Bovenstaande vraag werd enkele weken geleden in mijn klas gesteld. Een korte innerlijke discussie was bij mij het gevolg. Zelf ben ik nooit gelovig opgevoed. Ik heb wel op katholieke scholen gezeten waar ik ‘de dochter van de waard’ speelde in het Kerstspel en op mijn zestiende een weekend in een klooster heb gezeten. Erg ver ging het religieuze onderwijs niet. Voor mij waren de bijbelverhalen interessant, maar wel alleen verhalen. En nu stond ik voor de klas en vroeg de ene leerling: ‘Juf, hoe zijn mensen ontstaan?’
Voordat ik hier op kon antwoorden reageerde een andere leerling al: ‘Ow, dat heeft mijn mama verteld! God heeft eerst de Aarde gemaakt, toen werd de man gemaakt en daarna de vrouw.’ Dat was niet het antwoord dat ik zou geven, maar zette mij wel aan het denken. Scheppingsverhaal of evolutietheorie, wat is het juiste antwoord?
Zelf geef ik les aan kinderen die net in de Nederland zijn. Ik geef vooral les in Nederlandse taal en rekenen. Levensbeschouwelijke vragen komen minder voorbij. Ze zijn er wel, maar er is nog weinig mogelijkheid om in het Nederlands hierover te communiceren. Ik was nieuwsgierig hoe anderen met deze vraag zouden omgaan, dus belde ik twee JD´ers in het onderwijs. Jan Willem het Lam geeft wereldoriëntatie op een middelbare school in Zoetermeer. Hij legt uit dat dat het in dit vak meer gaat om jezelf en de wereld te leren kennen. Daarin is het belangrijk dat je geen waarde-oordeel geeft over een geloof. Alle geloven en hun scheppingsverhalen worden naast elkaar gezet en leerlingen mogen zelf bepalen hoe zij naar de wereld kijken. De evolutietheorie wordt genoemd, maar uitgebreider behandeld bij biologie. Als leerlingen het vragen geeft Jan Willem wel aan dat hij meer ziet in de evolutietheorie.
Hidde van der Vlist geeft biologie op een protestants christelijke school en vertelt dat bij zijn sollicitatie al werd gevraagd of het mogelijk was om de evolutietheorie niet als verklaring aan te dragen, maar als één van de mogelijkheden. Ook op deze school zijn er leerlingen met veel verschillende achtergronden en hebben hierin allemaal een eigen waarheid. De leraar mag diens opvatting delen, maar de lesstof moet wel neutraal zijn.
Wat maakt het zo moeilijk om deze vraag te beantwoorden? Hidde gaf hierbij aan: ‘Van de overheid moeten we de evolutietheorie aanleren, maar er zijn nog veel groepen in de samenleving die hier anders in staan.’ Wanneer er vanuit huis dus iets anders wordt verteld, dan moet er op school goed over na worden gedacht wat de reactie is. ‘Mama’ legde in dit geval het scheppingsverhaal uit. Ga ik dan aangeven dat dit niet klopt en dat de evolutietheorie de waarheid is? De leerling kan dan alleen tot de conclusie komen dat één van de twee liegt. Het vertrouwen bij één van de twee valt dan dus weg. En, ja, je leert op de middelbare school dat er verschillende visies mogen zijn. De ontwikkeling van iedereen loopt hierin anders en het kan dus wel even duren voordat een mens begrijpt dat er verschillende visies mogen zijn en dat iemand zelf de mogelijkheid heeft om een keuze te maken.
Ik zal altijd blijven roepen dat veel oplossingen bij het onderwijs liggen, maar opvoeding door familie kan niet vergeten worden. Dat betekent dat er soms thema’s binnen onderwijs zijn die niet overeenkomen met jouw visie. Dat kan, niet iedereen heeft tenslotte dezelfde opvoeding en daarom dezelfde meningen. Voordat kinderen/jongeren eigen meningen ontwikkelen komen ze met de meningen van hun familie. Tussen opvoeding en onderwijs is er nog vaak een strijd. Soms maak je de keuze om de ene strijd wel aan te gaan en de andere niet.
Geschreven door: Jetske Steenstra