Jan Schippers: “Je bent als mens beperkt in je kennis en je geloof.”

Jan Schippers (1968) is sinds 2006 actief bij de Guido de Brès-Stichting, het wetenschappelijk instituut voor de SGP. De DEMO interviewde hem over dit instituut en hoe wordt gewerkt met de combinatie van geloof, wetenschap en politiek. Voor 2006 werkte hij in het Europees Parlement namens de SGP en de voorlopers van de ChristenUnie, GPV en RPF. In 1994 is hij afgestudeerd als staatkundig econoom aan de Erasmus Universiteit in Rotterdam.

Hoe is de rol van de Guido de Brès-Stichting binnen de SGP?
“Het is een zelfstandige stichting, met een eigen bestuur. Inhoudelijk gezien zijn we onafhankelijk van de SGP en de overheid, alleen financieel gezien niet. Wij maken ons eigen activiteitenplan. Hierbij kijken we welke thema’s relevant zijn en waar we iets kunnen toevoegen. We functioneren op een steenworp afstand van de politiek. Daarom reageren we niet teveel op actuele onderwerpen, maar kijken we meer naar de algemene tendens. Het kan wel zo zijn dat de partij of Kamerfractie vraagt of we iets kunnen uitzoeken. Wij bepalen dan of we dat doen, en het belangrijkst: wij trekken zelf de conclusie.” Lachend: “Niet dat van te voren bepaald wordt wat eruit moet komen.”

Waar vind je de relevante thema’s om verder uit te zoeken?
“De Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid, het Sociaal en Cultureel Planbureau en andere adviesorganen hebben ook onderzoekagenda’s. We kijken met welke vraagstukken zij zich bezighouden. Ook hebben we in onze achterban onderzoekers die aan een universiteit werken. Met hen houden we contact om te kijken wat aandacht verdient. Verder worden ideeën opgedaan in gesprekken met SGP-politici en bestuurders.”

“Als wetenschappelijk bureautje kun je nu lang niet alle publicaties van de overheidsadviesorganen bijbenen”

De SGP is met circa 30.000 leden een forse politieke partij, hoe groot is het wetenschappelijk bureau?
“Klein. Met de financiële steun van de partij erbij kunnen we twee mensen laten werken bij ons instituut. We zijn dus niet zo groot en het zou fijn zijn als we wat ruimer in het jasje zitten. Dat is ook in het belang van de democratie. Rob Jetten regelde recentelijk met een motie meer geld voor de staf van Kamerleden. De fracties krijgen er nu gezamenlijk € 10 miljoen bij. De SGP staat ook achter dit plan. Maar helaas gaat er niet fors meer geld naar de wetenschappelijke bureaus. Daarmee zou de democratie ook versterkt kunnen worden. Daar refereerde Rob jammer genoeg niet aan. Als wetenschappelijk bureautje kun je nu lang niet alle publicaties van de overheidsadviesorganen bijbenen, laat staan er een politieke reflectie op geven. Dat geldt vast ook voor de collega’s van de Hans van Mierlo Stichting.”

Er moeten dus keuzes gemaakt worden. Gaan zaken waar je je als SGP in kan profileren voor?
“Niet per definitie. Neem het onderwerp ruimtelijke ordening. Zou een socialist dat anders aanpakken dan een SGP’er? Maar rijd de grens met België eens over en je ziet: alles is anders! Op dit moment speelt de discussie over de ‘grote dozen’ in het polderlandschap, de distributiecentra. Wil je dat? Is daar wel goed over nagedacht? Achter een inrichtingsbeleid zit een visie. Die is niet per se christelijk, maar je hebt een bepaalde opvatting over schoonheid en de waarde van het landschap. Een fatsoenlijke inrichting dient de samenleving. Meer groen in de stad geeft bijvoorbeeld meer rust in de leefomgeving. Dat doet de mens goed. Daar moet je wel over nadenken, ook al kun je als christen je niet specifiek hierin profileren.”

“Aan de andere kant krijgen onderwerpen waarin het wetenschappelijk instituut zich wel duidelijk kan profileren eerder prioriteit. Ik kan wel zeggen dat ik afstand hou van de politiek en dat ik dus ga doen wat ik wil, maar dat is niet realistisch. We zijn gelieerd aan de SGP en worden door de actualiteit beïnvloed. Je moet er daarom scherp op zijn op wat je karakter als wetenschappelijk instituut is en waar je toegevoegde waarde kunt leveren. Alleen maar bezig zijn met thema’s om onszelf te profileren en zichtbaar te zijn, gaat uiteindelijk tegen onze raison d’être in.”

“Wij zeggen a priori dat je vanuit deelgebieden niet het geheel kunt verklaren.”

Hoe gaan jullie om met tegenstellingen in denk- en werkwijzen tussen wetenschap en geloof?
“Wetenschappelijk onderzoek kan zeer behulpzaam zijn voor politieke beslissers. Conclusies op basis van degelijk onderzoek mag je niet luchthartig wegwimpelen, zeker als ze niet direct stroken met je politieke visie. Sommige wetenschappers gaan er vanuit dat uiteindelijk alles te verklaren is met de wetenschap. Maar de wetenschap bestaat uit vele onderzoeksgebieden. Conclusies zijn dus geldig voor een deelgebied. Wij zeggen a priori dat je vanuit deelgebieden niet het geheel kunt verklaren. Daarvoor heb je een grotere visie nodig; een omvattende visie op de werkelijkheid. Daar komt de Bijbel dan bij kijken, omdat die zo’n totaalvisie biedt.”

Wat zijn voor jullie onderzoeksgebieden waarin de Bijbel niet zo’n grote rol speelt?
“Duurzaamheid is bijvoorbeeld vrij rationeel. Of verkeersveiligheid. Daarnaast: met de wetenschappelijke onderzoeksmethode an sich is niets mis. Wij gebruiken die uiteraard ook om te onderzoeken. Voor wat er vervolgens met de uitkomsten in de politieke besluitvorming gedaan wordt, zijn bij de afweging van vraagstukken normen en waarden nodig. Dan wordt de bijbel erbij gehaald. En als anderen daar vragen over hebben, moeten we daar ook gewoon op antwoorden. Ons vertoog moet wel aannemelijk zijn.”

Maar jullie gaan dus wel volgens wetenschappelijke methoden te werk?
“Ja, er zijn christenen die met de wetenschappelijke methode proberen te verklaren dat God de werkelijkheid heeft gemaakt. Deze creationisten plegen overstretch. Zij overvragen de wetenschap en doen eigenlijk hetzelfde als de evolutionisten, al gaan die een heel andere kant op en zeggen dat alles door toeval is ontstaan. Ook dat is speculatie, want op basis van de wetenschappelijke methode valt dat niet vast te stellen.”

“Maar op het moment dat je iets met je ratio overweegt, mag je er niet zomaar een geloofsclaim aan hangen.”

Tommy Wieringa schreef enkele weken terug een column in de NRC over de risico’s van de politiek die claimt het beleid van God uit te voeren. In hoeverre houden jullie rekening met dergelijke risico’s bij het adviseren van politici van de SGP?
“Daar ben ik heel erg alert op, dat is misbruik van het geloof. Je bent als mens beperkt in je kennis en je geloof. Het kan zomaar zijn dat je nu iets claimt met beroep op Gods wil en dat over tien jaar iemand hetzelfde doet, maar op een ander standpunt uitkomt. Wil God het dan ineens anders? Hoe zit dat precies? Er zijn geloofsoverwegingen en er is de ratio. Die heb je het liefst op één lijn. Maar op het moment dat je iets met je ratio overweegt, mag je er niet zomaar een geloofsclaim aan hangen. Dan loop je het risico God voor je politieke karretje te spannen.”

Wanneer zou je de Bijbel expliciet gebruiken ter ondersteuning van het punt?
“Als een SGP-raadslid zegt: ‘Zo staat het in de bijbel, dus daarom doen we het zo’, dan is het wat mij betreft vaak een boodschap voor de eigen achterban. Om te laten zien dat we politiek bedrijven met de bijbel. Voor het overtuigen van collega raadsleden is het aanhalen van de bijbel meestal niet effectief. In het algemeen moet je in politieke debatten oppassen met een beroep op de bijbel. Het argument moet deugdelijk zijn en vraagt dus theologische arbeid. Om effectief te zijn, moet de boodschap ook begrijpelijk zijn. Als je daar van tevoren niet goed over nadenkt, kun je de Bijbel tekort doen.”

“Maar het huwelijk openstellen voor twee mannen of twee vrouwen, is zoiets als zeggen dat we cirkels voortaan ook vierkant noemen.”

Het argument dat het in de Bijbel staat wordt onder andere gebruikt door de SGP om tegen het homohuwelijk te zijn, zou u dit als een correcte manier van gebruiken zien?
“Ja, het huwelijk komt regelmatig terug in de Bijbel als een levensverbond voor een man en een vrouw. Adam en Eva vormen het eerste mensenpaar. Je kan zeggen dat het verhaal van de schepping van de mens poëtisch of mythisch is, maar Jezus doet hier ook een beroep op. Elkaar bijstaan in een relatie kunnen twee vrouwen of twee mannen ook. Maar dan komt een volgend argument over de voortplanting. Dat is twee vrouwen of twee mannen niet gegeven. Het huwelijk als institutie is daarom bedoeld voor een man en een vrouw. We zijn ronduit tegen het criminaliseren of kwetsen van homo’s, ook als ze vriendschap met elkaar hebben. Maar het huwelijk openstellen voor twee mannen of twee vrouwen, is zoiets als zeggen dat we cirkels voortaan ook vierkant noemen.”

Met moderne technieken kan een koppel van twee mannen of twee vrouwen ook een kind krijgen, daarmee zou het tweede argument vervallen.
,,Dan komt het respect voor de natuurlijke orde in het geding. En de toekomst van de samenleving. Draagmoederschap komt ook voor in de Bijbel, maar die noemt onverbloemd ook de negatieve gevolgen ervan. De boodschap is dat je er maar beter niet aan kan beginnen. Je instrumentaliseert de vrouw die draagmoeder is. Overigens moet je wel goed zorgen voor de baby die uit draagmoederschap wordt geboren. Bescherming van het leven is een hogere norm dan afwijzing van het draagmoederschap.”


Geschreven door: Bas Buise, redacteur wetenschap

Geef een reactie