PoHo onderwijs Léonie over haar baan voor de klas.

Dit is het eerste interview in de reeks over onze JD leraren. We zullen beginnen met ons opperhoofd voor onderwijs & wetenschap. Oftewel Léonie Janssen, portefeuillehouder Onderwijs & Wetenschap. 

Op een fijne stoel in een mooie geel met blauwe omgeving zit ik rustig lezend te wachten op Léonie. We hebben afgesproken in de herfstvakantie, want waar haal je anders de tijd vandaan als leraar. Buiten is iedereen druk bezig met vakantie-achtige dingen doen en binnen klinkt uiteindelijk het juiste geluid. De welbekende Skype-ringtone, Léonie en ik wonen namelijk niet naast elkaar en skype is dus onze gekozen manier van communiceren. Na wat gerotzooi met screenshots en camera’s kunnen we elkaar dan eindelijk zien en begint ons interview. 

Hey Léonie, fijn dat ik je kan spreken. Het doel van dit interview is om te kunnen laten zien wat we als leraar doen en waarom wij dat nu zo tof vinden. Om te beginnen is het misschien handig om te vragen waar jij voor de klas staat. 

Ik sta voor ALPO klassen. Dat is de Academische Lerarenopleidingen voor Primair Onderwijs. Ik geef vooral pedagogiek en onderwijskunde aan alle eerste- tot derdejaars ALPO-studenten op de hogeschool. 

Hoe zou je de studenten kunnen typeren?

In het algemeen zijn het nogal perfectionistische studenten. Ze leggen de lat vrij hoog voor zichzelf. 

Herkenbaar, ik geloof dat wij daar ook weleens last van hebben. Om door te gaan op de opleiding. Hoe komt het dat je zelf hebt gekozen voor het onderwijs?

Ik wist eerst echt niet wat ik wilde gaan studeren. Ik vond echt alles interessant. Wiskunde, techniek, het maakt niet uit, alles vond ik leuk. Uiteindelijk zei mijn moeder, je bent echt een sociaal mens, je moet echt iets met kinderen en mensen gaan doen. Toen heb ik mij ingeschreven bij pedagogische wetenschappen. Ik wilde orthopedagoog worden en tijdens de introductie kreeg ik de tip om dan de ALPO te gaan doen. Door de combinatie met de pabo krijg je, zelfs als je niet voor de klas gaat staan, wel een inzicht in wat er in de klassen speelt. Veel orthopedagogen hebben geen idee daarvan. Dus ik wilde eigenlijk helemaal geen docent worden, ik wilde orthopedagoog worden. 

Wil je nog steeds orthopedagoog worden?

Nee, halverwege mijn opleiding ben ik zo verliefd geworden op onderwijs. Alles wat met vernieuwingen te maken heeft en alle theorieën erachter vind ik super interessant. Toen kreeg ik een professor en hij ademde echt onderwijskunde. Daarna was ik helemaal verkocht. Toen wilde ik gewoon docent en onderwijskundige worden en welke variant maakte mij dan niet meer zoveel uit. Nu doe ik een combinatie van die twee.   

Waar word je het meest enthousiast van als je voor de klas staat?

Ik vind het stoeien met de studenten over theorieën het mooist. De hoorcolleges zijn minder leuk, dan hoor je jezelf op een gegeven moment alleen maar praten. Het gesprek aan gaan met studenten die intrinsiek gemotiveerd zijn om te leren, daar word ik heel enthousiast van. 

Het fijne is, dat de opleiding het eerste half jaar geen toetsen heeft, dus dat je dan gewoon kan freewheelen. Je ziet dan dat de studenten, die net van de middelbare school zijn, eerst zich afvragen waarom ze dit doen. Er is geen toets, dus ze hoeven niet te leren. Uiteindelijk komt de omslag dat ze doorhebben dat dit vak echt voor hen is. Dan is het heel leuk om er mee te werken. 

Mooi om te horen. Naast je enthousiasme, wat zijn, voor nu, jouw uitdagingen?

De grootste uitdaging is om het belang van de lessen te geven. Dus als je een theorie aan het uitleggen bent, dat je ervoor zorgt dat de studenten daadwerkelijk er iets mee kunnen. Dat de theorie dus niet alleen theorie is, maar dat je ook de koppeling naar de praktijk kan maken. Het is ongelooflijk lastig, zeker omdat de eerstejaars nog geen stage hebben. Hoe ik dat moet aanpakken ga ik nog ontdekken. 

Ik heb ook een tijdje les gegeven op een basisschool en daar lag de uitdaging vooral in de band opbouwen met de leerling, maar dat was meteen ook één van de leukste dingen. Aan de andere kant vond ik het lastig om het nut te zien van spelling aanleren. Dat bespreek ik nu ook met mijn studenten. Als een leerling de criteria niet kan halen, wat is dan het meest belangrijk?

Soms is het inderdaad lastig om nog in te zien wat echt belangrijk is. Moet je de focus houden bij perfecte spelling of de persoonlijke ontwikkeling van de leerling. 

Terug naar jouw persoonlijke ontwikkeling. Ik merk dat je heel enthousiast bent over jouw rol nu. Maar wat als je alles open kan gooien. Je hoeft er geen extra opleiding voor te doen, meer geld tegenaan te gooien en niet te solliciteren. Welk vak of welke doelgroep zou je graag nog willen lesgeven. 

Ik ben hier pas net mee begonnen, dus ik zou oprecht nu ook niets anders willen. Dit is wat ik heb gevonden en dit vind ik fantastisch. Maar als ik een vak moest kiezen, dan bijvoorbeeld rekenen of wiskunde. Dat is voor mij lekker duidelijk. Met letters heb ik niet zo veel. 

Moet ik kiezen voor een doelgroep dan ga ik voor een andere uitdaging. Ik vind het vooral leuk en uitdagend om een goede relatie op te kunnen bouwen. Dan zou ik dus gaan voor een doelgroep waar het nodig is om een goede relatie op te bouwen. Ik weet dat dit vooral nodig is in scholen waar veel leerlingen zitten met een moeilijke achtergrond. Het gaat dan niet alleen om het vak, maar vooral ook om de persoonlijke relatie. Het stukje mens kunnen ontwikkelen. 

Zou je altijd in het onderwijs willen blijven?

Dat weet ik niet zo goed. Ik ben wel iemand die ook graag iets nieuws wil doen. Nou heb je hier op het hbo ongelooflijk veel taken en uitdagingen liggen. Dus als ik op een gegeven moment iets nieuws wil, dan kan dat hier ook wel. Als ik op de hele lange termijn ga kijken kan het ook zijn dat ik nog iets anders wil. Ik studeer tenslotte ook nog rechten. Ik kan mij voorstellen dat ik daar nog iets mee kan gaan doen. Maar kan ook zijn dat ik dan op de opleiding rechtendocent word.


Geschreven door: Jetske Steenstra

Geef een reactie