Kapitaal-kathedralen van de 21e eeuw.

Op 15 april keek de wereld geschokt naar de beelden van de in lichterlaaie staande, 850 jaar oude Onze Lieve Vrouwe van Parijs. De brand was een ongelukje, de emotionele schade is niet uit te drukken in geld. Toch hoefde het belangrijkste Franse monument niet lang te wachten op honderden miljoenen aan steun van de crème de la crème van de Franse elite. Ironisch dat de kathedraal ook ooit is opgebouwd met donaties van zondige zielen, die vergiffenis zochten in afkoopsommen – in 850 jaar verandert de maatschappij, maar niet de mens an sich.


Dat de maatschappij wel verandert maar het menselijk instinct niet, dat wist de gelauwerde econoom J.M. Keynes (spreek alsjeblieft uit: keejns) in 1936 al. Toen hij de term animal spirits gebruikte om “rationele” keuzes van mensen te beschrijven op de markt. Een tastbaar voorbeeld van hoe Keynes hiermee onze maatschappij heeft beïnvloed is consumentenvertrouwen. De maatstaaf die we gebruiken om de perceptie van de economische vooruitzichten te meten. Die perceptie is minstens net zo belangrijk als de realiteit. Als je erop achteruit denkt te gaan, dan ga je hamsteren – je bewaart als het ware je nootjes voor slechtere tijden. Dit heeft grote gevolgen voor de groei van de economie, de slechte tijden zijn een self-fulfilling prophecy.


Wat heeft dit allemaal te maken met de Euro? Alles… Brandjes zijn niets nieuws, de meeste kathedralen zijn daarom ook goed verzekerd. Door te verzekeren verschuif je geld van een goede staat van de wereld naar een slechte staat van de wereld. Dat houdt in dat in goede tijden geld opzij moet worden gezet voor slechte tijden.
Toch bleek verzekeren voor grote banken niet nodig te zijn. Tussen 2008 en 2015 kwamen we erachter, dat de kapitaalkathedralen van de Eurozone konden rekenen op een uitbetaling, ondanks dat ze niet betaald hadden voor zo’n garantie. De kathedralen kregen als het ware na de brand te horen dat ze, zonder premieafgifte, verzekerd waren. Waarom in godsnaam? Omdat de economische kosten (potentiele waarde) van een “uitgebrande” bank veel groter zijn dan de financiële kosten (administratieve waarde) om hem te redden van dit lot. Het resultaat van deze som heb je misschien wel eens langs horen komen onder de bewimpeling “too-big-to-fail.” Je kunt je afvragen wat voor signaal dit afgeeft aan de banken, hoe goed beschermen ze zichzelf tegen schade?


Hier schiet deze goddelijke allegorie tekort. Financiële markten zijn namelijk nog vele malen gevoeliger voor schade dan de gortdroge, eeuwenoude vliering van een huis des heeres. Vuur trekt zich niets aan van wat de brandweer ervan vindt, maar dat water een blussende werking heeft staat gelukkig vast. Dat gaat niet op voor de financiële markt. Als banken onder druk staan door economische crises en slechte schuld, dan kan de perceptie van de verwachte schade de kapitaalaanbieders doen hamsteren. Alleen al vermoedens kunnen banken in laten storten. Een verzekering voor tegoeden zou de verwachte schade doen verlagen, en voorkomt een “bank-run.”


De kapitaalmarkt is al twintig jaar Europees, maar als je over de grens geld wilt investeren ben je nog steeds niet zeker van je poen. In hemelsnaam, waarom hebben we nog geen Europees deposito garantiestelsel? Wachtend op de volgende brand int de enige geloofwaardige Europese verzekeraar (de ECB) nog altijd geen premies. En dat terwijl de schulden in de Eurozone nu nog veel hoger zijn dan ze waren vóór de crisis, de dag des oordeels komt ons tegemoet. Wat denken we, zullen Europese politici brandjes blussen beu worden? Of zullen de kathedralen van het kapitaal telkens weer gered worden? Het is tijd voor een nieuw evangelie.

Geschreven door: Thomas Hellebrand

Geef een reactie