Het thema van de Democratische primaries: Kansenongelijkheid

Wordt het Bernie, Biden of toch iemand anders? Dit jaar gaan miljoenen Amerikanen in vijftig staten naar de stembus om de nieuwe Democratische presidentskandidaat te kiezen. Hoewel deze stembusgangen op allemaal verschillende data plaatsvinden, is geen enkele dag zo beslissend als vandaag. Op deze Super Tuesday wordt in veertien verschillende staten gestemd, goed voor een derde van het totaalaantal delegaten.

In de meeste van deze staten komt de race neer op twee bejaarde politici: Joe Biden, de vicepresident van Obama, en Bernie Sanders, senator en progressieve vaandeldrager. Nu Pete Buttigieg zich heeft teruggetrokken uit de race, strijden alleen nog een twee andere politici (Bloomberg en Warren) om de derde plek.

Als het neerkomt op specifieke plannen, lijken de verschillen tussen deze presidentskandidaten vrij groot: van Joe Biden die een grotendeels Obama’s koers tracht voort te zetten, tot Bernie Sanders die een sociaaleconomische revolutie wilt ontketenen. Maar in de kern kunnen alle verkiezingsprogramma’s worden samengevat zoals Democratische politicus Jim Clyburn dit vorige week deed:

“We don’t need to make this country great again; this country is great. That’s not what our challenge is. Our challenge is making the greatness of this country accessible and affordable for all. If it’s health care, is it accessible, is it affordable? Education: Is it accessible, is it affordable? Housing. Energy. Making it accessible and affordable.”

Goed onderwijs, goede zorg en goed wonen, lijkt de boodschap van Clyburn. Deze leus zal menig DEMO-lezer allicht bekend in de oren klinken. D66 maakte bij de Tweede Kamerverkiezingen en gemeenteraadsverkiezingen gebruik van deze opsomming. Blijkbaar vindt dezelfde boodschap ook weerklank aan de andere kant van de oceaan.      

Dat er bij de Democraten zoveel gefocust wordt op deze thema’s is geen wonder. Een goede opleiding, een dak boven je hoofd en betaalbare zorg bepaalt immers in hoeverre je een gezond en gelukkig leven kan leiden. Zonder deze factoren is van een American dream geen sprake.

Vergeleken met de rest van het westen spant Amerika de kroon op het gebied van ongelijkheid. Het land scoort slechter dan Kenia, Iran en China als het aankomt op inkomensverschillen tussen arm en rijk. Zonder inkomen kan je de hoop op goed onderwijs, goede zorg en goed wonen wel opgeven in de VS. Wie in deze tijden in Amerika voor een dubbeltje geboren is, wordt zelden een kwartje.

De uitspraak dat de Democratische partij het equivalent zou zijn van een rechtsere VVD, gaat niet meer helemaal op de laatste tijd. Nog afgezien van de linkse Sanders, lijkt de partij in het algemeen steeds meer naar haar sociaalliberale grondslagen terug te keren. Zelfs de zelfbenoemde “gematigde” Democraten zijn een stuk progressiever ten opzichte van hun voorgangers.

Zo faalde tien jaar terug het concept van de overheid als zorgverzekeraar omdat het als te radicaal werd gezien door gematigde Democraten. Nu is het plan een integraal deel van het verkiezingsprogramma van de gematigde presidentskandidaten, en valt het in het niets met de (relatief populaire) zorgvisie van Bernie Sanders.

Sanders is ook niet alleen in zijn afkeer tegen de miljardairs. Bij het openen van de website van Joe Biden komt de volgende vetgedrukte quote in beeld: “This country wasn’t built by Wall Street bankers and CEOs and hedge fund managers. It was built by the American middle class.”

Zij die denken dat de Democraten slechts campagne voeren tegen Trump, hebben het mis. In het afgelopen debat waren het de ingrijpende plannen van Sanders die het gespreksonderwerp waren. President Trump kwam niet tot nauwelijks ter sprake.

Dat Sanders alle (negatieve) aandacht krijgt, is geen wonder. Zijn opponenten zijn bang dat plannen te radicaal zijn voor het Amerikaanse electoraat en trachten de opmars van senator te stoppen. Maar zelfs al lukt Sanders het niet de nominatie te winnen, zijn progressieve beweging is niet irrelevant geweest:

De Democratische partij is sinds de zeventiger jaren niet zo ambitieus geweest in de strijd tegen kansenongelijkheid.


Geschreven door: Joris Canoy (JD-lid en student politicologie aan de Universiteit Utrecht)

Geef een reactie