
Al enige jaren draagt D66 het predicaat “sociaal-liberalisme” en ook bij de JD wordt het begrip bij tijd en wijle genoemd om de organisatie in het politiek spectrum te plaatsen. Om de geschiedenis van deze politieke stroming in al zijn veelzijdigheid in kaart te brengen bracht de Van Mierlo Stichting afgelopen maand een nieuw boek uit: De canon van het sociaal-liberalisme. In 41 vensters behandelt een rij aan auteurs, van Boris van der Ham tot aan Jieskje Hollander, de geschiedenis van dit politieke gedachtegoed.
De vensters van de canon omspannen een periode van ongeveer 180 jaar. Het start met een belangrijke speech van Thorbecke in 1844 en het sluit af met de negentien zetels van D66 in 2017. Het zwaartepunt van de opgestelde canon ligt in de periode van 1880-1900 met in totaal acht verschillende vensters, gevolgd door de periode 1960-1980 met zeven vensters. In de inleiding van de canon onderscheiden de samenstellers van de canon, Coen Brummer en Daniël Boomsma, vijf verschillen rode draden waarin de vensters vallen. Namelijk een hervormingsgezinde houding, een ontwikkelend vrijheidsbegrip, botsing met de liberale would be-geestverwanten, het bevragen van de macht en een internationale blik. Dit zegt veel over de verscheidenheid aan onderwerpen die de revue passeert in het boek. Verhalen over verschillende politici als Thorbecke en Gerrit Bolkestein komen langs, maar ook initiatieven als het Paleis voor Volksvlijt, vrouwenkiesrecht en de afschaffing van het verbod op godsdienstlastering.
Het gevaar bij het samenstellen van een historische canon is dat je de neiging kan gaan vertonen om de zaken mooier voor te stellen dan ze zijn. De samenstellers hebben in deze geschiedenis getracht om ook aandacht te besteden aan wapenfeiten die minder geslaagd waren. Zo was het beroemde Kinderwetje van Van Houten enorm afgekalfd door de Kamer ten opzichte van de oorspronkelijke wet die Van Houten had geschreven. Ook de mislukte kabinetsformatie van Dirk Bos in 1913 en de strijd om de kieswet tonen dit beeld aan. Het is ook verdienstelijk dat er in de periode na 1966 niet alleen louter aandacht voor D66 is, maar dat er ook enkele vensters aan de VVD worden gewijd. Je kunt je nog steeds afvragen waarom de ene gebeurtenis wel is opgenomen en de ander niet. Zo hadden de Nacht van Wiegel of de referendumwetgeving ook niet misstaan in deze canon. De samenstellers van de canon merken zelf op in hun inleiding dat het geen definitieve geschiedenis van het sociaal-liberalisme is, dus wellicht zijn de bovengenoemde gebeurtenissen een suggestie voor in de toekomst. Wat vooral de verdienste van deze canon is, is dat het halfvergeten historische figuren en fenomenen weer het daglicht weet te gunnen. Doordat de vensters niet al te uitgebreid zijn, word je als lezer ook uitgenodigd om je er verder in te verdiepen door middel van de literatuurlijst per canon. De canon is een interessante historische kennismaking met het sociaal-liberalisme.
Het boek De canon van het sociaal-liberalisme is te bestellen via de webshop van de Van Mierlostichting.
Geschreven door: Mathijs van der Loo
Een gedachte over “De canon van het sociaal-liberalisme”