Vorig jaar sprak de DEMO met Sophie in ‘t Veld, fractieleider van D66 in het Europees Parlement. Een gesprek over haar werk in het parlement, privacy en de verborgen tweedeling in Europa.
Wat houdt het werk van een Europarlementariër nou precies in?
Het is heel breed, meer dan veel mensen denken. In essentie komt het natuurlijk neer op het maken van wetten voor de hele Europese Unie. Daarnaast ben je natuurlijk ook de spreekbuis van de Europese burgers. Dus ook als we geen wetten aan het maken zijn, dan stel je allerlei dingen aan de orde die voor mensen belangrijk zijn. Zoals bijvoorbeeld een hoorzitting met Mark Zuckerberg van Facebook, omdat mensen zich daar zorgen maken. Eigenlijk alles wat belangrijk is voor Europese burgers zetten we op de agenda.
Als D66 werken jullie natuurlijk binnen een grote liberale fractie, hoe gaat dat in z’n werk?
Je hebt natuurlijk een fractielijn, maar daarbinnen is er natuurlijk geen honderd procent stemdiscipline. Het is niet zoals in de Tweede Kamer, waar bijna iedereen altijd de fractielijn aanhoudt. Maar bij de liberale fractie is de fractiediscipline wel heel hoog. Bij de belangrijke, hoofdelijke stemmingen wordt gemiddeld binnen onze ALDE-fractie rond de drieënnegentig procent hetzelfde gestemd. Dat is voor het Europarlement best wel hoog, en wij als D66 zitten met 96 tot 98 procent echt heel dicht tegen die lijn van ALDE aan. Dat is ook niet zo gek, omdat wij met ’vier Europarlementariërs heel actief en betrokken zijn, dus wij bepalen in zekere zin ook die lijn. Wij als D66 hebben daarin wel een grote invloed.
” Ja, wij zijn inderdaad niet de grootste fractie, maar we zijn wel heel vaak king-maker.”
Dus dan heeft D66 in zekere zin best wel veel invloed op het Europees beleid? Ook al is de ALDE-fractie niet zo groot als die van bijvoorbeeld de christendemocraten.
Ja, wij zijn inderdaad niet de grootste fractie, maar we zijn wel heel vaak king-maker. We zijn de vierde fractie in het Europees Parlement, de conservatieve fractie is net iets groter dan wij zijn. Maar omdat zij niet zoveel fractiediscipline hebben, zijn andere fracties sneller geneigd om met ons een akkoord te sluiten, dus dan zijn wij als ALDE gewoon veel interessanter.
En waar houdt u zich nu bijvoorbeeld mee bezig?
Veel rechtsstaat en grondrechtenonderwerpen. Zo ga ik een onderzoekscommissie leiden naar de veiligheid van journalisten in de EU. Deze commissie komt er na recente moorden op journalisten Daphne Caruana Galizia in Malta en Jan Kuciak in Slowakije. Maar ik doe ook veel met privacy. Ik ben bijvoorbeeld een van de onderhandelaars voor de AVG (Algemene Verordening Gegevensbescherming, ook wel bekend als GDPR), die onlangs van kracht is geworden. Daarnaast houd ik me bezig met privacybescherming als het gaat om terreurbestrijding en veiligheid, dus ik doe veel met surveillance-wetten.
De Jonge Democraten heeft natuurlijk een harde campagne gevoerd tegen die meest recente wet, de WIV.
Ja, en dat juich ik ook van harte toe. Ik werk op Europees niveau, dus ik heb me niet specifiek met de Nederlandse discussie bemoeid. Dus ik kijk daar wel vanuit een andere hoek naar, maar ik maak me buitengewoon grote zorgen over wat er allemaal gebeurt op dat gebied. Je had natuurlijk het schandaal van Cambridge Analytica met Facebook, en ik ben in zekere zin blij dat dat schandaal er was, want het draagt ook weer bij aan het groeiende bewustzijn van de noodzaak voor privacybescherming. Dat bedrijven steeds meer van onze gegevens bewaren is inmiddels wel bekend. Maar dat inlichtingendiensten, politie en justitie bijna onbeperkt toegang hebben tot onze persoonsgegevens en daar eigenlijk van alles en nog wat mee kunnen doen dat staat nog niet zo op het netvlies bij mensen, dat vind ik het meest zorgelijk. Ik hoop van harte dat de WIV in Nederland, na de uitslag van het referendum, zodanig wordt aangepast dat die in lijn is met Europese wetgeving en met name de jurisprudentie van het Europees Hof. Want deze wetten moeten juridisch gezien waterdicht zijn.
In de campagne tegen de wet is dat laatste ook vaak naar voren gekomen, maar toch was de coalitie er voor.
Partijen als de VVD en CDA kunnen natuurlijk wel zeggen: “maar we willen het toch”. Uiteindelijk stapt er echt wel iemand naar de rechter, en dan zal die beslissen. Ik heb in Frankrijk een soortgelijke wet, voor de rechter aangevochten. Dat is natuurlijk een hele langdurige kwestie, daar ben ik nu al een paar jaar mee bezig, maar feitelijk zou het zo niet moeten. Je moet het niet bij individuele burgers neerleggen om wetten beter te maken, dat is de taak van de politiek.
“Er heerst in veel landen een soort sfeer, ook in Nederland, van; ‘de EU ons niks hoeft te vertellen, nationale soevereiniteit, wij bepalen zelf wel wat we doen.'”
U bent dus veel bezig met privacyrechten, hoe zit het met andere vrijheden? Zoals vrijheid van meningsuiting en rechtsstaat.
Als je ziet wat er in Polen of Hongarije gebeurt, dat kunnen we niet langer tolereren. Daar moet Europees worden ingegrepen. Ik vind daarom dat alle lidstaten jaarlijks een democratie- en grondrechtencheck moeten krijgen om te kijken of ze nog wel voldoen aan de waarden die bij het lidmaatschap horen. Mijn initiatiefwetsvoorstel voor een ‘grondrechten-APK’ kon in oktober 2016 rekenen op brede steun het Europees Parlement.
Want daar is nu helemaal geen methode voor toch?
Nee, het is heel moeilijk. Je ziet dat de EU daar heel erg mee worstelt, hoe gaan we daar nou mee om? Er heerst in veel landen een soort sfeer, ook in Nederland, van; “de EU ons niks hoeft te vertellen, nationale soevereiniteit, wij bepalen zelf wel wat we doen”. Maar dan zie je wat er gebeurt, in landen als Polen en Hongarije. Dat kan natuurlijk niet, en dat besef begint gelukkig ook te dagen. Een brede meerderheid in het Europees Parlement steunde mijn voorstel voor een Grondrechten-APK. Nu ligt de bal bij de Europese Commissie om de handschoen op te pakken. Zodat elk jaar een soort check wordt gedaan om te controleren of alle lidstaten zich nog aan de normen houden. Dat gaat dan bijvoorbeeld om, onafhankelijkheid van de rechterlijke macht, onafhankelijkheid van de media, homorechten, privacy enzovoorts. Dan hebben we een veel betere basis op in te grijpen op het moment dat een land dreigt te ontsporen.
“Een tweedeling tussen west en oost, waarbij west dan verlicht, progressief, democratisch en heel modern is en oost een soort democratische woestenij. Dat is echt absolute onzin.”
Hoe is de aandacht voor de politieke situatie in landen aan de buitengrens van de unie, zoals Polen.
Allereerst denk ik dat we weg moeten van het beeld dat er een soort tweedeling is in Europa. Een tweedeling tussen west en oost, waarbij west dan verlicht, progressief, democratisch en heel modern is en oost een soort democratische woestenij. Dat is echt absolute onzin. Want een aantal van de krachten die nu inderdaad in een aantal Oost-Europese landen dominant is, zoals Polen en Hongarije, die werken zeer nauw samen met krachten die ook in West-Europa actief zijn. Kijk naar Forum voor Democratie, kijk naar Wilders, maar dan heb ik het bijvoorbeeld ook over de SGP en de Christen Unie. Dat zijn zusterpartijen en fractiegenoten in het Europees parlement van de Poolse regeringspartij. En die werken ook buiten Europa samen. SGP en Christen Unie werken bijvoorbeeld ook in een club samen met Steve Bannon. Just saying.
Dat zijn niet de meest frisse figuren inderdaad.
Nee, dus het hele idee van wat zijn wij verlicht en progressief en in het oosten zijn ze achterlijk – dat beeld klopt niet. Dat is een karikatuur, in al die landen zijn ook hele progressieve en liberale partijen actief. Maar het is natuurlijk een kwestie van welke kracht is er op een bepaald moment dominant. Dat heeft ook te maken met het kiessysteem. Bijvoorbeeld de Poolse regeringspartij heeft niet de meerderheid van de stemmen gehaald, ze hebben wel de meerderheid van de zetels, maar dat is niet hetzelfde. Met 37 procent van de stemmen zijn ze aan de macht gekomen. En dan gebruiken ze die macht om het kiessysteem aan te passen, om kritische stemmen de mond te snoeren, om de oppositie bij de enkels af te zagen, precies wat Orbán ook heeft gedaan. Dus je kan het eigenlijk niet hebben over die tweedeling tussen oost en west. Het is een tweedeling tussen progressieve en pro-Europese liberale partijen en aan de andere kant heb je antiliberale, autoritaire en anti-Europese partijen. Hun agenda, is niet alleen een nationalistische agenda, maar is ook homofoob, anti-pluralisme, anti-vrouwenrechten, anti-seculiere rechtsstaat. Dit gaat misschien wat ver voor jullie artikel, maar er is ook een manifest, waar heel veel groeperingen zich aan gecommitteerd hebben en die tekst heet: Herstel van de Natuurlijke Orde. Nou je kan je wel ongeveer voorstellen wat daar in staat.
“Wat de pro-Europese partijen dan zeggen is vaak heel technocratisch, dat we zoveel welvaart te danken hebben aan de interne markt, maar dat is geen antwoord op die waarden.”
Dat klinkt als alles waar D66 tegen is.
Het klink inderdaad niet echt D66. Maar onze twee Nederlandse christelijke partijen die ik net noemde, die hebben zich daar dus aan gecommitteerd, meneer Orbán en Steve Bannon ook. Dus ze hebben echt een manifest, het zijn geen losse ideeën, het is echt een hechte samenwerking. Dus wij progressieve partijen moeten daar tegenin blijven gaan. Zij gebruiken Europa als platform voor die waarden-agenda. Het zijn waarden waar ik van gruwel. Wat de pro-Europese partijen dan zeggen is vaak heel technocratisch, dat we zoveel welvaart te danken hebben aan de interne markt, maar dat is geen antwoord op die waarden. Ons antwoord moet zijn: met verve de progressieve waarden uitdragen. Dus om even terug te komen op het thema periferie, dat is naar mijn mening niet de tweedeling in Europa. Het is die nationalistische club, met die hele reactionaire waarden-agenda, ze zijn voor het herstel van traditionele waarden, vrouwen weer achter het aanrecht. Als je denkt dat het toeval is dat Thierry Baudet dat soort waarden propageert, dat is geen toeval, dat is onderdeel van een hele duidelijke agenda. Wat wij daar tegenover moeten zetten is een duidelijke progressieve waarden-agenda en daarvoor hebben wij ook progressieve bondgenoten in Polen, Hongarije, Litouwen en Bulgarije. Wij hebben ook zusterpartijen in die landen en die moet je niet onderschatten. Dat Oost-Europa massaal die reactionaire waarden aanhangt is gewoon niet waar, het is echt even divers als bij ons.
Maar toch zien we dat niet terug in de media, daar wordt toch meer het beeld geschetst van de tweedeling tussen oost en west, vindt u dat ook een gevaar voor Europa?
Als je op basis van dat beeld je politieke strategie baseert, zal dat niet heel erg effectief zijn. Je moet niet uit gaan van landen, maar van partijen, een scheiding tussen politieke waarden. We zien nu bijvoorbeeld ook veel jongerenbewegingen opkomen, die zich verzetten tegen die conservatieve partijen. Dat zijn onze partners. Denk aan Momentum in Hongarije, de Progressives in Slowakije of Operation Libero in Zwitserland. LYMEC, waar jullie ook bij horen, is ook bezig om de banden met die groeperingen aan te halen.
“Als je naar het grote plaatje kijkt zijn dat overkomelijke problemen. Dat we met dat verenigde Europa toch zo’n ongeëvenaarde vrijheid, welvaart en veiligheid kennen.”
U bent al parlementslid sinds 2004, als ik u nou zou vragen wat het meest bijzondere was wat u heeft meegemaakt in die vijftien jaar, wat zou dat dan zijn?
Dat is een moeilijke. Bijna elke dag word ik heel vroeg wakker, want elke dag wordt het weer spannender, wat er gebeurt in Europa en de wereld. Zoals laatst dat Donald Tusk en eigenlijk de hele unie vrij zelfbewust kritiek leverden op het gedrag van de Amerikanen. Ga ook maar even na wat er de laatste jaren gebeurd is, financiële crisis, Brexit, Trump, Europa schudt eigenlijk op zijn grondvesten, maar we staan nog stevig overeind.
Het heeft ook met mijn generatie te maken, voor ons was de Val van de Muur heel belangrijk. Vervolgens de toetreding tot de EU van al die Oost-Europese landen. Dat heeft echt het karakter van de EU en dit hele continent veranderd. In de jaren tachtig begon het daar al te rommelen, met vrijheidsbewegingen en daar had je natuurlijk een paar iconische figuren in. Een van die mensen was een Pool, Bronisław Geremek. Later werd hij minister van Buitenlandse Zaken van Polen, maar onder het communistische regime heeft hij twee jaar in een strafkamp gezeten voor zijn strijd voor democratie en vrijheid. Geremek werd net als ik in 2004 parlementslid in het Europees Parlement, hij was mijn fractiegenoot en hij zat letterlijk naast mij in de bankjes. Voor mij is dat nog steeds een soort kippenvelverhaal. Het stond voor mij zo symbool voor wat er in Europa gebeurde. Dus als je het hebt over de periferie van Europa, er zijn problemen in die landen, er is corruptie, de democratie komt daar moeilijk van de grond, dat is allemaal waar. Als je naar het grote plaatje kijkt zijn dat overkomelijke problemen. Dat we met dat verenigde Europa toch zo’n ongeëvenaarde vrijheid, welvaart en veiligheid kennen. Ik zeg altijd maar, als je rijk bent heb je het overal goed, maar als je een gewone burger bent is er geen betere plek op de wereld dan de Europese Unie. Dat grotere beeld moeten we voor ogen houden.
Bonusvraag, voor onze lezers die misschien ook een carrière in de politiek of bij de EU ambiëren, hoe bent u begonnen met de politiek?
Kijk, ik zou nu heel graag willen zeggen dat ik toen vond dat ik politiek bewust moest worden en dat ik alle politieke programma’s heb gelezen en geanalyseerd, die uitvoerig heb vergeleken en toen bewust heb gekozen voor D66. Maar in werkelijkheid waren het mijn vrienden van de sportclub in Delft, waar ik ook vaak mee naar de kroeg ging, die lid waren van D66. Toen dacht ik, dan zal het wel een goede club zijn, toen werd ik ook lid. Dat bleek achteraf ook wel te kloppen hoor, ik ben nu dertig jaar lid van deze prachtige vereniging. Maar ik geef iedereen wel mee: als je iets graag wilt, als je ziet dat er iets moet veranderen, knok ervoor! In het Europees Parlement, maar ook in de gemeenteraad of in de Tweede Kamer, kun je echt een verschil maken. Als je maar doorzet!
Geschreven door: David den Hartog
Dit interview verscheen eerder in de tweede papieren editie van de DEMO in juli 2018 en werd begin mei van dat jaar afgenomen.