opzetten van de Corona-themareeks of de brief over privacy-risico’s van proctoring zijn daar mooie voorbeelden van. Thema’s om volgend jaar samenwerking te zoeken zijn, zoals ik eerder al noemde, Corona maar ook ons gedeelde belang dat meer jongeren gaan stemmen komend jaar.  

“Ik ben van mening dat we het JD geluid kunnen laten horen, zonder D66 af te vallen.”

Die verkiezingen zijn inderdaad in maart volgend jaar, hoe zou je die aanpakken? 

Deels dus met andere PJO’s ervoor zorgen dat zoveel mogelijk jongeren naar de stembus gaan. Dat vind ik echt een belangrijk streven. We moeten kijken hoe we jongeren echt kunnen bereiken, meer via sociale media dan bijvoorbeeld via kranten.

Anderzijds ben ik van mening dat we het JD geluid kunnen laten horen, zonder D66 af te vallen. Los van het feit dat we de partij scherp moeten houden, hebben we er weinig baat bij om de partij in verkiezingstijd onderuit te trappen. Als D66 veel verliest, hebben wij daar ook geen baat bij. Als er echt iets is waar wij anders over denken, moeten we dat helder naar buiten brengen, van tevoren afspreken en het niet alleen brengen als iets dat tegen D66 ingaat, maar eerder een aanvulling is. Iets waar wij uit ideologische overwegingen anders over denken. Dat hebben we bij de WIV bijvoorbeeld best netjes gedaan.   

We hebben het hier al even gehad over jouw persoonlijke ontwikkeling. Wat is iets dat er binnen de vereniging moet veranderen volgens jou?

Er gaat volgend jaar natuurlijk wat veranderen binnen de vereniging, het PKO (vergadering met de voorzitters van de landelijke werkgroepen) gaat er anders uitzien bijvoorbeeld. Daarvoor zijn nu drie mensen van het LB verantwoordelijk, straks nog maar een, ik ben benieuwd hoe die transitie zal gaan en ik denk dat daar nog meer uit te halen valt. Het zou mooi zijn als we binnen het PKO  nog meer ruimte hebben voor de ontwikkeling van onze politieke visie, zeker met een verkiezingsjaar voor de boeg. 

Ik hoor vanuit kaderleden veel over communicatie, dus dat is wel iets waar we met elkaar naar zullen moeten kijken. Misschien dat we over specifieke thema’s of keuzes anders moeten gaan communiceren vanuit het LB. Ik ben er geen voorstander van om alle overwegingen van het LB op de mail te zetten naar het hele kader of je ledenbestand. Je creëert daarmee wel meer transparantie, maar doet daarmee ook af aan je helderheid. Je gaat dan door de bomen het bos niet meer zien. Er zijn daarnaast al veel plekken waar al informatie te vinden is, zoals de besluitenlijst van het bestuur, de notulen op de wolk en mededelingen op de website. Misschien moeten die plekken beter bekend worden voor ieder die deze informatie zou willen. 

Nog closing remarks voor dit interview? 

Er komen hele mooie verkiezingen aan, met een stel goede kandidaten. Ik zou de rol van voorzitter graag nog een jaar op me nemen, om continuïteit te bieden en energie te geven. Ik denk dat ik de vaardigheden bezit om er een succesvol jaar van te maken en ik hoop op de stem van andere JD’ers. 


Geschreven door: David den Hartog

Geef een reactie