‘’Het belang van het bewustzijn van cultuurhistorische potenties en de geschiedkundige waarden van erfgoed worden nogal eens onderschat.’’
Zo luidt een zin uit ons politiek programma over cultureel erfgoed en archeologie. Wij moeten ons de vraag stellen: maken wij zelf, als Jonge Democraten, nu niet zelf precies dezelfde fout? Onderschatten wij niet de waarde van ons erfgoed? De werkgroep Kunst, Cultuur en Media is bezig met een nieuwe resolutie kunst en cultuur voor het politiek programma. Binnen de werkgroep houd me ik bezig met cultureel erfgoed, een onderwerp dat momenteel nog slecht summier wordt behandeld in het politiek programma. En dat terwijl het afgelopen jaar het meerdere malen actueel was, zoals in het debat over de Canon van Nederland en naar aanleiding van het rapport van de Commissie Pechtold over de Erfgoedwet. Het maandthema van de nationale identiteit bij de DEMO vormt voor mij een mooie aanleiding om het belang van cultureel erfgoed onder de aandacht te brengen.
Volgens ons politiek programma geeft cultureel erfgoed ons land identiteit. Maar wat is cultureel erfgoed? Over het algemeen wordt cultureel erfgoed gedefinieerd als het geheel van materiële en immateriële bronnen uit het verleden, doorgegeven van generatie op generatie. Erfgoed is aldus verbonden aan een groep of samenleving. Cultureel erfgoed is onmiskenbaar onderworpen aan selectie, wat hoort er wél bij en wat niet? De in 2006 gepresenteerde Canon van Nederland is daar een bekend voorbeeld van. Daarin staan vijftig onderwerpen die als belangrijkste worden beschouwd voor de Nederlandse geschiedenis. De canon is als het ware de façade van de Nederlandse geschiedenis en cultuur.
Het lastige van dergelijke lijsten is dat erfgoed geen statisch begrip is; het is veranderlijk. Tijd verandert het perspectief. Verhalen bieden nieuwe indrukken. Het is een soort perpetuum mobile: voor altijd in beweging. Juist daarom heeft minister Van Engelshoven (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) vorig jaar een commissie ingesteld om de Canon van Nederland opnieuw onder de loep te nemen. In haar ogen zouden de ‘schaduwkanten van de Nederlandse geschiedenis’ daaraan toegevoegd moeten worden. Een nationale identiteit heeft onmiskenbaar een negatieve kant. Naast behouden trots hoort ook de gepaste bescheidenheid en empathie. Zo kunnen minderheden waarmee we historische banden hebben, zich eerder vinden in onze nationale identiteit.
Naast behouden trots hoort ook de gepaste bescheidenheid en empathie.
Wat kan de rol van de overheid zijn in de discussie over cultureel erfgoed? Naast de vele onderwerpen en verhalen die substantie geven aan onze nationale identiteit, zijn er ook fysieke (kunst)historische objecten en monumenten. Daar mag de rol van de overheid actiever zijn, in mijn ogen. Immers is niet alleen de beschrijving van onze geschiedenis maar net zo goed de fysieke voortbrengselen van groot belang. In dat kader wierp de Commissie Pechtold de interessante vraag op: “wat te doen met cultureel erfgoed in particulier bezit?” Dat is immers privé-eigendom; daar hebben we als samenleving niet veel over te zeggen. Een terughoudende overheid betekent echter dat we bijzondere objecten kunnen verliezen bij verkoop. Om dat te voorkomen is het toch van belang om in het debat over cultureel erfgoed te onderzoeken hoe de overheid een actievere rol kan spelen in het behoud en bescherming van erfgoed.
Een veelgehoorde optie is dat we als land stoutmoedig moeten durven zijn, door te bepalen dat bepaalde objecten het land nooit mogen verlaten. Italië heeft een dergelijke lijst en ik kan me zo voorstellen dat de Nachtwacht van Rembrandt van Rijn nooit het land zal verlaten. Aldus moet er een lijst komen van kunstobjecten – zowel in openbaar als privébezit – die het land niet mogen verlaten. Dat is te vergelijken met de lijst van Rijksmonumenten. Hierdoor stralen we als land uit dat we waarde hechten aan ons erfgoed, door de objecten die fundamenteel zijn voor onze geschiedenis op waarde te schatten. Particulieren moeten overtuigd worden van de historische waarde. Net als Alexander Pechtold vind ik de overheid hier actiever achteraan moeten gaan.
Al met al, meer dan genoeg redenen om als Jonge Democraten goed na te denken over het Nederlands cultureel erfgoed. Wat daar toebehoort, hangt af wat voor verhaal we willen vertellen. Een sterk, divers verhaal met positieve en negatieve onderwerpen en thema’s. Een verhaal dat ons Nederlanders moet inspireren. Onderschat overigens de status van de Canon van Nederland niet. Zo blijkt uit onderzoek, dat de Canon vaak wordt gebruikt voor lesmateriaal op basisscholen en middelbare scholen. Het is dus een belangrijke referentie als het om onze geschiedenis gaat; een herziening is dus geen slecht idee. Ook Alexander Pechtold roept ons indirect op om meer bewustzijn en alertheid te tonen. Ik roep de Jonge Democraten op dan ook niet alleen na te denken over de economische, sociale, politieke toekomst van Nederland, maar ook over de functie van cultureel erfgoed in het heden en de toekomst!
Geschreven door: Thomas van de Vijver
Afbeelding: Canon van Nederland, https://www.entoen.nu