De verdeelde Europese erfenis van Churchill

De Brexit heeft tot nu toe veel gegoochel met stemmen opgeleverd: de stemming van vorige week in het Brits Lagerhuis werd er voor een Brexitdeal gestemd, maar tegen de deadline van 31 oktober. De carrousel die in 2016 begon, lijkt maar niet te eindigen. De afgelopen twee jaar viel ik als student Europese Studies eigenlijk met mijn neus in de boter: politiek gezien is deze gebeurtenis buitengewoon spannend en daarmee erg interessant. Wat zal de toekomst brengen? Wat zullen de effecten zijn in het Verenigd Koninkrijk? Ook wordt er bijna duizend jaar oude retoriek van stal gehaald die betrekking had op de strijd tussen continentaal Europa en Groot-Brittannië. Het deed me teruggaan naar de vroegste integratiegeschiedenis van vlak na de Tweede Wereldoorlog. En ironisch genoeg, lijkt daarin een Brit een opvallende rol te hebben gespeeld: Winston Churchill.

Volgens Desmond Dinan in zijn boek Ever Closer Union, belichaamt Churchill de Europese integratiebeweging van vlak na de oorlog. Hij is zelfs opgenomen in de lijst van founding fathers van de Europese Unie. Daarin valt hij op als eenling in een lijst die gevuld is met mannen uit de zes oprichtende landen van de Europese Gemeenschap van Kolen en Staal (EGKS). Namen als Jean Monnet (als Frans zakenman en economisch adviseur een van de oprichter van de EGKS en Euratom), Konrad Adenauer (Bondskanselier van West-Duitsland van 1949-1963) of onze eigen Johan Willem Beyen die met zijn plan-Beyen bijdroeg aan de totstandkoming van de gemeenschappelijk markt, staan op gelijke hoogte met Churchill.  

Al in de jaren 30 was Churchill en groot pleitbezorger van de Verenigde Staten van Europa naar voorbeeld van de Volkenbond. Zijn bekendste speech ‘Tragedy of Europe’ is echter uit 1946 waarin hij ook een stappenplan presenteert voor Europa. Als eerste moest er een Raad van Europa worden opgericht en ten tweede moesten Frankrijk en Duitsland een bondgenootschap aangaan. De eerste kwam er op 9 mei 1949 en de tweede in 1951 met de Europese Gemeenschap van Kolen en Staal (EGKS). Hier werd tevens het zaadje geplant voor de tweedeling tussen unionisten en federalisten.  De laatsten geven de voorkeur aan verder gaande integratie.

Opvallend genoeg, is er een contemporaine protagonist die zichzelf graag vergelijkt met Churchill. De huidige Britse premier Boris Johnson had een fascinatie voor de staatsman, en schreef in 2015, de biografie The Churchill factor: how one man made history. Als we ingaan op het hoofdstuk van Churchills visie op Europa na de Tweede Wereldoorlog, lijkt Johnson zich te vereenzelvigen met die blik. Churchill wordt zowel door Europese federalisten als eurosceptici geëerd maar het is aan Johnson om de claim van de federalisten onderuit te halen. Hij benadrukt dat Churchill helemaal niet wilde dat Groot-Brittannië deel zou worden van een Europese federatie met een supranationale autoriteit. De associatie van Churchill als oprichter of ‘fouding father’ de huidige EU is te beschouwen als een ‘large dollop of truth.’ Johsnon benadrukt dat Churchill, eerder als ‘sponsor, a witness, rather than a contracting party’ zou hebben deelgenomen aan Europese integratie.

Op de vraag wat Churchill van de huidige EU zou hebben gevonden, antwoordt Johnson dat hij een verenigd Europa zou hebben aangemoedigd maar helaas zonder Groot-Brittannië. Dat is op zich niet vreemd, het zwaartepunt van Europese integratie lag immers tussen Duitsland en Frankrijk. Dat het VK zich alsnog in 1961 opgaf voor het EEG-lidmaatschap (en later in 1973 erbij kwam), is des te opmerkelijker gezien de nadruk op eenheid en stabiliteit binnen Europa door de toenmalige premier Harold Macmillan. Niettemin is het in het licht van het Brexitreferendum in 2016 en de huidige roerige maanden, treffend om te zien hoe Winston Churchill als extra onderbouwing kan worden gebruikt om binnenkort de EU te verlaten: een nieuwe rol voor het VK onder leiding van Boris Johnson.


Geschreven door: Thomas van de Vijver

Geef een reactie