Afgelopen week verscheen er op de site van de DEMO een artikel van de Werkgroep Diversiteit van de JD over gatekeeping, het artikel stelt dat een groot probleem voor deze groep is dat zij niet zelf hun identiteit kunnen kiezen als zij een transitie willen ondergaan. Transgender personen moeten een diagnose genderdysforie krijgen van een gespecialiseerde arts. In de tekst wordt de suggestie gewekt dat deze psychologische fase van de transitie een grote opstopping veroorzaakt en dat hierdoor lange wachttijden ontstaan.
Voor de lezers die wellicht minder bekend zijn met de materie: een transitie bestaat uit vier fasen: wachten tot je aan de beurt bent (huidige wachttijd naar indicatie: 720 dagen of 103 weken), de psychologische onderzoeken en gesprekken (deze duurt minimaal zes maanden met een maandelijkse sessie. Hierbij wordt voornamelijk gekeken naar je achtergrond, je omgeving en of je emotioneel stabiel bent). De derde fase is de zogenaamde “real life” fase. Hierbij wordt gestart met hormoontherapie en wordt van de persoon verwacht dat deze zich gaat presenteren zoals hij/zij/hen wil. Na minimaal een jaar volgt dan de vierde fase, hier kunnen naar wens van de patiënt operaties gedaan worden. Transmannen kiezen vaak voor borstverwijdering en transvrouwen kiezen vaak voor sex reassignment surgery. Non-binaire mensen zijn personen die zich niet comfortabel voelen als man of vrouw, en de keuze maken om een andere identiteit te dragen. Dit kunnen zij geheel zelf invullen, en in vele gevallen gaan zij in transitie om een tussenvorm te bereiken.
Een transitie is nogal een ingreep en niet iets wat je ‘zomaar’ even doet. Voordat iemand zich überhaupt bij het VUmc meldt is er vaak al een uitgebreide periode van twijfel, depressieve gevoelens en overig leed aan vooraf gegaan. Naar mijn mening is de psychologische fase essentieel. Niet omdat je in die fase aan een psycholoog moet ‘bewijzen’ dat je echt een transgender persoon bent, maar omdat hormoontherapie echt heel heftig is voor je emotionele welzijn.
Mensen die langer over de psychologische fase doen (je kunt niet zakken, het is geen tentamen, hooguit kan je de vraag krijgen om eerst aan andere problemen te werken) hebben vaak last van andere problematiek. Deze kan verergerd worden door genderdysforie. Binnen de gemeenschap zijn de gevoelens over de psychologische fase gemengd, maar men is het er over het algemeen over eens dat de wachtlijsten problematischer zijn. Er wordt zelfs van een afschrikbeleid gesproken: door de wachtlijsten lang te maken door middel van te weinig middelen vanuit de verzekeraars, wordt de stap om in transitie te gaan lastiger gemaakt.
Ik denk dat er andere problematiek is die belangrijker is voor deze gemeenschap dan de opzet van het traject voor transgenderzorg. Volgens mij moeten we eens gaan kijken naar de precieze oorzaken van de lange wachtlijsten, onder andere verzekeraars die jarenlang hebben geweigerd om andere genderpoli’s te financieren, waardoor VUmc met te weinig middelen een monopolie moest onderhouden. Daarnaast is het mijns inziens van belang om eens te kijken naar de mogelijkheid van een X op het paspoort voor non-binaire mensen. Dit is een situatie waarin Nederland “naar andere landen” kijkt, al zijn er al landen waar dit mogelijk is.
Transgender personen zijn, zoals de Werkgroep Diversiteit terecht opmerkt, niet ziek. Genderdysforie is geen ziekte en ook geen afwijking, geen enkele hulpverlener in Nederland hoort het zo te beschouwen. Het is wel een onderwerp waarbij het belangrijk is om snel de juiste hulp op te zetten. Ook is het belangrijk dat hulpverleners buiten het genderteam goed voorgelicht zijn. Zo is mij een verhaal ter ore gekomen van een non-binair persoon waarbij na enkele keren vragen is genoteerd dat die een baarmoederverwijdering heeft gekregen, terwijl deze persoon zonder baarmoeder is geboren en dat ook heeft uitgelegd.
Als het gaat om gatekeeping jegens de transgendergemeenschap zie ik problemen op andere plaatsen dan bij de psychologische fase. Zo is er voor non-binaire mensen of mensen die zich op de heren- dan wel dameswc niet fijn voelen nog steeds zelden op openbare locaties een veilige plaats om hun behoefte te doen. Dit vind ik onbegrijpelijk, aangezien we thuis allemaal (zelfs de grootste transfoben) genderneutrale toiletten hebben.
Ook zie ik problemen binnen de transgendergemeenschap. Iemand is volgens velen pas transgender als deze volledig in transitie gaat. Daar ben ik het pertinent mee oneens. Iedereen die zich onprettig voelt bij het geslacht waar diegene mee is geboren kan zichzelf als transgender beschouwen. Je hoeft niet alle vakjes af te vinken voordat je dat label mag dragen, sterker nog: het wordt meer en meer gebruikelijk om voor een tussenvorm te gaan. Zeker in de Verenigde Staten komt het door de hoge kosten van de behandeling veel voor dat transgender personen zich wel presenteren als het geslacht waarmee zij zich identificeren, zonder een hormoonbehandeling of operaties te ondergaan.
Het Nederlandse systeem is niet perfect, en ik ken wel meer dan één anekdote over een psycholoog die écht niet begreep hoe iemand zich wel man kon vóélen, maar tegelijk met nagellak op wilde lopen. De laatste jaren worden deze anekdotes gelukkig steeds schaarser en volgens mij wordt er actief gewerkt om beter te begrijpen dat genderidentiteit niets met ‘mannelijk gedrag’ en ‘vrouwelijk gedrag’ te maken heeft. Binnen de gemeenschap heerst het beeld dat het VUmc sinds enkele jaren welwillend is om non-binaire mensen te begrijpen en te helpen.
Het is mijn sterke hoop dat transgender personen en non-binaire mensen de best mogelijke hulp krijgen. Deze hulp dient te bestaan uit een zo soepel mogelijke transitie waarbij een psycholoog een ondersteunend karakter heeft. Het belangrijkste probleem dat op dit moment in de weg van deze hulpverlening zit is echt de wachtlijst. Deze wordt volgens mij absoluut niet veroorzaakt door de zogenaamd tijd- en geldslurpende psychologische fase, maar door een gebrek aan fondsen vanuit verzekeraars en te weinig alternatieven, alhoewel dat laatste inmiddels de goede kant op gaat. Ook een gebrek aan kennis bij algemeen hulpverleners zorgt nog regelmatig voor problemen.
Geschreven door: Frank Koops, non-binary queer
NB: Om dit artikel samen te stellen, heb ik binnen enkele anonieme groepen gevraagd om ervaringen, anekdotes en om meningen. Hierbij is een discussie ontstaan met zeer waardevolle adviezen en meningen. Ik heb mijn best gedaan deze zo goed mogelijk te verwerken, zodat ik spreek voor een groter deel van de gemeenschap dan slechts mijzelf. Hopelijk herkennen de bijdragers, die ik anoniem heb gelaten gezien het anonieme karakter van de groep, zichzelf erin terug.